129
.
1
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto
worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van
de auto worden weergegeven. Deze
apps moeten compatibel zijn met de
MirrorLink
TM -technologie.
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig. Om te zorgen voor
een optimale communicatie tussen
de smartphone en het systeem
moet de smartphone in ieder
geval worden ontgrendeld. Houd
het besturingssysteem van uw
smar tphone en de datum en tijd
op zowel de smar tphone als het
systeem up to date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
De functie "MirrorLink
TM
" werkt alleen
in combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Afhankelijk van de kwaliteit van het
netwerk kan het even duren voordat de
apps beschikbaar zijn.
Tijdens het aansluiten van de smartphone op
het systeem is het raadzaam de Bluetooth ® -
functie van de smartphone te activeren
Bij bepaalde smartphones is het noodzakelijk
om de functie " MirrorLink TM" te activeren.
Tijdens de procedure worden
verschillende schermen
weergegeven waarin u wordt
gevraagd de koppeling met bepaalde
functionaliteiten te accepteren.
Accepteer deze om de verbinding tot
stand te brengen en te voltooien.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Druk op " MirrorLink
TM
" om de functie
in het systeem te activeren.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht,
wordt een scherm weergegeven met daarop de
eerder op uw smartphone gedownloade apps
die compatibel zijn met de MirrorLink
TM
-
technologie.
Tijdens de MirrorLink
TM
-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
schermtoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
Niet via Bluetooth ®
verbonden
telefoon
Via Bluetooth
®
verbonden telefoon
Druk op " Te l e f o o n
" op het scherm
van het systeem om de hoofdpagina
weer te geven.
Druk op " Te l e f o o n
" op het scherm
van het systeem om de hoofdpagina
weer te geven.
Om veiligheidsredenen zijn bepaalde
apps alleen te gebruiken als de auto
stilstaat. Zodra de auto gaat rijden,
wordt de weergave ervan onderbroken.
Druk op de toets " TEL
" om de
secundaire pagina te openen.
Druk op " MirrorLink
TM
" om de functie
in het systeem te activeren.
133
.
1
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto
worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van
de auto worden weergegeven. Deze
apps moeten compatibel zijn met
de CarPlay
® -technologie en op de
smartphone moet de functie CarPlay ®
zijn geactiveerd.
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig. Houd daarom het
besturingssysteem van uw
smartphone up-to-date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Druk op Te l e f o o n
op het scherm
van het systeem om de CarPlay ® -
inter face weer te geven.
Druk op " CarPlay
" om de CarPlay
®
-
inter face weer te geven.
Bij het aansluiten van de USB-kabel
verbreekt de CarPlay
® -functie de
Bluetooth ® -verbinding van het systeem.
Druk op Te l e f o o n
op het scherm van
het systeem om de hoofdpagina weer
te geven.
Druk op de toets " TEL
" om de
secundaire pagina te openen.
Of
Als de smartphone al via Bluetooth
®
is verbonden.
U kunt op elk gewenst moment de
navigatie via CarPlay
® starten door
te drukken op de toets Navigatie
van
het systeem.
135
.
1
Audio en telematica
Druk op Te l e f o o n
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Bluetooth-verbinding
"
om het overzicht van gekoppelde
apparaten weer te geven.
Wanneer u terugkomt in uw auto
met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, wordt deze
automatisch herkend en wordt er
binnen ongeveer 30 seconden na het
aanzetten van het contact automatisch
verbinding gemaakt met te telefoon
(indien Bluetooth is ingeschakeld).
De beschikbare diensten zijn
afhankelijk van het netwerk, de
simkaart en de compatibiliteit van
de gebruikte Bluetooth-apparaten.
Controleer in de handleiding van
uw telefoon en in de informatie van
uw provider over welke diensten u
beschikt.
De mogelijkheid om slechts één
verbindingsprofiel te selecteren is afhankelijk
van het type telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Kijk op de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:
Automatisch opnieuw verbinding maken
Druk op de toets "details" van een
gekoppeld apparaat.
Druk op de toets " TEL
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " OK
" om te bevestigen.
Selecteer één of meer profielen.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A 2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Het systeem biedt de keuze uit
3 verbindingsprofielen voor de telefoon:
- " Te l e f o o n
" (handsfree set, uitsluitend
telefoon),
- " Streaming
" (streaming: draadloos afspelen
van audiobestanden van de telefoon),
- " Internetgegevens
".
136
1
Audio en telematica
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL
op het
stuur om het gesprek aan te nemen.
Houd de toets
TEL
op het stuur wiel langer ingedrukt
om het gesprek te weigeren
Of
En
Druk op " Ophangen
".
Druk in deze lijst op de naam van
een telefoon om deze telefoon los te
koppelen.
Druk er nogmaals op om de telefoon
weer te koppelen.
Druk op de prullenbak rechts boven op
het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze
telefoon te verwijderen.
Beheer van telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan
randapparatuur worden gekoppeld of
losgekoppeld en kan randapparatuur uit de lijst
van gelinkte randapparatuur worden ver wijderd.
Druk op Te l e f o o n
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " TEL
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " Bluetooth-verbinding
"
om de lijst van gekoppelde
apparatuur weer te geven.
Verwijderen van een telefoon
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuur wiel om
te bellen.
Bellen
Een nieuw nummer bellen
Druk op " Te l e f o o n
" om de
hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op " Bellen
" om het nummer
te bellen.
137
.
4
3
5
Audio en telematica
op het stuur wiel enige tijd ingedrukt.
Een contact bellen
Instellen van de beltoon
Druk op Te l e f o o n
om de
hoofdpagina weer te geven.
Of houd de toets
TEL
op het stuur wiel enige tijd
ingedrukt.
Druk op " Contacten
".
Selecteer het gewenste contact in de
weergegeven lijst.
Druk op " Bellen
".
Laatste nummers bellen
Druk op Te l e f o o n
om de
hoofdpagina weer te geven.
Houd de toets
Druk op " Gesprekkenlijst
".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw
telefoon bellen. Zet in dat geval de auto
uit veiligheidsover wegingen stil.
Of
Druk op Te l e f o o n
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Volume beltoon
" om het
staafdiagram van het volume weer
te geven.
Druk op de pijlen of verplaats de
cursor om het volume van de beltoon
in te stellen.
Druk op de toets " OPTIES
" om de
secundaire pagina te openen.
147
.
5
6
7
12
13
Audio en telematica
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Configuratie
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " Configuratie
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " Configuratie
" om de
secundaire pagina te openen.
Druk op " Systeemconfiguratie
".
Druk op " Schermconfig.
".
Druk op " Eenheden
" om de eenheden
voor de afstand, het brandstofverbruik
en de temperatuur te wijzigen.
Selecteer " Ta a l
" om de taal te
wijzigen.
Schakel " Automatische
tekstweergave
" in of uit.
Selecteer " Overgangen met
animaties
".
Verplaats de cursor om de lichtsterkte van
het scherm en/of het instrumentenpaneel
(afhankelijk van de uitvoering) in te stellen.
Druk op " Fabrieksparameters
"
om terug te keren naar de
fabrieksinstellingen.
Druk op " Systeeminfo
" om de versie
van de in het systeem geïnstalleerde
modules te controleren.
Instellingen van het systeem wijzigen
Als het systeem wordt teruggezet op
de fabrieksinstellingen, wordt Engels
als taal ingesteld (afhankelijk van de
uitvoering).
Druk op " Animatie
".
Druk op " Lichtsterkte
".
De taal selecteren
Druk op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op de pijl Terug om te
bevestigen.
148
15
14
Audio en telematica
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Datum
".
Selecteer " Tijd
".
Druk op " Datum en tijd
".
Het instellen van de datum en tijd
is alleen mogelijk als de "GPS-
synchronisatie" is uitgeschakeld.
Overschakelen naar zomer- of
wintertijd is mogelijk door de tijdzone
te wijzigen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het verkoopland).
Tijd instellen
Druk op deze toets om de datum in
te stellen.
Druk op deze toets om de tijd in te
stellen met het virtuele toetsenbord.
Druk op de pijl Terug om de datum op
te slaan.
Druk op deze toets om de tijdzone in
te stellen.
Selecteer het weergaveformaat voor
de datum.
Selecteer het weergaveformaat voor
de tijd (12h/24h).
Schakel de synchronisatie met de
satellieten (UTC) in of uit.
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Datum en tijd
".
Datum instellen
Druk op " Configuratie
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " Configuratie
" om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " OK
" om de tijd op te slaan.
Druk op de pijl Terug om de
instellingen op te slaan.
Druk nogmaals op de pijl Terug om te
bevestigen.