Page 25 of 306

23
Waarschuwings- resp.
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe getrokken. Trek de lichtschakelaar nogmaals naar u toe om het
dimlicht weer in te schakelen.
Voet op het
koppelingspedaalPermanent.
In de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem wordt
de motor niet gestart als u
het koppelingspedaal slechts
gedeeltelijk intrapt. Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in
zodat de motor gestart kan worden.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 306
24
Voet op
rempedaalPermanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak
het rempedaal in om de motor te starten ter wijl de
selectiehendel in stand N staat.
Bij de automatische transmissie moet u bij draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert tegen te
houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit.Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Waarschuwings- resp.
indicatielampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 27 of 306

25
Onderhoudsindicator
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor heeft de mate van vervuiling van
de motorolie ook invloed op de berekening
(afhankelijk van het verkoopland).
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3.000 kmDe afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1.000 tot 3.000
km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2.800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan:
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1.000
km
Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking. De
onderhoudssleutel blijft branden om aan
te geven dat uw auto binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 306

26
Het onderhoudsinterval is
overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de sleutel knipperen o m aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd
moeten worden.
Voorbeeld: de onderhoudsbeurt is overschreden met 300
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende
5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking. De
onderhoudssleutel blijft branden .
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt deze waarschuwing
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service
(zodra het contact is aangezet). Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden als het
interval in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt,
zoals vermeld in het onderhoudsschema van
de fabrikant, is overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de onderhoudssleutel
ook eerder dan ver wacht gaan branden,
afhankelijk van de kwaliteit van de
motorolie (volgens land van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Doe dit als volgt:
F
Z
et het contact af.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller en houd deze knop ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen.
F
L
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal vijf minuten. Het op 0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van
de dagteller. De onderhoudsinformatie
wordt enkele seconden weergegeven en
verdwijnt vervolgens weer.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 306

27
AdBlue®-vloeistof, actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Actieradius groter dan 2.400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart
door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius tussen 600 en 2400
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje AdBlue branden in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd -
(bijv.: "NO START IN 1.500
km" betekent dat
na 1.500
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
weergegeven zolang er geen AdBlue
® is
bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Het is raadzaam niet meer dan 10 liter AdBlue
bij te vullen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over AdBlue
®, het AdBlue®SCRSCR -
systeem (BlueHDi-dieselmotor) en in het
bijzonder het bijvullen van vloeistof.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 306

28
of
Actieradius tussen 0 en 600
km
of
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue
®
Om de motor weer te kunnen starten
moet het reservoir met minimaal 3,4 liter
AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®SCR®, het
SCR -systeem (BlueHDi-dieselmotor) en
in het bijzonder het bijvullen van vloeistof.
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje AdBlue in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding "NO
START IN" en de afstand 0
km of mijl - ("NO
START IN 0
km" betekent dat het starten van
de motor is geblokkeerd).
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje AdBlue in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd
- (bijv.: "NO START IN 300
km" betekent dat
na 300
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
AdBlue
® is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg raakt
en de motor niet meer gestart kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®SCR®, het SCR -
systeem (BlueHDi-dieselmotor) en in het
bijzonder het bijvullen van vloeistof.
Instrumentenpaneel
Page 31 of 306

29
Als een storing in het emissieregelsysteem wordt gedetecteerd SCR
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1.100 km is gereden nadat een
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT -netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem. of
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50
km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje AdBlue in
combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op
het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO
START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden voordat het starten
van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START
IN 600
km" betekent dat na 600 km het starten van de
motor wordt geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt deze melding elke
30 seconden weergegeven zolang de storing in het
S CR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra
het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het PEUGEOT -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Tijdens de toegestane rijfase
(tussen 1100 en 0
km)
of
De verklikkerlampjes AdBlue, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 306

30
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de tijdelijk op het instrumentenpaneel
weergegeven melding "NO START IN" en de
afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km"
betekent dat het starten van de motor is
geblokkeerd). Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat de
motor opnieuw wordt gestart.Om de motor
weer te kunnen starten, is het noodzakelijk
dat u contact opneemt met het PEUGEOT -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers weer nadat de bestuurder de teller
op 0 heeft gezet (bijvoorbeeld dagelijks).
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
of
Instrumentenpaneel