
5
1
9 8
7 5 4
3
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E
6
5-7. Menu SETUP (instellingen)Gebruik van het menu SETUP (instellingen) 
(“Bluetooth*”-menu) .........532
Gebruik van het menu  SETUP (instellingen) 
(menu PHONE of TEL) ....537
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een  Bluetooth
® compatibele 
draagbare speler .............541
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen .................................545
Een telefoongesprek  ontvangen ........................547
Voeren van een  telefoongesprek ...............548
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.........................550
6-1. Gebruik van de  airconditioning en de 
achterruitverwarming
Handmatig bediende  airconditioning .................560
Automatische  airconditioning .................566
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ..............577 6-2. Gebruik van de 
interieurverlichting
Overzicht  interieurverlichting ........... 580
• Interieurverlichting ........ 581
• Leeslampjes .................  581
6-3. Gebruik van de  opbergmogelijkheden
Overzicht van  opbergmogelijkheden...... 583
• Dashboardkastje ........... 584
• Consolevak ..................  584
• Fleshouders .................  585
• Bekerhouders ..............  586
Voorzieningen  in de bagageruimte ......... 587
6-4. Gebruik van de overige  voorzieningen in het 
interieur
Overige voorzieningen  in het interieur ................. 595
• Zonnekleppen ..............  595
• Make-upspiegels ..........  595
• Klok ..............................  596
• Accessoireaansluiting ..  597
• Handgrepen .................  598
6Voorzieningen in het 
interieur
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG,  Inc.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Page 5  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

381-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Veiligheidsgordels
●Trek  de  schoudergordel  zo  ver
naar  buiten  dat  de  gordel  goed
tegen  de  schouder  aan  ligt  en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo rech top mogelijk in de stoel zitten met
uw rug stevig tegen de leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak  de  veiligheidsgordel  vast
door  de  gesp  in  de  gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort. 
De  veiligheidsgordel  kan  wor-
den  losgemaakt  door  de  ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer  voordat  u  wegrijdt  eer st  of  alle  inzittenden  de  veilig-
heidsgordel dragen. 
Juist gebruik van de  veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  P age 38  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

421-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win  medisch  advies  in  en  draag  de  veiligheidsgordel  op  de  juist e  manier.
( →Blz. 38)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→ Blz. 77
■ Gordelspanners
Het  waarschuwingslampje  SRS  gaat  branden  als  een  gordelspanner  is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer wo rden gebruikt
en  moet  worden  vervangen  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/
reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitger uste  des-
kundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg  ervoor  dat  de  gordel  goed  over  het  midden  van  de  schouder  ligt.  De
gordel  mag  niet  tegen  de  nek  aanliggen,  maar  ook  niet  van  uw  sc houder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. ( →Blz. 39)
■ Beschadiging en slijtage  van veiligheidsgordels
● Zorg  ervoor  dat  de  veiligheidsgordels  niet  beschadigd  raken  doo rdat  de
riem,  de  gesp  of  de  gordelsluiting  bekneld  raakt  tussen  het  por tier  en  de
carrosserie.
● Controleer  het  veiligheidsgordelsysteem  regelmatig.  Let  op  besc hadigin-
gen,  zoals  scheuren  en  rafels,  en  op  losse  onderdelen.  Gebruik  een
beschadigde  veiligheidsgordel  niet,  maar  laat  hem  zo  snel  mogel ijk  ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van  de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer  of  de  gordel  en  de  gesp  vergrendeld  zijn  en  of  de  gordel  niet
gedraaid is. 
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat  de  stoelen,  inclusief  de  veiligheidsgordels,  vervangen  als  de  auto
betrokken  is  geweest  bij  een  ernstig  ongeval,  ook  al  is  er  geen   zichtbare
schade.
● Probeer  de  veiligheidsgordels  niet  zelf  te  plaatsen,  verwijderen,  wijzigen,
demonteren  of  af  te  voeren.  Laat  eventueel  noodzakelijke  repara ties  uit-
voeren  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een
andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundige.  A ls  de
veiligheidsgordels  niet  op  de  juiste  wijze  worden  gebruikt,  wer ken  ze
mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  P age 42  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

751-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
◆Een  baby-  of  kinderzitje  plaatsen  met  behulp  van  een  veilig-
heidsgordel
Plaats  het  baby-  of  kinderzitje  aan  de  hand  van  de  bijgesloten
handleiding.
Als  het  plaatsen  van  een  baby-  o f  kinderzitje  op  de  voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, r aadpleeg dan Blz. 67 voor het af stel-
len van de voor passagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoof dsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun  in
de hoogste stand. ( →Blz. 190)
Voer  de  veiligheidsgordel
door  het  baby-  of  kinderzitje
en  steek  de  gesp  in  de  gor-
delsluiting.  Controleer  of  de
gordel niet gedraaid is. Maak
de  veiligheidsgordel  goed
vast  aan  het  baby-  of  kinder-
zitje  aan  de  hand  van  de  bij-
gesloten handleiding.
Als  uw  baby-  of  kinderzitje
niet  is  voorzien  van  een  ver-
grendelsysteem  voor  de  vei-
ligheidsgordel,  zet  het  zitje
dan  vast  met  een  blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje  na het plaatsen naar achteren e n
naar voren om te controleren of het goed vastzit. ( →Blz. 77)
1
2
3
4
5
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  P age 75  Friday, October 7, 2016  3:20 PM 

771-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U  moet  bij  het  plaatsen  van  het  zitje  mogelijk  gebruikmaken  van  een  blok-
keerclip.  Volg  de  aanwijzingen  van  de  fabrikant  van  het  baby-  o f  kinderzitje.
Als  uw  zitje  niet  over  een  blokkeerclip  beschikt,  kunt  u  deze  k open  bij  een
erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  na ar  behoren
gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundige:  blokkeerclip  voor  bab y-  of  kinder-
zitje 
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het  niet  in  acht  nemen  van  de  voorzorgsmaatregelen  kan  ernstig  letsel  tot
gevolg hebben.
● Laat  kinderen  niet  met  de  veiligheidsgordel spelen.  Als  de  veil igheidsgor-
del  om  de  nek  van  het  kind  draait,  kan  het  kind  stikken  of  erns tig  letsel
oplopen. Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden l osgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld  en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje  is geplaatst.
● Controleer  als  er  een  zitkussen  geplaatst  is  altijd  of  de  schou dergordel
over  het  midden  van  de  schouder  van  het  kind  loopt.  De  gordel  mag  niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  P age 77  Friday, October 7, 2016  3:20 PM 

1292. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee  kunnen  waarschuwingsmeldingen  en  te  nemen  maatrege-
len worden weergegeven als een storing wordt gesignaleerd. 
(→Blz. 704)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrume n-
tenpaneel  en  de  bedieningsinstelling  van  bepaalde  voertuigfunct ies
worden gewijzigd. ( →Blz. 132)
Het  multi-informatiedisplay  wordt
bediend met behulp van de bedie-
ningstoetsen  van  het  instrumen-
tenpaneel.
Terugkeren  naar  het  vorige
scherm
Enter/instellen
Een  item  selecteren/pagina  wij-
zigen
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik aan.
●Gemiddeld  brandstofverbruik  (sinds  resetten*2/sinds  starten/sinds
tanken)
*1
Geeft  het  gemiddelde  brandstofverbruik  weer  sinds  respectieveli jk  het
resetten van de functie, het starten van de motor en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
● Gemiddelde rijsnelhe id (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft  de  gemiddelde  rijsnelheid  weer  sinds  respectievelijk  het  resetten
van de functie en het starten van de motor
● Verstreken tijd (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft  de  verstreken  tijd  weer  sinds  respectievelijk  het  resette n  van  de
functie en het starten van de motor
Bedienen van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
1
2
3
Rij-informatie
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 129  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

1302. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
●Afstand (actieradius/sinds starten)*1
Geeft  respectievelijk  de  berekende  maximale  afstand  weer  die  no g  kan
worden gereden met de resterende brandstof en de gereden afstan d sinds
het starten van de motor
• Deze  afstand  wordt  berekend  op  basis  van  het  gemiddelde  brands tof-
verbruik.  Hierdoor  kan  de  werkelijke  afstand  die  nog  kan  worden   gere-
den, afwijken van de weergegeven afstand.
• Als  er  een  kleine  hoeveelheid  brandstof  wordt  getankt,  wordt  d e  weer-
gave mogelijk niet bijgewerkt. 
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het display mogelijk niet bijgewe rkt.
●Werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig)*3
Geeft  de  totale  tijd  aan  dat  de  motor  is  gestopt  door  de  werkin g  van  het
Stop & Start-systeem tijdens de actuele uitschakeling van de motor.
● ECO-indicator
→Blz. 134
●Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
●Weergave Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoerin-
gen)
→Blz. 135
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 130  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

1733-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Als op het multi-informatiedispl ay “Entry & start system malfun ction see
owner’s  manual”  (Storing  in  Smart  entry-systeem  met  startknop;  raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o onmiddellijk
nakijken  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateu r  of  een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De  energiebesparende  functie  wordt  geactiveerd  om  te  voorkomen  dat  de
batterij  van de  elektronische  sleutel en  de  accu leeg  raken wan neer  de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In  de  volgende  situaties  kan  het  enige  tijd  duren  voordat  de  po rtieren  met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De  elektronische  sleutel  bevindt  zich  gedurende  10  minuten  of  langer binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het  Smart  entry-systeem  met  startknop  is  gedurende  5  dagen  of  langer
niet gebruikt.
● Als  het  Smart  entry-systeem  met  startknop  gedurende  14  dagen  of   langer
niet  is  gebruikt,  kunnen  de  portieren  alleen  via  het  bestuurder sportier  wor-
den  ontgrendeld.  Houd  in  dat  geval  de  greep  van  het  bestuurders portier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel  om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische  sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is
ingeschakeld,  loopt  de  batterij  veel  min-
der  snel  leeg  omdat  de  ontvangst  van
radiogolven  door  de  elektronische  sleutel
wordt gestopt.
Druk    twee  keer  in  terwijl  u    inge-
drukt  houdt.  Ga  na  of  het  controlelampje
van  de  elektronische  sleutel  4  keer  knip-
pert. 
Het  Smart  entry-systeem  met  startknop
kan  niet  worden  gebruikt  als  de  energie-
besparende  functie  voor  de  batterij  is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 173  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM