Page 343 of 756

3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebru ikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tu ssen uw auto en de vo orligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u e en
lange helling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingeste ld. De
gewenste tussenafstand kan ook worden ingesteld door de toets v oor de
tussenafstand te bedienen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Rijden in de afstandsregelmodus
1
2
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Page 343 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 349 of 756

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstan d te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregel-
modus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen
mogelijk als de hendel wordt
bediend terwijl de cruise control uit
staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise con-
trol SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 345
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 347
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 349 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 350 of 756

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat. (Auto's
met automatische transmissie [met S-modus])
● De selectiehendel in stand D staat. (Auto's met automatische tr ansmissie
[met M-modus])
● De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat. (Auto's met
Multidrive CVT)
● Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de padd le shift-
schakelaar. (Auto's met paddle shift-schakelaars)
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstands regelmodus is
ingeschakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft .
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende
situaties:
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoem de
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierb oven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een st oring in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyo ta-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uitge-
ruste deskundige.
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 350 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 351 of 756

3514-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42753E_(EE)■
Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise
Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee msto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tij dens het rijden
extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding
en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 348) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens z onder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signal ering
door de sensor hindert
● Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 351 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 352 of 756
3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42753E_(EE)■
Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert,
werkt het systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
●
De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
● Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 352 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 360 of 756
3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
Toyota Parking Assist-sensor∗
Hoeksensoren voor (indien
aanwezig)
Binnenste sensoren voor
(indien aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Type met 4 sensoren
Druk op de schakelaar.
Als de schakelaar aan is, gaat het
controlelampje branden om de
bestuurder te informeren dat het
systeem geactiveerd is.
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en ac h-
teruit inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het controlelampje of displays en een
zoemer. Controleer bij gebruik va n dit systeem ook altijd zelf de
omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
4
Toyota Parking Assist-sensor in-/uitschakelen
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 360 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 361 of 756
3614-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
Type met 8 sensoren
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op he t multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
wordt weergegeven om de bestuurder te informeren dat het systeem
is geactiveerd.
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurde r
door middel van de volgende indi cator of displays geïnformeerd over
de positie en afstand tot het obstakel.
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor (met 4 sensoren)
Controlelampje auto
Controlelampje hoek achter
Controlelampje midden achter
Multi-informatiedisplay (met 8 sensoren)
Werking hoeksensoren voor
Werking binnenste sensor voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensor ach-
ter
Display
1
2
1
2
3
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 361 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM
Page 362 of 756

3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42753E_(EE)
Scherm navigatiesysteem of multimediasysteem (indien aanwezig)
Weergave Toyota Parking
Assist-sensor
Wanneer het Rear View Moni-
tor-systeem
*, de Toyota Par-
king Assist Monitor
* of de
Panoramic View Monitor
* niet
wordt weergegeven.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wan-
neer een obstakel gesignaleerd
wordt. Het scherm kan zo worden
ingesteld dat de afbeelding niet
wordt weergegeven. ( →Blz. 365)
: Hiermee kunt u de geluiden van de zoemer uitschakelen.
Hulpdisplay
Wanneer het Rear View Monitor-systeem
* of de Toyota Parking
Assist Monitor
* wordt weergegeven:
Bij detectie van een obstakel verschijnt er in de bovenhoek van het
scherm een vereenvoudigde weergave.
Wanneer de Panoramic View Monitor
* wordt weergegeven:
Wanneer een obstakel wordt gesignaleerd, worden de positie en
afstand weergegeven op het Pan oramic View Monitor-scherm.
*: Indien aanwezig
1
2
RAV4_OM_OM42753E_(EE).book Pa ge 362 Tuesday, August 23, 2016 3:44 PM