
155
Window-airbags
Het systeem helpt de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
te beschermen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
van het hoofd te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden voor en achter en de ruiten.
Storing
Als dit lampje gaat branden raadpleeg
dan altijd het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zij- en
gordijnairbags niet geactiveerd.
5
Veiligheid

156
Houd u aan de onderstaande
veiligheidsvoorschriften voor een maximale
effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag
en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten
enz.) en bevestig niets in de buurt van de airbags
of in het gebied waar de airbags afgaan. Dit
kan de inzittende bij het afgaan van de airbag
verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke uitvoering
van uw auto, voer met name geen wijzigingen
door aan de onderdelen in de directe nabijheid
van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de
airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden
nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen
als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even snel
leeg, waarbij de warme gassen via de daar voor
bestemde openingen naar buiten stromen.
Veiligheidsvoorschriften
Frontairbags
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat
uw handen niet op het stuur wielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het
dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat, kunnen
brandende sigaretten of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in
de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op het
stuur wiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou
bij het afgaan van de window-airbags kunnen
leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daar voor
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie
met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden.
Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt
zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding enz.): dit zou bij het afgaan van
de zijairbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren bevatten
de zijdelingse schoksensoren van de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) die
niet aan de voorschriften voldoen, kan ertoe
leiden dat deze sensoren niet meer goed werken -
In dat geval werken de zij-airbags mogelijk niet!
Laat werkzaamheden aan de voorportieren
uitsluitend uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheid

301
U
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen ........153 -15 4 , 15 8
USB
...................................................... 26-27, 1 0 -11
USB-aansluiting
...................................... 112, 26 , 10
USB-poort
............................................... 11
2, 26 , 10
V
Veiligheidsgordels .............................. 1 4 9 -152, 163
Veiligheidsgordels achter ...........................14 9 -15 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
...153 -15 4 ,
........................... 157-15 8, 162, 16 4 , 166 -168 , 170
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
......153 -15 4 ,
........................... 157-15 8, 162, 16 4 , 166 -168 , 170
Ventilatie
................................................ 94-98, 103
Ventilatieroosters
................................................. 94
V
ergrendelen
.................................
..........50, 54 , 56
Vergrendeling van binnenuit
................................60
Verkeersinformatie (TMC)
...................................14
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje
.......15
Verklikkerlampjes
........................................... 12,
14
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
..................12
Verklikkerlampje service
.....................................16
Verklikkerlampjes (status) ~ Controlelampjes (status)
...................................14
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
........................12, 14 , 34
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
....................151
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
................. 22
V
erlichting
............................................................ 25
Verlichting bagageruimte ~ Bagageruimteverlichting
.................................123
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
..... 12
6, 279
Verversen
.................................................... 25
8-259
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
...................261
Verwarming
...................................... 94, 96-98 , 103
Voorgloeien (dieselmotor)
................................... 22
Streaming audio Bluetooth .............................27, 11
Stuurkolomschakelaars .............................. 18
5 -189
Stuurslot
............................................................. 17 7
Stuurwiel (verstellen)
........................................... 83
Supervergrendeling
.................................
......51, 55
Synchroniseren afstandsbediening
..................... 58
S
ynchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren
..................58
T
Ta f e l t j e .................................................................. 78
Ta f e l t j e s ................. .............................................. 11 9
Tankbeveiliging
.................................................. 246
Technische gegevens
.................................292-294
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau ......245
Telefoon
................................ 112 -113, 28-33, 15 -18
Te l l e r .................................................................... 8-9
Temperatuurregeling
.................................... 9 9 -10 2
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie
.......... 2
69 -270, 272
Tijd instellen
....................................... 3
8-39, 36, 20
TMC (verkeersinformatie)
....................................14
Toerenteller
......................................................... 8-9
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
........................... 9
9 -10 2
Touchscreen
.................................
.....................1, 1
Touchscreen ~ Touchscreen
................... 40,
42, 45
Trailer Stability Management (TSM)
.................14 4
Trekhaak
............................................ 14 4, 176 , 248
Trekhaak met afneembare kogel
................248-252
Voorruitverwarming ........................................... 10 4
Voorstoelen .................................................... 76, 81
W
Waarschuwing oplettendheid bestuurder .........220
Waarschuwing rijtijd .................................... 219 -220
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
.........178
Webbrowser
......................................................... 18
Wiel demonteren
......................................... 27
5-278
Wiel monteren
............................................. 27
5-278
Wiel verwisselen
..........................267-269, 273-274
Wifi-netwerkverbinding
........................................ 22
Window-airbags
.......................................... 15
5 -15 6
Z
Zekeringen .................................................. 284-285
Zekeringen vervangen ................................284-285
Zicht .................................................................... 103
Zicht naar voren 180°
........................................ 235
Zij-airbags
.................................
.................15 4, 15 6
Zijknipperlicht
..................................................... 281
Zonder gereedschap afneembare kogel
....248-252
Zonneklep
........................................................... 111
Zonnescherm
....................................................... 70
Zonwering
........................................................... 11 9
.
Trefwoordenregister