
991-4. Antidiefstalsysteem
1
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
●De auto staat in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie.
● De auto is blootgesteld aan schokken die het gevolg zijn van ha gel, onweer
of andere van buitenaf komende herhaalde schokken of trillingen .
●
De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
● Er wordt ijs of sneeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de i nbraaksensor goed werkt
● Als u andere accessoires installeert dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en d e stoel
van de voorpassagier, werkt de inbraaksensor mogelijk minder go ed.
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
● Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 99 Friday, July 29, 2016 11 :35 AM

1072. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Als het contact UIT wordt gezet (auto's met inbraaksensor)
Het selectiescher
m voor het in-/
uitschakelen van de inbraak-
sensor wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
( → Blz. 97)
■Als het hybridesysteem wordt uitgeschakeld
Vanaf het moment dat het hybridesysteem wordt gestart totdat he t
wordt uitgeschakeld, worden de v erstreken tijd, de afgelegde afstand,
het gemiddelde brandstofverbruik en de Eco Score (
→Blz. 134, 149)
ongeveer elke 30 seconden weerge geven op het multi-informatiedis-
play.
Verstreken tijd sinds starten
hybridesysteem
Afgelegde afstand sinds star-
ten hybridesysteem
Gemiddeld brandstofver-
bruik sinds starten hybride-
systeem
Eco Score en advies
Weergave score voor elk Eco
Score-item ( →Blz. 134, 149)1
2
3
4
5
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 107 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM

1142. Instrumentenpaneel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Controlelampje antidiefstalsysteemBlz. 88,
94
Controlelampje READY Blz. 259
Schakelstandindicatoren Blz. 268
*1, 2Controlelampje Traction Control Blz. 452
*1, 3Controlelampje VSC OFFBlz. 453
Controlelampje cruise controlBlz. 346,
360, 365
Controlelampje Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)Blz. 336,
351
Controlelampje cruise control SET Blz. 336,
351, 365
*1, 3Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig) Blz. 310
Controlelampje LDA (indien aanwezig) Blz. 324
Controlelampje stuurregeling (indien aan-
wezig)
Blz. 325
*1Controlelampje Automatic High Beam-sys-
teem (indien aanwezig)Blz. 281
Controlelampje BSM (indien aanwezig) Blz. 375
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
Blz. 390
*1, 3Controlelampje ICS OFF (indien aanwezig) Blz. 404
ControlelampjesBladzijde
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 114 Friday, July 29, 2016 1
1:35 AM

1532. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
*1: Afhankelijk van het item kan na het selecteren van een item een vol-gend instelscherm worden weergegeven.
*2: Voor items waarbij het aanpassingsniveau of de tijd wordt inge steld,
wordt na het instellen van het item het instelscherm weergegeve n tot-
dat op wordt gedrukt.
■
Tabel instellingen
OnderwerpInstellingenResultaat van instelling
*1On (aan) Schakelt de stuurregelingsfunctie van het
LDA-systeem in en uit. ( →Blz. 330)
Off (uit)
*1
High (hoog)Wijzigt de gevoeligheid voor de afwijking
van de rijstrook van het LDA-systeem.
(→Blz. 330)
Standard
(standaard)
*1On (aan)Schakelt het Pre-Crash Safety-systeem
(PCS) in en uit. ( →Blz. 310)
Off (uit)
*1
Ve r w e gWijzigt het waarschuwingstijdstip van het
Pre-Crash Safety-systeem (PCS).
(→Blz. 310)
Gemiddeld
Dichtbij
*1On (aan)Schakelt de Toyota Parking Assist-sensor
in en uit. ( →Blz. 390)
Off (uit)
*1On (aan)Schakelt het intelligente sonarsysteem in
en uit. (→Blz. 404)
Off (uit)
*1On (aan)Schakelt de Blind Spot Monitor in en uit.
(→Blz. 376)
Off (uit)
*1On (aan)Schakelt de waarschuwingsfunctie voor
slingeren van de auto van het LDA-sys-
teem in en uit. ( →Blz. 330)
Off (uit)
*1
High (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschu-
wingsfunctie voor slingeren van de auto
van het LDA-systeem. ( →Blz. 330)Standard
(standaard)
Low (laag)
*1HoogteWijzigt de weergavepositie en helderheid
van het head-up display. ( →Blz. 161)
Helderheid
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 153 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM

181
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Por tieren
◆Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de portiergreep van het
bestuurdersportier of het
voorpassagiersportier met de
sensor (indien aanwezig)
vast om alle portieren te ont-
grendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren kunnen gedurende 3 seconden na het vergrendelen nie t
worden ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (de uitholling in het oppervlak van de
voorportiergreep) aan om de portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ingedrukt houden om de zijrui-
ten en het schuifdak (indien
aanwezig) te sluiten.
*
De portieren kunnen worden vergr endeld en ontgrendeld met de
instapfunctie, de afstandsbediening of de schakelaars van de
centrale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
1
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 181 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM

1823-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en het schuifdak (indien aanwezig) te
openen.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden a ange-
past door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
■ Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor op het oppervlak van de portiergreep
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de po rtieren
opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. ( →Blz. 94)
■ Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbed ie-
ning niet goed werkt
● Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ont-
grendelen. ( →Blz. 646)
● Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze on tladen
raakt. ( →Blz. 567)
Wanneer het portier niet kan worden ver-
grendeld, zelfs als u de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep met
uw vinger aanraakt, raak dan de vergren-
delsensor aan met uw handpalm.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
2
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 182 Friday, July 29, 2016 1
1:35 AM

1953-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)●
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrende ld en ver-
grendeld.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
● De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeve elheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich binnen het
detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden auto-
matisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen ter-
wijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door d e instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende len.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Sommige uitvoeringen: Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de
vergrendelsensor, worden maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesig-
nalen getoond. Vervolgens worden geen identificatiesignalen geg even.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dit geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto.
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de elektronische sle utel in
om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 193)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor sch oon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 195 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM

2223-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit
te schakelen. (Het controlelampje
gaat ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automati sche antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 222 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM