120SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................120
Gebruik ...................................... 120Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie onder‐ steunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 112 of via Bluetooth 3 122.
Gebruik Spraakherkenning activeren Houd g op het bedieningspaneel of
7w op het stuurwiel ingedrukt om een
spraakherkenningssessie te starten.
Er verschijnt een spraakbesturings‐ bericht op het scherm.
Na de pieptoon kunt u direct een
commando geven. Raadpleeg voor
informatie over ondersteunde
commando's de gebruiksaanwijzing
van uw smartphone.Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Telefoon121TelefoonAlgemene aanwijzingen.............121
Bluetooth-verbinding ..................122
Noodoproep ............................... 124
Bediening ................................... 125
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................129Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele
telefoon te bedienen. Om de telefoon‐ portal te kunnen gebruiken moet de
mobiele telefoon via Bluetooth met
het infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoon
worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
bruikbaar zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover kunt u in de bedieningshand‐ leiding van uw mobiele telefoon
vinden. U kunt hierover ook informa‐
tie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als
122Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Bluetooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en infotainmentsysteem) en
verbonden via het menu Bluetooth.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● U kunt maximaal tien apparaten met het systeem koppelen.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het infotainment‐
systeem de verbinding automa‐ tisch tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Raad‐
pleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens INSTELLINGEN op het info‐
display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbe‐
treffende menu weer te geven.
Telefoon123
Let op
Als er geen telefoon is verbonden, is het menu Apparaatbeheer ook
toegankelijk via het telefoonmenu.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
3. Druk op Apparaat zoeken . Alle
detecteerbare Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving verschijnen in
een nieuwe zoekresultatenlijst.
4. Druk op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
5. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐steund:
Op het infotainmentsysteem:
er verschijnt een Info-bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
6. Het infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
Let op
Na het koppelen van het Bluetooth-
apparaat geeft h naast het Blue‐
tooth-apparaat aan dat de telefoon‐
functie geactiveerd is en geeft y aan
dat de functie Streaming audio via Bluetooth geactiveerd is.
7. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het infotain‐
mentsysteem toegang verkrijgentot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
De Bluetooth-pincode wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Andere
PIN voor koppelen om het desbetref‐
fende submenu weer te geven. Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de gewenste viercijferige
pincode in.
Selecteer ⇦ om een ingevoerd
nummer te wissen.
Bevestig dit door Invoeren te selecte‐
ren.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Telefoon125telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Bel het alarmnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐foon en het infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat
beschreven, afwijkt.Hoofdmenu Telefoon
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON om het desbetreffende
menu weer te geven.
Let op
Het TELEFOON hoofdmenu is
alleen beschikbaar als er via Blue‐
tooth een mobiele telefoon met het
infotainmentsysteem verbonden is.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving 3 122.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
126TelefoonTelefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het telefoonhoofd‐
menu.
Druk op ⇦ of houd deze toets inge‐
drukt om een of meerdere ingevoerde
tekens te wissen.
Druk op v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel om het kiezen te
starten.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Bij het koppelen van een mobiele
telefoon aan het infotainmentsys‐
teem via Bluetooth wordt het tele‐
foonboek van de mobiele telefoon
automatisch gedownload 3 122.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Selecteer Contacten in het telefoon‐
hoofdmenu.Snelzoeken 1. Selecteer u om een lijst met alle
contactpersonen weer te geven.
2. Blader door de lijst met contact‐ personen.
3. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menu
met alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
4. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Zoekmenu
Als het telefoonboek veel contactper‐ sonen bevat, kunt u via het zoekmenu
de gewenste contactpersoon zoeken.Selecteer o in het menu Contacten
om het zoektabblad weer te geven.
De letters zijn alfabetisch gegroe‐
peerd op de schermtoetsen: abc, def ,
ghi , jkl , mno , pqrs , tuv en wxyz .
Gebruik ⇦ om een ingevoerde groep
letters te wissen.
1. Selecteer de knop met de eerste letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
Bijvoorbeeld: Als de contactper‐
soon die u wilt zoeken met een 'g'
begint, selecteert u de knop ghi op
het scherm.
Alle contactpersonen verschijnen
die een van de letters op deze
132TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............115
Afbeelding via USB activeren .....115
Algemene aanwijzingen .............121
Bluetooth ................................. 112
DAB ......................................... 109
Infotainmentsysteem .................90
Smartphone-applicaties ..........112
Telefoon .................................. 121
USB ......................................... 112
Algemene informatie ..........112, 120
Antidiefstalfunctie ........................91
Audio afspelen ............................ 114
Audiobestanden ......................... 112
Audioknoppen op stuurwiel ..........92
Audio via USB activeren .............114
Automatisch volume ...................101
B Basisbediening ............................. 98
Bediening.................................... 125 Externe apparaten ..................112
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 105
Telefoon .................................. 125
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................92
Stuurwiel ................................... 92
Bedieningspaneel Infotainment ....92Bel
Beltoon .................................... 125
Functies tijdens het gesprek ...125
Inkomend gesprek ..................125
Telefoongesprek initiëren ........125
Beltoon Beltoon wijzigen ......................125
Beltoonvolume ........................ 101
Bestandsformaten Audiobestanden ......................112
Filmbestanden......................... 112 Fotobestanden ........................ 112
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........112
Apparaat aansluiten ................112
Bluetooth-verbinding ...............122
Koppelen ................................. 122
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 114
Telefoon .................................. 125
Bluetooth-verbinding ..................122
BringGo ...................................... 118
D
DAB ............................................ 109
Digital Audio Broadcasting .........109
Display-instellingen ............115, 117
133F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................107
Zenders opslaan .....................107
Favorietenlijst ............................. 107
Filmbestanden ............................ 112
Films afspelen ............................ 117
Film via USB activeren ...............117
Fotobestanden ........................... 112
G
Gebruik ......................... 95, 105, 120
Bluetooth ................................. 112
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 105
Telefoon .................................. 125
USB ......................................... 112
Geluidsinstellingen .....................100
I
Infotainmentsysteem inschakelen 95
Intellitext ..................................... 109
K Koppelen .................................... 122
M
Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 98Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur .................129
Mute.............................................. 95
N
Noodoproep ................................ 124
O Oproepenhistorie ........................125
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Afstemmen op zender .............105
DAB configureren ....................109
DAB-berichten ......................... 109
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 109
Favoriete lijsten .......................107
Frequentiebereik selecteren ...105
Gebruik.................................... 105
Inschakelen ............................. 105
Intellitext .................................. 109
Radio Data System (RDS) ......108
RDS configureren.................... 108
Regio-instelling........................ 108
Regionaal ................................ 108
Zender zoeken ........................ 105
Zenders ophalen .....................107
Zenders opslaan .....................107
Radio activeren........................... 105Radio Data System (RDS) ......... 108 RDS ............................................ 108
Regio-instelling ........................... 108
Regionaal ................................... 108
S Selectie van frequentiebereik .....105
Smartphone ................................ 112
Telefoonweergave ..................118
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 118
Snelkiesnummers .......................125
Spraakherkenning ......................120
Startmenu ..................................... 98
Startmenu personaliseren ............98
Stemherkenning ......................... 120
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 114
Systeeminstellingen.................... 102
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........121
Beltoon selecteren ..................125
Bluetooth ................................. 121
Bluetooth-verbinding ...............122
Een nummer invoeren .............125
Functies tijdens het gesprek ...125
Hoofdmenu Telefoon ..............125
Inkomend gesprek ..................125
Noodoproepen ........................ 124