Page 122 of 259

120VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 120
Lichtschakelaar .......................120
Automatische verlichting .........121
Groot licht ................................ 121
Grootlicht-assistent ..................122
Lichtsignaal ............................. 122
Koplampverstelling ..................123
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 123
Dagrijlicht ................................. 124
Adaptief rijlicht (AFL) ...............124
Alarmknipperlichten .................127
Richtingaanwijzers ..................127
Mistlampen voor ......................127
Mistachterlicht ......................... 127
Achteruitrijlichten .....................128
Beslagen lampglazen ..............128
Binnenverlichting .......................128
Regelbare instrumentenverlichting .........128
Leeslampen ............................. 129
Verlichting handschoenenkastje ..............129
Verlichting zonneklep ..............129Verlichtingsfuncties ....................129
Instapverlichting ......................129
Uitstapverlichting .....................130
Ontlaadbeveiliging accu ..........130Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
m:verlichting uit8:zijmarkeringslichten9:dimlicht
Controlelampje 8 3 99.
Page 130 of 259

128VerlichtingOm in te schakelen ø indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van het mistachter‐
licht worden de koplampen automa‐
tisch ingeschakeld.
Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit
te versnellen de verlichting inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
● instrumentenverlichting
● stuurbedieningsknoppen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast tot de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Binnenverlichting
Interieurverlichting
Voor
Bedien de wipschakelaar:
druk op v:uitw:automatisch in- en
uitschakelendruk op u:aan
Page 254 of 259

252TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 141
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............229, 234
Aanduidingen op banden ..........206
Aanhanger trekken ....................182
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 187
Accu ........................................... 192
Achterlichten .............................. 198
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................167
Achteruitrijlichten .......................128
Adaptief rijlicht (AFL) .................124
Adaptive Forward Lighting ...........99
Afmetingen auto ........................241
Airbag deactiveren ....................... 53
Airbag-deactivering ...................... 96
Airbag en gordelspanners ...........95
Airbaglabel.................................... 48
Airbagsysteem ............................. 48
Airconditioning ........................... 132
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 137
Alarmknipperlichten ...................127
Algemene informatie .................. 181
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 140
All-wheel drive ........................... 154
Andere auto slepen ...................224Antiblokkeersysteem .................154
Antiblokkeersysteem (ABS) .........96
Autogegevens ............................ 234
Autokrik....................................... 205 Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 121
Automatische versnellingsbak ...150
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 222 Auto stallen ................................. 187
Autostop ..................................... 145
B Bagageruimte ........................ 30, 74
Bagageruimte-afdekking .............75
Bandenreparatieset ...................213
Bandenspanning .......................206
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 98, 207
Bandenspanningswaarden ........243
Batterijspanning .........................108
Bedieningsorganen ......................80
Bekerhouders .............................. 61
Bekleding .................................... 227
Beladingsinformatie .....................77
Beslagen lampglazen ................128
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 159
Beveiliging van de auto ................31