44Stoelen, veiligheidssystemenGordijnairbagsysteemDe hoofdairbags bestaan uit een
airbag aan weerskanten in het
dakframe. De locatie is te herkennen
aan het opschrift AIRBAG op de
dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Airbag deactiveren
Het passagiersairbagsysteem vóór moet voor een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel worden
gedeactiveerd volgens de instructies
in de tabellen 3 47.
De andere airbagsystemen, de
gordelspanners en alle airbagsyste‐
men voor de bestuurder blijven actief.U deactiveert het airbagsysteem van de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de
schakelaarstand te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Het
controlelampje *OFF
brandt ononderbrokenV
ON:airbag van voorpassagier is
actief
200TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............178, 183
Aanduidingen op banden ..........157
Aansteker .................................... 63
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 138
Accu ........................................... 143
Achterdeuren ............................... 24
Achterlichten .............................. 148
Achterruitverwarming ................... 31
Achteruitrijlichten .........................95
Afmetingen auto ........................189
Airbag deactiveren ....................... 44 Airbag-deactivering ...................... 70
Airbag en gordelspanners ...........70
Airbaglabel.................................... 39
Airbagsysteem ............................. 39
Airconditioning ............................. 99
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 106
Alarmknipperlichten .....................93
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 108
Antiblokkeersysteem .................119
Antiblokkeersysteem (ABS) .........72
Asbakken ..................................... 63
Autogegevens ............................ 183
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 173Auto stallen ................................. 138
Autostop ..................................... 111
B Bagageruimte ........................ 24, 52
Bagageruimte-afdekking .............54
Bandenreparatieset ...................164
Bandenspanning .......................157
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 73, 159
Bandenspanningswaarden ........191
Batterijspanning ........................... 84
Bedieningsorganen ......................59
Bekerhouders .............................. 51
Bekleding .................................... 176
Beladingsinformatie .....................56
Beslagen lampglazen ..................95
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 124
Binnenspiegels ............................. 28
Binnenverlichting .................96, 151
Bochtverlichting ............................ 93
Boordgereedschap .....................156
Boordinformatie ........................... 82
Brandstof .................................... 130
Brandstofkeuzeschakelaar ..........65
Brandstofmeter ............................ 65
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 136
Brandstof voor benzinemotoren 130
Brandstof voor rijden op LPG .....130