
3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder
m.b.v. een waarschuwingsdisplay.
● Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde  voor de snelheidswaar-
schuwing  in  relatie  tot  de  maximumsnelheid  op  het  op  het  hoofd-
scherm  of  het  multi-informatied isplay  weergegeven  verkeersbord
overschrijdt, verandert de  kleur van het verkeersbord.
● Als  wordt  gesignaleerd  dat  uw  auto  een  ander  voertuig  inhaalt  t er-
wijl er een verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeve n
op het multi-informatiedisplay,  gaat het verkeersbord knipperen .
Afhankelijk  van  de  situatie  wordt  de  verkeerssituatie  (richting  en snel-
heid van het verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed  gesig-
naleerd en werkt he t waarschuwingsdispla y mogelijk niet goed.
■Automatisch uitschakelen van  weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden auto matisch uit-
geschakeld.
● Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
● De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■ Omstandigheden  waaronder  de  functie  mogelijk  niet  goed  werkt  of  niet
goed signaleert
In  de volgende  situaties  werkt de  RSA  niet normaal  en  worden ve rkeersbor-
den  mogelijk  niet  herkend,  worden  onjuiste  verkeersborden  weerg egeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.
● De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz.  is blootge-
steld aan hevige schokken.
● Er  zit(ten)  vuil,  sneeuw,  stickers,  enz.  op  de  voorruit  in  de  b uurt  van  de
camerasensor.
● Onder  barre  weersomstandigheden,  bijvoorbeeld  bij  zware  regenva l,  mist,
sneeuw of zandstormen
● Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camerasensor binnen.
● Het  verkeersbord  is  vuil,  vervaagd,  gekanteld  of  krom  of,  in  ge val  van  een
elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
● Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achte r boombla-
deren, een paal, o.i.d.
● Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de cameras ensor.
● De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjui st beoordeeld.
● Ook  wanneer  een  verkeersbord  niet  van  toepassing  is  op  de  rijst rook  waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na ee n vertakking
van  de  snelweg  of  bij  een  aangrenzende  rijstrook  net  voordat  ri jstroken
samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
Waarschuwingsscherm
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 334  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3354-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)●
Er  wordt  een  verkeersbord  herkend  dat  lijkt  op  een  verkeersbord   dat  com-
patibel is met het systeem.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan d e andere
kant rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor para llelwegen
gesignaleerd  en  weergegeven  (wanneer  deze  in  het  zicht  van  de  c amera-
sensor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk  worden  verkeersborden  met  de  maximaal  toegestane  snelh eid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer  deze in
het zicht van de camerasensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
● De  snelheidsinformatie  die  op  het  instrumentenpaneel  wordt  weer gegeven
verschilt  mogelijk  met  de  informatie  die  wordt  weergegeven  op  h et  naviga-
tiesysteem  (indien  aanwezig)  als  gevolg  van  de  gebruikte  kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■ Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien  de  RSA  verkeersborden  herkent  aan  de  hand  van  de  inge stelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde een heid van het
instrumentenpaneel  te  wijzigen.  Stel  de  ingestelde  eenheid  van  het  instru-
mentenpaneel  in  op  de  eenheid  van  snelheid  van  de  verkeersborde n  op  de
actuele locatie. ( →Blz. 678)
■ In-/uitschakelen van het systeem
■ Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als  het  contact  de  laatste  keer  UIT  werd  gezet  terwijl  er  een  v erkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het hoofdscherm of het multi-infor-
matiedisplay werd weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord wee r weerge-
geven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De  instellingen  voor  het  waarschuw ingsdisplay,  de  waarschuwingszoemer
*,
de  drempelwaarde  voor  de  waarschu wing  voor  te  hard  rijden,  enz.  kunnen
worden  gewijzigd.  (Systemen  met  mogelijkheden  voor  persoonlijke   voor-
keursinstellingen:  →Blz. 678)
*: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
Selecteer   op het instelscherm 
(
→Blz. 127)
Druk op   op het stuurwiel.
1
2
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 335  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
WAARSCHUWING
■Onbedoeld  activeren  van  de  Dynamic  Radar  Cruise  Control  met  vol le-
dig snelheidsbereik voorkomen
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik uit
met de toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
■ Situaties  waarin  de  Dynamic  Rada r  Cruise  Control  met  volledig  snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik niet
in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed gerege ld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op  steile  afdalingen  of  bij  afwisselend  sterk  dalende  en  sterk  stijgende
wegen
Bij  het  afdalen  van  een  helling  kan  de  rijsnelheid  de  geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als  de  weersomstandigheden  zo  slecht  zijn  dat  ze  een  juiste  sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als  er  regen,  sneeuw,  enz.  op  de  voorzijde  van  de  radarsensor  of  de
camerasensor zit
● In  verkeersomstandigheden  waarbij  herhaaldelijk  accelereren  en  decele-
reren noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in ee n noodge-
val
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 338  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 120
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebru ikt om
de  afstand  tussen  uw  auto  en  de  voorligger  te  berekenen  en  een
geschikte afstand tu ssen uw auto en de vo orligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u e en lange hel-
ling afrijdt.
Rijden in de afstandsregelmodus
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 339  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Wanneer  de  constante-snelheidsregeling  is  geselecteerd,  blijft de
auto  met  een  ingestelde  snelheid  rijden,  zonder  de  tussenafstan d  te
regelen.  Selecteer  deze  modus  alleen  wanneer  de  afstandsregel-
modus niet goed werkt als gevolg  van een vuile radarsensor, enz.
Houd  bij  uitgeschakelde  cruise
control  de  toets  ON-OFF  gedu-
rende  ten  minste  1,5  seconden
ingedrukt.
Direct  nadat  op  de  toets  ON-OFF
is  gedrukt,  gaat  het  controlelampje
Dynamic  Radar  Cruise  Control
branden.  Vervolgens  gaat  het  con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen  naar  de  constante-
snelheidsregelmodus  is  alleen
mogelijk  als  de  hendel  wordt
bediend terwijl de cruise control uit
staat.
Accelereer  of  decelereer  met
behulp  van  het  gaspedaal  naar
de  gewenste  rijsnelheid  (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het  controlelampje  cruise  control
SET gaat branden.
De  rijsnelheid  op  het  moment  dat
de  hendel  wordt  losgelaten,  wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:  →Blz. 342
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling:  →Blz. 344
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 346  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n wor-
den gebruikt als
● Schakelstand D is geselecteerd.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Ra dar Cruise
Control  met  volledig  snelheidsbereik  zelfs  worden  ingeschakeld  als  de  rij-
snelheid ongeveer 50 km/h of lager is.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien  het  gaspedaal  om  te  accelereren.  Na  het  accelereren  gaat   de  auto
weer  rijden  met  de  ingestelde  snelheid.  Als  de  afstandsregelmod us  is  inge-
schakeld,  neemt  de  rijsnelheid  echter  mogelijk  af  tot  onder  de  ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft .
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende situ-
aties.
● De  werkelijke  rijsnelheid  zakt  onder  ongeveer  40  km/h  en  er  wor den  geen
voorliggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een lagere rijsnel-
heid dan ongeveer 40 km/h. Anders kan de sensor de auto niet op  de juiste
manier signaleren.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF
in te drukken.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt  is.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
● Intelligent sonarsysteem is in werking. (indien aanwezig)
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van  de voorligger
in de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
In  dit  geval  wordt  mogelijk  automatisch  schakelstand  P  ingeschakeld.
( →Blz. 271)
Als  de  afstandsregelmodus  om  een  andere  dan  de  hierboven  genoem de
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of  hersteller/
reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  des-
kundige.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 347  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Automatisch uitschakelen van de  constante-snelheidsregelmodus
De  constante-snelheidsregelmodus  wordt  automatisch  uitgeschakeld  in  de
volgende situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de  ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF
in te drukken.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
● Intelligent sonarsysteem is in werking. (indien aanwezig)
Als  de  constante-snelheidsregelmodus  om  een  andere  dan  de  hierb oven
genoemde  redenen  automatisch  uitgeschakeld  wordt,  kan  er  een  st oring  in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyo ta-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uitge-
ruste deskundige.
■ Waarschuwingsmeldingen  en  zoemers  voor  de  Dynamic  Radar  Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee msto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tij dens het rijden
extra  moet  opletten.  Lees  de  op  het  multi-informatiedisplay  wee rgegeven
waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de  juiste
manier signaleert
Bedien  in  onderstaande  gevallen  en  afhankelijk  van  de  omstandigheden  het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien  het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 345) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 348  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM 

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)●
Voertuigen  met  een  relatief  kleine  achterzijde  (aanhangwagens  z onder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als  door  omringend  verkeer  opgeworpen  water  of  sneeuw  de  signal ering
door de sensor hindert
● Als  de  achterzijde  van  de  auto  ver  inge-
zakt  is  (omdat  er  zware  lading  in  de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
● De  voorligger  heeft  een  extreem  grote
bodemvrijheid
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book  Page 349  Friday, July 29, 2016  1 1:35 AM