Page 163 of 259

Rijden en bediening161SnelheidsbegrenzerDe snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
25 km/h.
De bestuurder kan alleen accelereren
tot de vooraf ingestelde snelheid. Bij
het afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Activeren
Druk op L, symbool L licht op het
Driver Information Center.
Als de cruisecontrol eerder geacti‐ veerd was, wordt deze uitgeschakeld
als de snelheidsbegrenzer wordt
geactiveerd en het controlelampje m
dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen.
Op het Midlevel-display verschijnen
L en de maximumsnelheid.
Op het Uplevel-display wordt L
groen.
Snelheidslimiet wijzigen
Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
Wanneer de maximumsnelheid wordt
overschreden zonder dat de bestuur‐
der dit heeft gedaan, knippert de snel‐ heid in het Driver Information Center
en klinkt er een waarschuwingstoon.
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door het gaspedaal stevig in te trappen, tot
bijna tegen de aanslag. In dit geval
klinkt er geen waarschuwingstoon.
Page 164 of 259

162Rijden en bedieningGaspedaal loslaten en de functiesnelheidsbegrenzing wordt na het
bereiken van een lagere snelheid dan
de snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Deactiveren
Druk op y: snelheidsbegrenzer
wordt gedeactiveerd en de snelheid
van de auto is niet meer begrensd.
Op het Midlevel-display verschijnt de
opgeslagen maximumsnelheid
tussen haakjes.
Op het Uplevel-display wordt L wit.
Ook verschijnt een bijbehorend
bericht.
De snelheidsbegrenzer wordt
gedeactiveerd, maar niet uitgescha‐
keld. De laatst opgeslagen snelheid
blijft in het geheugen voor het later
hervatten van de snelheid.
Snelheidslimiet hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+. De
opgeslagen maximumsnelheid wordt
bereikt en staat zonder haakjes op
het Driver Information Center.
Uitschakelen
Druk op L, de snelheidslimiet in het
Driver Information Center dooft. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Door via m de cruisecontrol te active‐
ren wordt de snelheidsbegrenzer ook gedeactiveerd en de opgeslagen
snelheid gewist.
Door het contact uit te schakelen
wordt de snelheidsbegrenzer ook
gedeactiveerd maar de snelheidsli‐
miet wordt opgeslagen voor de
volgende activering van de snelheids‐ begrenzer.
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken.
Een voorligger wordt aangegeven
door controlelampje A.
Als u een directe voorligger te snel nadert, klinkt er een waarschuwings‐
signaal.
De bestuurder ziet tevens een knip‐
perend rode led-streep die op de
voorruit in zijn gezichtsveld wordt
geprojecteerd.
Een voorwaarde is dat de frontaanrij‐
dingswaarschuwing niet met V op
het stuurwiel geactiveerd is.
Page 255 of 259

253Binnenspiegels............................. 34
Binnenverlichting .......................128
Bolle vorm .................................... 33
Boordgereedschap .....................205
Boordinformatie .........................107
Brandstof .................................... 174
Brandstofkeuzeschakelaar ..........89
Brandstofmeter ............................ 88
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 180
Brandstof voor benzinemotoren 174
Brandstof voor dieselmotoren ...174
Brandstof voor rijden op lpg .......175
Buitenspiegels .............................. 33
Buitentemperatuur .......................83
Buitenverlichting .........................120
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 81
Code ........................................... 107
Conformiteitsverklaring ...............244
Contactslotstanden ....................141
Controlelampjes...................... 87, 91
Controle over de auto ................140
Controles .................................... 188
Cruise control ...................... 99, 159
D Dagrijlicht ................................... 124
Dagteller ...................................... 87
Dak ............................................... 38Dakbelasting................................. 77
Dakdrager .................................... 77
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
Diefstalalarmsysteem ..................31
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 194
Draagsysteem achterzijde ............63
Driepuntsgordel ........................... 46
Driver Information Center ...........100
E Elektrisch bediende ruiten ...........36
Elektrische aansluitingen .............86
Elektrische verstelling ..................33
Elektrisch systeem...................... 200
Elektronische klimaatregeling ....133
Elektronische rijprogramma's ....151
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....97
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 157
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............97
Elektronisch sleutelsysteem .........22
ERA GLONASS .......................... 117
Erkenning van software ..............245
Event Data Recorders (EDR) .....249F
Fietsendrager ............................... 63
Flex-Fix-systeem .......................... 63
Frontaal airbagsysteem ...............51
Frontaanrijdingswaarschuwing ...162
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..248
Geluidssignalen .........................107
Gereedschap ............................. 205
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................76
Gloeilamp vervangen ................195
Gordelverklikker ........................... 95
Gordijnairbagsysteem .................. 52
Grootlicht ............................. 99, 121
Grootlicht-assistent ...............99, 122
H Halogeenkoplampen .................196
Handbediende ruiten ...................36
Handgeschakelde versnellingsbak ......................153
Handmatige dimfunctie ................34
Handmatige modus ...................151
Handrem ............................. 154, 155
Handschoenenkastje ...................61
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 156