Page 523 of 566

161
.
Audio en telematica
Selecteer " Multimedia
" en
bevestig.
Selecteer " Volgsysteem digitale
zender / FM
" en bevestig.
Druk op de toets MENU
.
Druk op " OK
" zodra de radio op het
display wordt weergegeven om het
contextuele menu weer te geven.
(Zendervolgsysteem (RDS),
Volgsysteem digitale zender / FM,
Zenderinfo (TXT), Zenderinformatie, ...)
Volgsysteem digitale zender
DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land.
Het " Volgsysteem digitale zender /
FM" biedt de mogelijkheid om bij
slechte ontvangst van het digitale
signaal automatisch over te schakelen
op de analoge radio "FM" (indien
beschikbaar) zodat u naar uw favoriete
zender kunt blijven luisteren.
Als het " Volgsysteem digitale
zender / FM" is ingeschakeld,
wordt automatisch de DAB-zender
geselecteerd.
Na het inschakelen van het
" Volgsysteem digitale zender / FM" kan
het enkele seconden duren voordat
het systeem overschakelt op de
analoge radio "FM" en kan het volume
veranderen.
Als de beluisterde "DAB"-zender niet
beschikbaar is via de analoge radio
"FM" (optie " DAB/FM
" doorgestreept),
of als het " Volgsysteem digitale zender /
FM" niet is ingeschakeld, zal het geluid
wegvallen als de ontvangst van het
digitale signaal slecht wordt.
Page 534 of 566

172
Audio en telematica
In de volgende tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw autoradio.
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Na het afzetten van de
motor wordt de radio
na enkele minuten
automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is oververhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Veelgestelde vragen
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (Volume,
Bass, Hoge tonen, Geluidseffect, Loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (Volume,
Bass, Hoge tonen, Geluidseffect, Loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (Bass, Hoge
tonen, Balans V-A, Balans L-R) in de middelste
stand te zetten, de geluidssfeer "Geen" te
selecteren en de functie Loudness in de stand
"Actief " te zetten als de CD-speler is geselecteerd
en in de stand "Inactief " te zetten als de radio is
geselecteerd.
Radio
Page 546 of 566

6
De programmeerbare verwarming werkt onafhankelijk van de motor.
Bij uitgeschakelde motor wordt het koelcircuit voor ver warmd tot de optimale
motorbedrijfstemperatuur zodra de verwarming wordt ingeschakeld.
De programmeerbare ver warming wordt ingeschakeld met de afstandsbediening met groot bereik.
Dit kan direct of uitgesteld zijn met behulp van een programmeringsfunctie.
Programmeerbare verwarming
Schakel de programmeerbare ver warming altijd uit tijdens het tanken om elk risico van brand
of explosie te vermijden.
De programmeerbare ver warming wordt door brandstoftank van de auto voorzien van
brandstof. Voor gebruik controleren of de resterende hoeveelheid brandstof voldoende is.
Wanneer het peil gedaald is tot het reser veniveau adviseren wij u nadrukkelijk de ver warming
niet te programmeren.
Om het risico van vergiftiging of verstikking te vermijden, mag de programmeerbare
ver warming niet worden gebruikt, ook niet voor korte perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats die niet voorzien zijn van een uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare ondergrond (droog gras, dode bladeren, papier ...) –
brandgevaar!
De bewegingsdetector van de
interieurbeveiliging werkt mogelijk minder goed
door de luchtstroming van de programmeerbare
ver warming wanneer die in gebruik is.
Om een ongewenste activering van het alarm
te voorkomen tijdens het gebruik van de
programmeerbare verwarming, is het raadzaam
de interieurbeveiliging uit te schakelen.Door het instellen van de programmeerbare
ver warming kunt u deze functie gebruiken om
het interieur van uw auto te ver warmen.
Neem contact op met het PEUGEOT netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Presentatie
De afstandsbediening voor de programmering
van de ver warming kent de volgende knoppen
en displays:
Afstandsbediening
1.
Knoppen voor de functies in het
vervolgkeuzemenu.
2. Functiesymbolen:
Klok, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd, bediening van de
verwarming, beheer van de verwarming.
3. Digitale displays:
Tijd, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd of
verwarmingsniveau.
4. Uit-knop.
5. Aan-knop.
Ergonomie en comfort
Page 547 of 566

7
brandt: geprogrammeerde,
uitgestelde start.
knippert: verwarming aan.
uit: verwarming uit.
Verklikkerlampje werking
F Druk meerdere malen op knop 1 om
de functies weer te geven.
Nadat de linker of de rechter knop voor de eerste
keer is ingedrukt, wordt de tijd weergegeven.
Ver volgens wordt de linker knop gebruikt om
naar de geprogrammeerde tijd te bewegen
en vervolgens naar het verwarmingsniveau
("C1 " tot " C5").
De rechter knop wordt gebruikt om naar de
interieurtemperatuur te bewegen en vervolgens
naar de gebruiksduur van de ver warming
wanneer deze direct is ingeschakeld.
Functiedisplay
De interieurtemperatuur wordt alleen
getoond als de motor uitgeschakeld is.
Instellen van de tijd
F Nadat de tijd is weergegeven met behulp
van knop 1 , drukt u binnen 10 seconden
tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5 .
Dit symbool gaat knipperen.
F Stel de tijd in met knop 1.
F Druk tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5
om de tijd op te slaan.
Dit symbool wordt weergegeven.
3
Ergonomie en comfort