Page 97 of 123

Radio97Druk op het scherm of druk op m om
de melding te onderbreken en naar de laatst geactiveerde functie te
gaan.
Regio-instelling
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Druk op Menu op de onderste regel
van het FM-radiohoofdmenu om het
bijbehorende submenu voor de speci‐ fieke golfband te openen en naar
Regio te bladeren
Activeer of deactiveer Regio.
Als de regio-instelling geactiveerd is,
worden er zo nodig andere frequen‐
ties met dezelfde regionale program‐
ma's geselecteerd. Is de regio-instel‐
ling uitgeschakeld, worden alterna‐
tieve frequenties voor de zenders
geselecteerd zonder rekening te
houden met regionale programma's.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de zendfrequentie.
Algemene informatie ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid
aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden
opgevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Ditprobleem kan worden vermeden
door in het DAB-menu Koppeling
DAB-DAB en/of Koppeling DAB-
FM te activeren (zie onder‐
staand).
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
voortdurend naar de best
ontvangbare FM-zenders. Als TP 3 96 geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
Page 98 of 123

98Radioals DAB-ontvangst niet door FM-verkeersberichten moet worden
onderbroken.
DAB-meldingen
Naast hun muziekprogramma's
zenden veel DAB-zenders ook
diverse categorieën berichten uit. Als u sommige of alle categorieën acti‐
veert, wordt de momenteel ontvan‐
gen DAB-service bij een bericht uit
deze categorieën onderbroken.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve DAB-radiohoofdmenu
om het bijbehorende submenu voor de specifieke golfband te openen.
Blader door de lijst en selecteer DAB-
aankondigingen om een lijst met de
beschikbare categorieën weer te
geven.
Activeer alle of alleen de gewenste
berichtcategorieën. Er kunnen
verschillende berichtcategorieën
tegelijk worden geselecteerd.Koppeling DAB-DAB
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve DAB-radiohoofdmenu
om het bijbehorende submenu voor
de specifieke golfband te openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-DAB .
Koppeling DAB-FM Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-FM .L-band
Via deze functie kunt u definiëren
welke DAB-frequentiebereiken door
het infotainmentsysteem moeten
worden ontvangen.
De L-band (normale en satellietradio) is een andere radiofrequentie die u
daarnaast kunt ontvangen.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve DAB-radiohoofdmenu
om het bijbehorende submenu voor de specifieke golfband te openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer L-band.
Intellitext Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie ontvangen, zoals financi‐ ele informatie, sport en nieuws.
Let op
De beschikbare content is afhanke‐
lijk van de zender en regio.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve DAB-radiohoofdmenu
om het bijbehorende submenu voor de specifieke golfband te openen.
Page 99 of 123
Radio99Blader door de lijst en selecteer
Intellitext .
Selecteer één van de categorieën en kies een specifieke optie om gedetail‐
leerde informatie weer te geven.
EPG De elektronische programmagidsverschaft informatie over het huidige
en komende programma van de
desbetreffende DAB-zender.
Druk op Menu op de onderste regel
van het DAB-radiohoofdmenu en
selecteer vervolgens Zenderlijst.
Druk op het pictogram naast de
zender om het programma van de
gewenste zender weer te geven.
Page 100 of 123

100Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................100
Audio afspelen ........................... 102
Afbeeldingen weergeven ...........103
Films afspelen ............................ 105
Smartphone-applicaties
gebruiken ................................... 106Algemene informatie
De USB-aansluiting voor externe
apparaten bevindt zich op de midden‐ console.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB-
stekker/adapter) of smartphone
aansluiten.
Er kunnen maximaal twee USB-appa‐
raten tegelijk op het infotainmentsys‐
teem aangesloten zijn.
Let op
Voor het verbinden van twee USB-
apparaten hebt u een externe USB-
hub nodig.
Het infotainmentsysteem kan audio‐
bestanden afspelen, afbeeldingsbe‐ standen weergegeven of filmbestan‐
den afspelen vanaf USB-opslagappa‐ raten.Na het aansluiten op de USB-poortwerken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐ tainmentsysteem. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐
ten aan op de USB-poort. Gebruik zo
nodig de daartoe bestemde aansluit‐
kabel. De muziekfunctie start auto‐
matisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.
Page 101 of 123

Externe apparaten101Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 110.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 2500 muziekbe‐
standen, 2500 afbeeldingsbestan‐
den, 250 filmbestanden,
2500 mappen en 10 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Page 102 of 123

102Externe apparatenAfbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn JPG, JPEG,
BMP, PNG en GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP, PNG en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsinde‐
lingen zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De herhalingsfrequentie moet minder dan 30 fps zijn.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4 AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
De weergeefbare ondertitelingsinde‐
ling is SMI.Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 100.
Doorgaans wordt het desbetreffende
audiohoofdmenu automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 100, moet u de volgende
stappen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
AUDIO om het laatst geselecteerde
audiohoofdmenu te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens de gewenste audiobron om het
desbetreffende audiohoofdmenu te
openen.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
l .
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Druk, zodra de track wordt afge‐
speeld, binnen 2 seconden op t om
terug te gaan naar de vorige track.
Page 103 of 123

Externe apparaten103Terug naar het begin van de huidigetrack gaan
Druk, wanneer de track wordt afge‐
speeld, na 2 seconden op t.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los om naar de normale afspeel‐
modus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naarlinks of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Druk op n om de tracks in willekeu‐
rige volgorde af te spelen. De
schermtoets verandert in o.
Druk nogmaals op o om de functie
Willekeurige volgorde te deactiveren
en terug te gaan naar de normale
afspeelmodus.
Muziek doorbladeren-functie
Druk op het scherm om het blader‐
scherm weer te geven. U kunt ook Menu op de onderste regel van het
hoofdscherm Audio selecteren omhet desbetreffende audiomenu weer
te geven, en vervolgens Muziek
doorbladeren selecteren.
Er verschijnen verschillende catego‐
rieën waarin de tracks gesorteerd
zijn, bijv. Playlists, Artiesten of
Albums .
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorie (indien beschikbaar) en
kies dan een track.
Selecteer de track om het afspelen te
starten.
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Afbeeldingsfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 100.
Druk op ; en selecteer vervolgens
GALLERIJ om het mediahoofdmenu
te openen.
Druk op l om het afbeeldingshoofd‐
menu te openen en een lijst met opgeslagen afbeeldingen op het
USB-apparaat weer te geven. Selec‐
teer de gewenste afbeelding.
Page 104 of 123

104Externe apparaten
Raak het scherm aan om de menu‐
balk te verbergen. Raak het scherm
nogmaals aan om de menubalk weer te tonen.
Functietoetsen
Modus Volledig scherm
Selecteer x om de afbeelding in de
modus Volledig scherm weer te
geven. Druk op het scherm om de
modus Volledig scherm te verlaten.
Volgende of vorige afbeelding
bekijken
Druk op j of veeg naar links om de
volgende afbeelding te bekijken.
Druk op i of veeg naar rechts om de
vorige afbeelding te bekijken.
Een afbeelding draaien
Selecteer v om de afbeelding te
draaien.
Inzoomen op een afbeelding
Druk een of meerdere keren op w om
in te zoomen op een afbeelding of om terug te keren naar het oorspronke‐
lijke formaat.
Een diavoorstelling bekijken
Selecteer t om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling te bekijken.
Druk op het scherm om de diavoor‐
stelling te beëindigen.
Menu Afbeeldingen Selecteer Menu op de onderste regel
van het scherm om het Afbeeldingen‐
menu weer te geven.
Tijd diavoorstelling
Selecteer Tijd diavoorstelling om een
lijst met mogelijkheden voor het tijds‐
verloop weer te geven. Activeer de
gewenste tijd voor elke afbeelding in
een diavoorstelling.
Klok- en temperatuurweergave
Activeer voor het weergeven van tijd
en temperatuur in de volledige-
schermmodus Klok. Temperatuurdis‐
play .
Display-instellingen
Selecteer Display-instellingen om
een submenu voor de helderheid en
het contrast te openen.