Page 121 of 301

Instrumenten en bedieningsorganen1199Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder. Tijdens een Autostop
werkt de rembekrachtigingseen‐
heid nog altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha‐
keld worden.
Het oliepeil controleren alvorens de hulp van een werkplaats in te roepen
3 224.
Te laag brandstofpeil Y brandt of knippert geel.
Brandt Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt.
Onmiddellijk bijtanken. Tank nooit
leegrijden.
Tanken 3 210.
Katalysator 3 163.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 229.
Startbeveiliging d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De
motor kan niet worden gestart.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 136.
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt wanneer het grootlicht aan is,
tijdens een lichtsignaal 3 137 of
wanneer het grootlicht aan is met
grootlichtassistentie 3 137.
Grootlichtassistentie
f brandt groen.
De grootlichtassistentie is geacti‐
veerd 3 140.LED-koplampen
f brandt of knippert geel.
Brandt
Storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert
Systeem wordt overgeschakeld op
symmetrisch dimlicht.
Controlelampje f knippert gedurende
ongeveer vier seconden na het
inschakelen van het contact als herin‐
nering voor het symmetrische
dimlicht 3 139.
Mistlamp > brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 142.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld 3 142.
Page 122 of 301

120Instrumenten en bedieningsorganenCruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen Cruise control is actief. De ingesteldesnelheid wordt in het Driver Informa‐
tion Center aangegeven.
Cruise control 3 179.
Adaptieve cruise control
m brandt wit of groen.
C brandt op het Driver Information
Centre.
m brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
m brandt groen
Adaptieve cruise control is actief.
Wanneer adaptieve cruise control
aan of actief is, verschijnt C met de
ingestelde snelheid op het Driver
Information Center.Adaptieve cruise control 3 182.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen.
Brandt groen Er is een voertuig in dezelfde rijstrookgedetecteerd.
Adaptieve cruise control 3 182, fron‐
taanrijdingswaarschuwing 3 189.
Snelheidsbegrenzer L brandt op het Driver Information
Center wanneer de snelheidsbegren‐
zer actief is. Ingestelde snelheid wordt aangegeven naast symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 180.
Verkeersbordherkenning L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 201.
Portier open h brandt rood.Een portier of de achterklep is
geopend.
Page 123 of 301

Instrumenten en bedieningsorganen121Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
De volgende menu's kunnen worden
geselecteerd op het Driver Informa‐
tion Center met de toetsen op de rich‐
tingaanwijzerhendel:● rit-/brandstofinformatie, weerge‐ geven door ;, zie beschrijving
hieronder
● boordinformatie, weergegeven door ?, zie beschrijving hier‐
onder
● eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐
onder
Zo nodig verschijnen de volgende
meldingen:
● waarschuwingsmeldingen 3 127
● aanduiding versnelling 3 117
● aanduiding rijmodus 3 167
● waarschuwing bandenspanning 3 246
● aanduiding gordelverklikker 3 114
● service-informatie 3 110
Sommige functies op het display
verschillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen
onderweg beschikbaar.Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de menu's
te schakelen of om vanuit een submenu één niveau terug te gaan.
Page 124 of 301

122Instrumenten en bedieningsorganen
Draai aan het stelwiel om een
submenu van het hoofdmenu te
selecteren of om een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver Information Center. Bevestig berich‐
ten door op SET/CLR te drukken.
Boordinformatie 3 127.
Informatiemenu dagteller/
brandstof ;
Mogelijke pagina's zijn: ● digitale rijsnelheid
● dagteller
● gemiddeld brandstofverbruik
● gemiddelde snelheid
● actueel brandstofverbruik
● actieradius brandstof
● actieradius brandstof, bi-fuelmo‐ tor
● brandstofpeil, bi-fuelmotor
● timer
Digitale rijsnelheid
Digitale weergave van de huidige
snelheid.Dagteller
De dagteller geeft de huidige afstand vanaf een bepaalde reset weer.
De dagteller telt tot 9999 km en begint
dan weer bij 0.
Draai het stelwiel om dagtellerpagina
1 of 2 te selecteren.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.
Gemiddeld brandstofverbruik
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.
Page 125 of 301

Instrumenten en bedieningsorganen123Bij auto's met bi-fuelmotoren: Het
gemiddelde verbruik wordt aangege‐ ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: LPG, CNG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met bi-fuelmotoren: Hethuidige verbruik wordt aangegeven
voor de momenteel geselecteerde
modus: LPG, CNG of benzine.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt op basis van het aanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er een bericht op
het display en gaat controlelampje Y
op de brandstofmeter branden.
Wanneer er onmiddellijk moet
worden bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Ook knippert
controlelamp Y op de brandstofmeter
3 119.
Actieradius brandstof, bi-fuelmotorWeergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering en voor elke brandstoftank (LPG of CNG en
benzine). Een te laag brandstofpeil in
een van de tanks wordt aangegeven
door GERING in het betreffende
gedeelte.
Brandstofpeil, bi-fuelmotor
Weergave van het brandstofpeil in
procenten voor de momenteel gese‐
lecteerde modus: LPG, CNG of
benzine.
Timer
Volg voor de bediening de aanwijzin‐
gen op het display.
Boordinformatie ?
Mogelijke pagina's zijn: ● eenheid
● snelheidswaarschuwing
● aanduiding resterende levens‐ duur van de motorolie
● bandenspanning
● bandbelasting
● afstand tot voorligger
● verkeersbordherkenning
Page 126 of 301

124Instrumenten en bedieningsorganenEenheid
Druk op SET/CLR terwijl de pagina
wordt weergegeven. Selecteer
Engels (eenheid 1) of metriek
(eenheid 3) door aan het stelwiel te draaien. Druk op SET/CLR om de
maateenheid in te stellen.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR te drukken terwijl
de pagina wordt weergegeven. Draai
aan het stelwiel om de waarde te
selecteren. Druk op SET/CLR om de
snelheid in te stellen.
Bij het overschrijden van de geselec‐
teerde maximumsnelheid klinkt er
een geluidssignaal. Na het instellen
van de snelheid kan deze functie
worden uitgeschakeld door tijdens
het bekijken van deze pagina op
SET/CLR te drukken.
Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het percentage
staat voor de huidige resterende
levensduur van de olie en geeft aan
wanneer de motorolie en het filter
moeten worden ververst/vervangen
3 110.
Bandenspanning
Onderweg worden de bandenspan‐
ningswaarden van alle wielen op
deze pagina weergegeven 3 246.
Draagvermogen band
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 246.Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 192. Als de adap‐
tieve cruise control actief is, geeft
deze pagina in plaats daarvan de
ingestelde afstand tot voorligger
weer.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 201.
ECO-informatie @
Mogelijke pagina's zijn: ● zuinigheidstrend
● eco-index
● grootste verbruikers
Page 127 of 301

Instrumenten en bedieningsorganen125Zuinigheidstrend
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en tonen de gevolgen van het terrein of het
rijgedrag voor het brandstofverbruik.
De grafiek kan worden teruggesteld
door op SET/CLR te drukken.
Eco-index
Het huidige brandstofverbruik wordt
weergegeven op een zuinigheids‐
schaal. Pas voor een zuinige rijstijl de
rijstijl zodanig aan dat de gevulde
segmenten binnen de Eco-zone blij‐
ven. Hoe meer segmenten er gevuld
zijn, hoe hoger het brandstofverbruik.
Tegelijkertijd wordt de gemiddelde
verbruikswaarde weergegeven.
Grootste verbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
weergegeven.
Onder bepaalde omstandigheden
activeert de motor de achterruitver‐
warming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder deze heeft geactiveerd.
Info-Display
Het Info-Display bevindt zich in het
instrumentenbord bij de instrumen‐ tengroep.Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
● 7'' R 4.0 IntelliLink -display met
aanraakschermfunctionaliteit
of een
● 7'' Navi 950 -display met
aanraakschermfunctionaliteit en
geïntegreerd navigatiesysteem
Op de Info-Displays kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 104
● buitentemperatuur 3 103
● datum 3 104
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleiding
Infotainment
● weergave van achteruitkijkca‐ mera 3 199
● melding parkeerhulp 3 195
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 128
Page 128 of 301

126Instrumenten en bedieningsorganenR 4.0 IntelliLinkMenu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Raak met een vinger het gewenste
pictogram in het scherm aan.
Raak een pictogram aan om die func‐ tie te selecteren.
Raak 9 aan om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 128.
Navi 950
Menu's en instellingen selecteren
Het display werkt op drie manieren:
● via toetsen naast het display
● door het scherm aan te raken
● via spraakherkenningBediening met toetsenDruk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op HOME om de startpagina
weer te geven.
Verdraai MENU SELECT om een
menupictogram of een functie te
selecteren, of om door een submenu
te schuiven.
Druk op MENU SELECT om een
geselecteerde optie te bevestigen.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten en naar een naasthoger
niveau te gaan of om het laatste teken
in een tekenreeks te wissen.
Druk op HOME om terug te gaan naar
de startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Bediening met aanraakscherm
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op HOME om de thuispagina te
selecteren.
Raak een knop op het scherm aan om een optie of functie te activeren, een
submenu te openen of om een selec‐ tie te bevestigen.