2694-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend t erwijl de
verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend t erwijl de
verlichting is ingeschakeld.
■ Automatische verticale koplampver stelling (auto's met LED-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt
gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AA N wordt
gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight system malfunction visit your dealer” (Storing i n kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 776)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 269 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
2754-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignal eerd.
● In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handma-
tig worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, i js, vuil,
enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De camerasensor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
• Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld of de kopla mpen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgeste ld.
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, grindpaden, enz.).
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spieg el, voor
de auto.
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-
ner op een truck.
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
• De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke ba nd of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangek op-
peld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld t ussen
dimlicht en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
■ Als “Headlight system malfunction visit your dealer” (Storing i n kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 275 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
2994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
◆Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt
dat een aanrijding aan de voor-
zijde waarschijnlijk is, klinkt er
een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informa-
tiedisplay om de bestuurder
aan te sporen om uit te wijken.
◆Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijde
waarschijnlijk is, past het een grotere remkracht toe in relati e tot de
kracht waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
◆Pre-Crash Brake-systeem
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijd e
waarschijnlijk is, waarschuwt het de bestuurder. Wanneer het sy s-
teem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijde zeer waarschi jn-
lijk is, worden de remmen automatisch bekrac htigd om te helpen
een aanrijding te voorkomen of de snelheid van de aanrijding te
verlagen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 299 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Monochroomdisplay
Het Pre-Crash Safety-systeem kan als volgt via het multi-inform a-
tiedisplay worden ingeschakeld/uitgeschakeld:
Het systeem wordt iedere keer wanneer het contact AAN wordt gez et
automatisch ingeschakeld.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, selecteer en houd DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, selecteer en houd DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel en selecteer de modus aan/uit van het Pre-Crash
Safety-systeem.
Houd de toets DISP van de bedien ingstoetsen van het instru-
mentenpaneel ingedrukt om de ge wenste instelling (aan/uit) te
selecteren.
Als het systeem wordt uitge-
schakeld, gaat het waarschu-
wingslampje PCS branden en
wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatie-
display.
Wijzigen van instellingen va n het Pre-Crash Safety-systeem
1
22
3
44
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 302 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Kleurendisplay
Het Pre-Crash Safety-systeem kan als volgt via het multi-inform a-
tiedisplay worden ingeschakeld/uitgeschakeld:
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het con-
tact AAN wordt gezet.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk op .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk op om de gewenste
instelling (aan/uit) te selecteren.
Als het systeem wordt uitge-
schakeld, gaat het waarschu-
wingslampje PCS branden en
wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatie-
display.1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 303 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Wijzigen van de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
Monochroomdisplay
De timing van de Pre-Crash-waarschuwing kan als volgt op het
multi-informatiedisp lay worden gewijzigd:
De instelling van de timing blijft behouden als het contact UIT wordt
gezet.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, selecteer en houd DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, selecteer en houd DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP van de bedi eningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, selecteer de timi ng van de Pre-Crash-waarschu-
wing en houd DISP ingedrukt.
Houd de toets DISP van de bedien ingstoetsen van het instru-
mentenpaneel ingedrukt om de gewenste instelling te selecteren.
Ve r w e g
De waarschuwing treedt eer-
der in werking dan bij de
standaardtiming.
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Dichtbij
De waarschuwing treedt later
in werking dan bij de stan-
daardtiming.
1
2
3
4
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 304 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
3054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Kleurendisplay
De timing van de Pre-Crash-waarschuwing kan als volgt op het
multi-informatiedisp lay worden gewijzigd:
De instelling van de timing blijft behouden als het contact UIT wordt
gezet.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk op .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “ Sensitivity” (gevoeligheid) en druk op
om de gewenste ins telling te selecteren.
Ve r w e g
De waarschuwing treedt eer-
der in werking dan bij de
standaardtiming.
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Dichtbij
De waarschuwing treedt later
in werking dan bij de stan-
daardtiming.
1
2
3
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 305 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
3144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Als het waarschuwingslampje PCS k nippert of gaat branden en er een
waarschuwingsmelding wordt weerge geven op het multi-informatie-
display
Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is
mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
● In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verd wijnt de
melding en wordt het systeem ingeschakeld wanneer de condities weer nor-
maal worden:
• Wanneer de radarsensor, de camerasensor of het gebied rondom de
sensor heet is, bijvoorbeeld als de auto in de zon staat
• Wanneer de radarsensor, de camerasensor of het gebied rondom de
sensor koud is, bijvoorbeeld in een extreem koude omgeving
• Wanneer de radarsensor of het grille-embleem vuil is of als er sneeuw,
enz. op zit.
• Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslagen of wanneer er condens of ijs op de voorruit zit
(Ontwasemen van de voorruit: →Blz. 562, 569)
• Als de camerasensor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wanneer de motor-
kap open is of een sticker is bevestigd op de voorruit in de bu urt van de
camerasensor
● Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of branden, of als de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt, is er mogelijk een storing aanwezig in
het systeem. Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
■ Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld ( →Blz. 464), worden ook het Pre-Crash
Brake Assist-systeem en de Pre-Crash Brake-functie uitgeschakeld.
● Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en VSC TURNED OFF
PRE-COLLISION BRAKE SYSTEM UNAVAILABLE (monochroomdisplay)/
“VSC Turned Off Pre-Collision Brake System Unavailable.” (kleur endisplay)
(VSC uitgeschakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet beschikbaar) w ordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 314 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM