120TelefoonLet op
Bij problemen met de Bluetooth-
verbinding verschijnt er een
storingsmelding op het scherm van
het Infotainmentsysteem.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
1. Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Bluetooth om het
betreffende submenu weer te geven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
3. Selecteer het Bluetooth-apparaat dat u wilt verbinden en selecteer
vervolgens VERB.. Er verschijnt
een bericht dat u moet beantwoor‐ den.
4. Bevestig het bericht. Het apparaat
is verbonden en wordt getoond in
het Verbonden -veld van de appa‐
raatlijst.
Een apparaat loskoppelen 1. Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .Selecteer Bluetooth om het
betreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
3. Selecteer het Bluetooth-apparaat dat u wilt loskoppelen en selec‐
teer vervolgens Ophangen. Er
verschijnt een bericht dat u moet
beantwoorden.
4. Bevestig het bericht. Het apparaat
is ontkoppeld en wordt getoond in het Niet verbonden -veld van de
apparaatlijst.
Een apparaat wissen 1. Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Bluetooth om het
betreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.3. Selecteer het Bluetooth-apparaat dat u wilt wissen en selecteer
vervolgens WISSEN. Er
verschijnt een bericht dat u moet beantwoorden.
4. Bevestig het bericht. Het apparaat
wordt uit de lijst verwijderd.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Telefoon1219Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐
oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het perso‐ neel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoontoepassing
Druk op ; en selecteer vervolgens
TEL. om het hoofdmenu van de tele‐
foon weer te geven.
Let op
Is er een gesprek actief terwijl u het
telefoonmenu opent, dan wordt er
een extra menu-optie getoond.
Selecteer Actief gesprek om het
gespreksscherm weer te geven.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op ; en selecteer vervolgens
TEL. om het hoofdmenu van de tele‐
foon weer te geven.
Selecteer Toetsenblok . Het toetsen‐
blok verschijnt.
Telefoon123Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Bluetooth om het betref‐
fende submenu weer te geven en selecteer vervolgens Beltonen. Er
wordt een lijst met alle aan het Info‐ tainmentsysteem gekoppelde tele‐ foons en de ingestelde beltonen voor
deze telefoons getoond.
Kies de gewenste telefoon. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor de betreffende telefoon.
Selecteer de gewenste beltoon.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordt
het gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer STOP GESPR. om het
gesprek te beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer MIC. STIL om de microfoon
tijdelijk te deactiveren.
De schermtoets verandert in AAN.
Selecteer AAN om de microfoon weer
te activeren.
De handsfree-functie uitschakelen
Selecteer HANDSET om het gesprek
op uw mobiele telefoon te vervolgen.
De schermtoets verandert in
HANDSFREE .
Selecteer HANDSFREE om de hand‐
sfreefunctie weer te activeren.
Wisselgesprek
Wisselgesprek initiëren
Om een tweede telefoongesprek te
voeren, selecteert u WACHT op het
gespreksscherm. Het actieve tele‐
foongesprek wordt in de wacht gezet.
Een tweede telefoongesprek voeren.
Wilt u het toetsenblok gebruiken,
selecteer dan TOETS. op het
gespreksscherm. Een gedetailleerde
beschrijving vindt u bovenstaand.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
126TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .....111, 117
AUX ......................................... 114
Bluetooth-muziek ....................114
CD ........................................... 111
Infotainmentsysteem .................92
USB ......................................... 114
Algemene informatie................... 114 Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 117
Antidiefstalfunctie ........................93
Audio afspelen ............................ 115
Audiobestanden ......................... 114
Automatische volumeregeling ....101
Auto Set ...................................... 101
AUX ............................................ 114
AUX activeren............................. 115
B BACK-knop ................................... 99
Balans......................................... 100
Bas ............................................. 100
Basisbediening ............................. 99
Instrumentenpaneel ..................99
Vijfstandenknop ........................ 99
Bediening.................................... 121 AUX ......................................... 115
Bluetooth-muziek ....................115
CD ........................................... 112
Infotainmentsysteem .................97Menu......................................... 99
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 121
USB ......................................... 115
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................94
Stuurwiel ................................... 94
Bedieningspaneel Infotainment ....94
Beltoon ....................................... 121
Bestandsindelingen Audiobestanden ......................114
Bluetooth-muziek ........................114
Bluetooth-verbinding ..................118
C
Categorielijst ............................... 104
CD-speler ................................... 111
CD-speler activeren ....................112
D DAB ............................................ 108
DAB-koppeling............................ 108
Digital Audio Broadcasting .........108
E
EQ .............................................. 100
Equaliser..................................... 100
F
Fabrieksinstellingen terugzetten. 101
Fader .......................................... 100
127Favoriete lijstenZenders ophalen .....................105
Zenders opslaan .....................105
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentielijst ............................. 104
G
Gebruik ......................... 97, 104, 112
AUX ......................................... 115
Bluetooth-muziek ....................115
CD ........................................... 112
Infotainmentsysteem .................97
Menu ......................................... 99
Telefoon .................................. 121
USB ......................................... 115
Geluidsinstellingen .....................100
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 97
Home-toets ................................... 99
I
Infotainmentsysteem inschakelen 97
Intellitext ..................................... 108
K Klokdisplay ................................. 101
Koppelen .................................... 118
L L-Band ........................................ 108M
Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 99
MENU-knop .................................. 99
Middenbereik .............................. 100
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................124
Mute.............................................. 97
N Noodoproep ................................ 120
O Overzicht bedieningselementen ...94
P PIN vergeten............................... 101
R
Radio Categorielijst ........................... 104
DAB ......................................... 108
DAB-berichten ......................... 108
DAB-menu............................... 108
Digital Audio Broadcasting ......108
Favoriete lijsten .......................105
FM menu ................................. 107
Frequentielijst .......................... 104
Golfband.................................. 104
Intellitext .................................. 108
L-Band..................................... 108Radio Data System .................107
RDS......................................... 107
Regio ....................................... 107
Regio-instelling........................ 107 TP............................................ 107
Verkeersinformatie ..................107
Zender zoeken ........................ 104
Zenderlijst................................ 104
Zenders ophalen .....................105
Zenders opslaan .....................105
Radio activeren........................... 104
Radio Data System (RDS) ......... 107
Regio .......................................... 107
Regio-instelling ........................... 107
S Selectie van frequentiebereik .....104
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 115
Systeeminstellingen.................... 101 Beeldscherm ........................... 101
Fabrieksinstellingen
terugzetten .............................. 101
Taal ......................................... 101
Tijd en datum .......................... 101
Valetmodus ............................. 101
128T
Taal............................................. 101
Telefoon Algemene informatie ...............117
Beltoon .................................... 121
Bluetooth ................................. 117
Bluetooth-verbinding ...............118
Handsfree-modus.................... 121
Noodoproepen ........................ 120
Recente oproepen ..................121
Telefoonboek .......................... 121
Telefoonboek .............................. 121
Telefoongesprek Afwijzen ................................... 121
Initiëren ................................... 121
Opnemen ................................ 121
Telefoonportal activeren .............121
TP ............................................... 107
Treble ......................................... 100
Tijd .............................................. 101
U
USB ............................................ 114
USB activeren............................. 115
V Valetmodus Ontgrendelen .......................... 101
Vergrendelen .......................... 101
Verkeersinformatie .....................107Volume
Automatische volumeregeling. 101
Maximaal inschakelvolume .....101
Stiltefunctie................................ 97
Volume instellen ........................97
Volumebeperking bij hoge
temperaturen ............................. 97
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........101
Volume-instellingen ....................101
Vijfstandenknop ............................ 99
Z Zenderlijst ................................... 104
Zenders ophalen ........................105
Zenders opslaan .........................105
Zender zoeken............................ 104