8
Activeer de bron Streaming door op
deze toets te drukken. SRC/TEL*.
Via de toetsen op het bedieningspaneel van
het audiosysteem en de bediening op het
stuur wiel kunt u op de gebruikelijke wijze de
muziekstukken aansturen**.De informatie over
de muziekstukken kan op het display worden
weergegeven.
De kwaliteit van de weergave is afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch. Het bedienen van de randapparatuur gebeurt
via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
*
I
n sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetsenbord worden
geactiveerd.
**
A
ls de telefoon deze functie ondersteunt.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth®-telefoon
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan de Bluetooth handsfree set van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd als
de auto stilstaat en bij aangezet contact.
Ga naar www.peugeot.nl voor meer informatie
(compatibiliteit, extra hulp enz.).
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg er voor dat deze voor iedereen
zichtbaar is (zie de gebruiksaanwijzing van de
telefoon). Druk op de toets MENU .
Audiosysteem / Bluetooth®
13
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen (radio, CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de
audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen,
klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het
selecteren van een andere geluidsbron (radio,
CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar
zijn.Controleer of de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (bassen, hoge
tonen, balans voor/achter, balans links/rechts)
in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer
te selecteren en de functie loudness in de
stand "Actief " te zetten als de CD-speler is
geselecteerd of in de stand "Inactief " te zetten
als de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van de bassen en
hoge tonen wordt de gekozen klankkleur
uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen
en hoge tonen. Alleen bij een persoonlijke
ambiance is het mogelijk deze afzonderlijk van
elkaar in te stellen
Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.Wijzig de instelling van de balans of
de geluidsverdeling om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van
het beluisterde radiostation of er bevindt zich
geen zender in het gebied waarin de auto zich
bevindt.
Activeer de functie RDS om het systeem te
laten controleren of er een sterkere zender in
het gebied aanwezig is.
De omgeving waarin u rijdt (bergen, hoge gebouwen,
bruggen, tunnels enz.) kan leiden tot een slechte
ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op
een storing in het audiosysteem.
De antenne is niet aanwezig of is
beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of
parkeergarage). Laat de antenne controleren door een
PEUGEOT-dealer.
.
Audiosysteem / Bluetooth®
14
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden
we g. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een eventuele sterkere
zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De verkeersinformatie TA wordt weergegeven.
Ik ontvang geen verkeersinformatie. Stem af op een zender die wel
verkeersinformatie uitzendt.Stem af op een radiozender die wel
verkeersinformatie uitzendt.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC/ TEL om terug te keren
naar de band (FM1 of FM2) waar de zenders
zijn opgeslagen.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem
dat niet door het audiosysteem wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk
"Audi o".
-
D
e CD-speler van het audiosysteem kan geen
DVD's afspelen.
-
W
anneer er sprake is van een slechte kwaliteit
kunnen sommige zelfgebrande CD's niet door
het audiosysteem worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de CD is slecht. De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit.Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het geluidsniveau van de lage en hoge
tonen op 0, zonder een geluidseffect te
selecteren.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is
misschien te laag.Laad de batterij van de randapparatuur op.
Audiosysteem / Bluetooth®
15
Op het display wordt de melding "Storing USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet herkend" weergegeven.De USB-stick wordt niet herkend.Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (28 -bit File Allocation Table).
Een telefoon wordt automatisch aangesloten als een
verbinding met een andere telefoon wordt verbroken.Automatisch verbinding maken heeft voorrang
op handmatig verbinding maken.Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De iPod wordt bij het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. De generatie van de iPod is niet compatibel met
de USB.
De harde schijf of het apparaat wordt bij het
aansluiten op de USB-aansluiting niet herkend. Sommige harde schijven en apparaten hebben
meer stroom nodig dan de voeding die het
radiosysteem levert.Sluit de randapparatuur aan op de
230
V-aansluiting, de 12 V-aansluiting of een
externe voeding.
Let op: controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5
V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de
handsfree-signaalverbinding.Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens "Alle random" worden
sommige nummers overgeslagen. De functie "Alle random" kan maximaal 999
nummers lezen.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de
eco-modus van de autoradio is geactiveerd om
te voorkomen dat de accu van de auto ontladen
raakt.Start de motor van de auto om de laadtoestand
van de accu te verhogen.
De melding "het audiosysteem is over verhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen
een te hoge omgevingstemperatuur, activeert
de autoradio automatisch een thermische
beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt.Schakel het audiosysteem enkele minuten uit
om het systeem te laten afkoelen.
.
Audiosysteem / Bluetooth®
1
Autoradio
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
2
Radio
3
Media
5
Audio-instellingen
7
Veelgestelde vragen
7 O
m veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het
systeem zichzelf, na het inschakelen van
de eco-mode, uit om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
.
Audiosysteem
2
De eerste stappen
Aan/uit, volumeregeling.
Selecteren van de geluidsbron:
FM1, FM2, AM, CD, AUX.
Wijzigen van de audio-instellingen:
klank, hoge tonen, bassen,
loudness, balans links/rechts,
automatische volumeregeling.
Automatisch zoeken naar zenders in
aflopende volgorde.
Het vorige nummer van de CD
selecteren.
Scrollen in een lijst.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Weergave van de lijst met
radiozenders, de nummers van de
CD of de MP3 -afspeellijsten.
Ingedrukt houden: updaten van de
lijst met radiozenders.
Handmatig zoeken naar een
volgende zender.
De volgende MP3 -afspeellijst
selecteren.
Scrollen in een lijst.Handmatig zoeken naar een vorige
zender.
De vorige MP3 -afspeellijst
selecteren.
Scrollen in een lijst.
Ongedaan maken van de huidige
bewerking.
Eén niveau omhooggaan in een
structuur (menu of map).
Automatisch zoeken naar zenders in
oplopende volgorde.
Selecteren vorige nummer van de
CD.
Scrollen in een lijst.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Toegang tot het hoofdmenu.
Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender.
Radio, ingedrukt houden: een
zender in het geheugen opslaan.
Uitwerpen van de CD.
Stuurkolomschakelaars
Radio: selecteren van vorige/
volgende voorkeuzezender.
Selecteren van het vorige/volgende
item van een menu.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in oplopende volgorde.
CD / MP3: selecteren van het
volgende nummer.
CD: ingedrukt houden: versneld
vooruitspoelen.
Wijzigen van de audiobron.
Bevestigen van een selectie.
Radio: automatisch zoeken naar een
lagere radiofrequentie.
CD / MP3: selecteren van het vorige
nummer.
CD: ingedrukt houden:
terugspoelen.
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Audiosysteem
3
Geluidsonderdrukking ingeschakeld:
geluid onderbreken door gelijktijdig
indrukken van de volumetoetsen.
Geluidsonderdrukking
uitgeschakeld: druk op één van de
twee volumetoetsen.Radio
Opslaan van een radiozender
Druk herhaaldelijk op SRC/BAND
om het golfbereik FM1, FM2 of AM
te selecteren.
Houd de toets ingedrukt om de
zender waarnaar u luistert op te
slaan. De naam van de radiozender
wordt weergegeven en er klinkt een
geluidssignaal om te bevestigen dat
de zender is opgeslagen.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en heeft niets te maken met
een storing in het audiosysteem.
Selecteren van een zender
Druk op een toets om de
desbetreffende opgeslagen zender
te beluisteren.
Lijst met zenders
Druk op LIST om de lijst met
opgeslagen zenders in alfabetische
volgorde weer te geven.
Selecteer met een van de toetsen de
gewenste zender.
Bevestig met OK.
Druk kort op een van de toetsen om
naar de volgende of vorige letter te
gaan.
Houd LIST even ingedrukt om de
lijst met zenders samen te stellen
of bij te werken; de radio-ontvangst
wordt dan tijdelijk onderbroken.
.
Audiosysteem
4
Druk op MENU.
Selecteer " Radio".
Bevestig met OK.
Selecteer " RDS".
Bevestig met OK. Selecteer "
Aan" of " Uit" om RDS in
of uit te schakelen.
Bevestig met OK.
Verkeersinformatie
ontvangen
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan TA-
waarschuwingsmeldingen. Om te worden
geactiveerd moet deze functie een
radiozender die deze berichten uitzendt,
goed kunnen ontvangen. Zodra er een
bericht wordt uitgezonden, wordt de
geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven (radio, CD,...) automatisch
onderbroken en wordt de TA-melding
doorgegeven. Zodra het bericht is
afgelopen, wordt de oorspronkelijke
weergave weer hervat.
Druk op MENU .
Selecteer " Radio".
RDS
RDSAls de functie is weergegeven,
zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de
frequentie hoeft te wijzigen. Sommige
RDS-zenders zijn echter niet in het hele
land te ontvangen, omdat de frequenties
van de zender niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat een zender tijdens het
rijden kan wegvallen. Bevestig met OK.
Selecteer "
Trafic TA".
Bevestig met OK.
Selecteer " On" of " Off" om het
uitzenden van verkeersmeldingen
in- of uit te schakelen.
Bevestig met OK.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een
radiozender tijdens het luisteren naar de
muziek meegestuurd.
Audiosysteem