Externe apparaten101Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 110.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 2500 muziekbe‐
standen, 2500 afbeeldingsbestan‐
den, 250 filmbestanden,
2500 mappen en 10 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
102Externe apparatenAfbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn JPG, JPEG,
BMP, PNG en GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP, PNG en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsinde‐
lingen zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De herhalingsfrequentie moet minder dan 30 fps zijn.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4 AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
De weergeefbare ondertitelingsinde‐
ling is SMI.Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 100.
Doorgaans wordt het desbetreffende
audiohoofdmenu automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 100, moet u de volgende
stappen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
AUDIO om het laatst geselecteerde
audiohoofdmenu te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens de gewenste audiobron om het
desbetreffende audiohoofdmenu te
openen.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
l .
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Druk, zodra de track wordt afge‐
speeld, binnen 2 seconden op t om
terug te gaan naar de vorige track.
Externe apparaten103Terug naar het begin van de huidigetrack gaan
Druk, wanneer de track wordt afge‐
speeld, na 2 seconden op t.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los om naar de normale afspeel‐
modus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naarlinks of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Druk op n om de tracks in willekeu‐
rige volgorde af te spelen. De
schermtoets verandert in o.
Druk nogmaals op o om de functie
Willekeurige volgorde te deactiveren
en terug te gaan naar de normale
afspeelmodus.
Muziek doorbladeren-functie
Druk op het scherm om het blader‐
scherm weer te geven. U kunt ook Menu op de onderste regel van het
hoofdscherm Audio selecteren omhet desbetreffende audiomenu weer
te geven, en vervolgens Muziek
doorbladeren selecteren.
Er verschijnen verschillende catego‐
rieën waarin de tracks gesorteerd
zijn, bijv. Playlists, Artiesten of
Albums .
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorie (indien beschikbaar) en
kies dan een track.
Selecteer de track om het afspelen te
starten.
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Afbeeldingsfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 100.
Druk op ; en selecteer vervolgens
GALLERIJ om het mediahoofdmenu
te openen.
Druk op l om het afbeeldingshoofd‐
menu te openen en een lijst met opgeslagen afbeeldingen op het
USB-apparaat weer te geven. Selec‐
teer de gewenste afbeelding.
Telefoon111
Let op
Als er geen telefoon is verbonden, is het menu Apparaatbeheer ook
toegankelijk via het telefoonmenu.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
3. Druk op Apparaat zoeken . Alle
detecteerbare Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving verschijnen in
een nieuwe zoekresultatenlijst.
4. Druk op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
5. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐steund:
Op het infotainmentsysteem:
er verschijnt een Info-bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
6. Het infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
Let op
Na het koppelen van het Bluetooth-
apparaat geeft h naast het Blue‐
tooth-apparaat aan dat de telefoon‐
functie geactiveerd is en geeft y aan
dat de functie Streaming audio via Bluetooth geactiveerd is.
7. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het infotain‐
mentsysteem toegang verkrijgentot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
De Bluetooth-pincode wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Andere
PIN voor koppelen om het betref‐
fende submenu weer te geven. Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de gewenste viercijferige
pincode in.
Selecteer ⇦ om een ingevoerd
nummer te wissen.
Bevestig dit door Invoeren te selecte‐
ren.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
116TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfreemodus tijdelijk deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
120TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............103
Afbeeldingsbestanden ................100
Afbeelding via USB activeren .....103
Algemene aanwijzingen .......78, 109
Algemene informatie ..........100, 108
Bluetooth ................................. 100
DAB ........................................... 97
Infotainment-systeem ................78
Smartphone-applicaties ..........100
Telefoon .................................. 109
USB ......................................... 100
Antidiefstalfunctie ........................79
Audio afspelen ............................ 102
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 80
Audiobestanden ......................... 100
Audio via USB activeren .............102
Automatisch volume .....................89
B
Basisbediening ............................. 86
Bediening.................................... 113 Externe apparaten ..................100
Menu ......................................... 86
Radio ......................................... 93
Telefoon .................................. 113
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................80
Stuurwiel ................................... 80Bedieningspaneel Infotainment ....80
Beginmenu ................................... 86
Bel Beltoon .................................... 113
Functies tijdens het gesprek ...113
Inkomend gesprek ..................113
Telefoongesprek initiëren ........113
Beltoon Beltoon wijzigen ......................113
Beltoonvolume .......................... 89
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............100
Audiobestanden ......................100
Filmbestanden......................... 100
Bluetooth Algemene informatie ...............100
Apparaat aansluiten ................100
Bluetooth-verbinding ...............110
Koppelen ................................. 110
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 102
Telefoon .................................. 113
Bluetooth-verbinding ..................110
BringGo ...................................... 106
D
DAB .............................................. 97
Digital Audio Broadcasting ...........97
Display-instellingen ............103, 105
121F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................95
Zenders opslaan .......................95
Favorietenlijst ............................... 95
Filmbestanden ............................ 100
Films afspelen ............................ 105
Film via USB activeren ...............105
G Gebruik ........................... 83, 93, 108
Bluetooth ................................. 100
Menu ......................................... 86
Radio ......................................... 93
Telefoon .................................. 113
USB ......................................... 100
Geluidsinstellingen .......................88
I
Infotainmentsysteem inschakelen 83
Intellitext ....................................... 97
K Koppelen .................................... 110
M
Maximaal inschakelvolume........... 89
Menubediening ............................. 86
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................117
Mute.............................................. 83N
Noodoproep ................................ 112
O Oproepenhistorie ........................113
Overzicht bedieningselementen ...80
R Radio Afstemmen op zender ...............93
DAB configureren ......................97
DAB-berichten ........................... 97
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 97
Favoriete lijsten ......................... 95
Frequentiebereik selecteren .....93
Gebruik...................................... 93
Inschakelen ............................... 93
Intellitext .................................... 97
Radio Data System (RDS) ........96
RDS configureren...................... 96
Regio-instelling.......................... 96
Regionaal .................................. 96
Zender zoeken .......................... 93
Zenders ophalen .......................95
Zenders opslaan .......................95
Radio activeren............................. 93
Radio Data System (RDS) ........... 96
RDS .............................................. 96
Regio-instelling ............................. 96
Regionaal ..................................... 96S
Selectie van frequentiebereik .......93
Smartphone ................................ 100
Telefoonweergave ..................106
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 106
Snelkiesnummers .......................113
Spraakherkenning ......................108
Stemherkenning ......................... 108
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 102
Systeeminstellingen...................... 90
T
Telefoon Algemene informatie ...............109
Beltoon selecteren ..................113
Bluetooth ................................. 109
Bluetooth-verbinding ...............110
Een nummer invoeren .............113
Functies tijdens het gesprek ...113
Hoofdmenu Telefoon ..............113
Inkomend gesprek ..................113
Noodoproepen ........................ 112
Oproepenhistorie ....................113
Snelkiesnummer .....................113
Telefoonboek .......................... 113
Telefoon activeren ......................113
Telefoonboek .............................. 113
Telefoonweergave ......................106
122UUSB Afbeeldingenmenu USB ..........103
Algemene informatie ...............100
Apparaat aansluiten ................100
Audiomenu USB .....................102
Filmmenu USB ........................ 105
V
Volume Automatisch volume ..................89
Beltoonvolume .......................... 89
Maximaal inschakelvolume .......89
Stiltefunctie................................ 83
Volume aanraakpiep .................89
Volume instellen ........................83
Volume TP ................................ 89
Volumebeperking bij hoge
temperaturen ............................. 83
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............89
Volume aanraakpiep ....................89
Volume-instellingen ......................89
Volume TP .................................... 89
Z
Zenders ophalen .......................... 95
Zenders opslaan ........................... 95
Zender zoeken.............................. 93