4417-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
7
Onderhoud en verzorging
■Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (→Blz. 560)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
Laat het contact nog enkele minuten AAN staan en zet vervol-
gens het contact UIT.
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -z enders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identific atiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 441 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4427-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd van wege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Routinecontrole van de bandenspan ning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Brede banden (17 inch-banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op b esneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard b anden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen* op besneeuwde e n/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
*: Sneeuwkettingen kunnen niet worden gemonteerd op 225/45R17 banden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 442 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4437-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
7
Onderhoud en verzorging
■Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (auto's met ba ndenspanningswaarschuwingssysteem )
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worde n
gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 443 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4447-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwi ngs-
systeem)
● Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de ini tialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets i ndrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningsw aarschuwingssysteem (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de rijomstandigheden. Daarom laat het syst eem moge-
lijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was inges teld tijdens
het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssystee m
mislukt is (auto's met bandens panningswaarschuwingssysteem)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erk ende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wo rdt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem).
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor informatie over het wijzigen van de identificatiecode s contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een a ndere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 444 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4527-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaars chu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de banden spannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 440)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (17 inch-banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadig d
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 452 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4557-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
7
Onderhoud en verzorging
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het v olgende niet te gebruiken:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtje s, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto (behalve die van het reservewiel) zijn ui tgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor het bandenspanningswaa r-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 440)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Lichtmetalen velgen, bel angrijke aanwijzingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 455 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4567-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Ta p s
gedeelte
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 456 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
4938-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
→ Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Cr ash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, beslagen of bedekt door co ndens, ijs, stickers, e.d.
→ Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, e.d.
(→Blz. 250)
• De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer- kingsbereik
→ Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Het VSC (Vehicle Stability Cont rol-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
→ Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel het
VSC-systeem als het PCS-systeem in. (→Blz. 255, 307)
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
6,8 liter of minder is
→ Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en
voorpassagiersgordel
*2
Waarschuwt de bestuurder en/of v oorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook
de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden
vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de waar-
schuwingszoemer) uitgaat.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 493 Monday, October 24, 2016 4:06 PM