1493-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
3
Bediening van elk onderdeel
■Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startk nop maakt gebruik van zwakke radiogolven.
In de volgende situaties kunnen storingen optreden in de commun icatie tussen de
elektronische sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-syst eem met start-
knop, de afstandsbediening en de startblokkering mogelijk niet goed werken:
(Oplossingen:
→Blz. 591)
● Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
● In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
● Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
● Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven u itzenden) in
de buurt gebruikt worden
● Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgen de appara-
ten die radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een ande re auto
die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
● Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
● Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden
■ Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de
laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de m otor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 149 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
1503-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)●
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de p ortieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
●
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er ee n grote hoeveel-
heid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware
regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld
of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en geslot en, worden
deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevin dt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de i nstapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontg rendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogel ijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 148)
● Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Als de elektron ische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tijdens het wassen van
de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer. Vergren del alle por-
tieren om het alarm uit te schakelen.
● Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Als de elektron ische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep nat wordt tijdens het was-
sen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergr endel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor sch oon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 150 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
1944-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Als de auto geparkeerd is
● Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof br illengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interi- eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
● Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in he t dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan bran den als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand ve roorza-
ken.
● Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaa ts geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken e n brand
veroorzaken in de auto.
● Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een len s maken en
brand veroorzaken.
● Auto's met Multidrive CVT: Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectie-
hendel in stand P, zet de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, ter wijl de par-
keerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen kom en, wat
kan leiden tot een ongeval.
● Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet ne t na het uit-
zetten van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 194 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
1984-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
■ Zaken die niet in de bagageru imte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
● Jerrycans met benzine
● Spuitbussen
■ Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe le iden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers d oor voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
● Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagagerui mte.
● Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
● Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
● Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevinden
zijn opgeborgen of vastgezet.
● Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
● Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen die nen
plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste man ier om te
doen.
■ Lading en gewichtsverdeling
● Overlaad uw auto niet.
● Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in nega tieve zin
beïnvloeden, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ont-
staan.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 198 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
235
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
4
Rijden
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volg t in te
schakelen:
Ty p e A
De dagrijverlichting
wordt ingeschakeld.
(→ Blz. 239)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
*: Indien aanwezig
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
*
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 235 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
2364-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
Ty p e BDe koplampen, de
dagrijverlichting ( →Blz.
239) en alle verlichting
die hieronder genoemd
is, worden automatisch
in- en uitgeschakeld.
(Auto's zonder Smart
entry-systeem en start-
knop: Als het contact
AAN staat.
Auto's met Smart entry-
systeem en startknop:
Als het contact AAN
staat.)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hierboven genoemde verlichting
gaan branden.
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. ( →Blz. 239)
*: Indien aanwezig
*
1
2
3
4
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 236 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
2574-5. Toyota Safety Sense
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
4
Rijden
WAARSCHUWING
●Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels niet
goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór de sen-
sor voor met de ru itenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e indien de
ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden vervang en.
●Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de voorruit moet worden vervangen.
● Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
● Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
● Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
● Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd ra akt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voo r dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de lens vuil of beschadigd is.
● Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder
de sensor niet.
● Haal de sensor voor niet uit elkaar.
● Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke ele ktrische
golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
● Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnens piegel,
zonnekleppen, enz.) of het dak.
● Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
● Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
■ Montageplaats van de sensor voor op de voorruit
Als de voorruit snel beslagen raakt, is het glas rondom de sens or voor
mogelijk warm doordat de verwarming in werking is. Als u het glas aan-
raakt, kunt u brandwonden oplopen.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 257 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
399
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
5
Audiosysteem
5-10. Bluetooth®
■Bij gebruik van Bluetooth®-audio/telefoon
● Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt Bluetooth
® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mob iel netwerk
• Het Bluetooth®-apparaat is uitgeschakeld
• De batterij van het Bluetooth®-apparaat is onvoldoende geladen
• Het Bluetooth®-apparaat heeft geen verbinding met het systeem
• Het Bluetooth®-apparaat bevindt zich achter de stoel, in het dashboard-
kastje of in het consolevak, of wordt afgedekt door een metalen voorwerp
● Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met de m obiele tele-
foon als tegelijkertijd via Bluetooth
®-audio wordt afgespeeld.
● Afhankelijk van het type draagbare audiospeler dat is verbonden met het
systeem kunnen er verschillen in de bediening zijn of kunnen bepaalde
functies niet beschikbaar zijn.
■ Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initialiseert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. ( →Blz. 385)
■ Over Bluetooth
®
■Compatibele uitvoeringen
●Bluetooth®-specificaties:
Versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 2.1 + EDR of hoger)
● Volgende profielen:
• A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) versie 1.0 of hoger (aanbe-
volen: versie 1.2 of hoger)
• AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.0 of hoger (aanbe-
volen: versie 1.3 of hoger)
Draagbare spelers moeten voldoen aan bovenstaande specificaties om te
kunnen worden aangesloten op het Bluetooth
®-audiosysteem. Maar vergeet
niet dat sommige functies beperkt beschikbaar zijn, afhankelijk van het type
van de draagbare speler.
● Mobiele telefoon
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.5)
• OPP (Object Push Profile) versie 1.1
• PBAP (Phone Book Access Profile) versie 1.0
Bluetooth®
Bluetooth is een geregistreerd handels-
merk van Bluetooth SIG. Inc.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 399 Friday, October 7, 2016 4:48 PM