Spraakherkenning69● U kunt de gesproken vraagonderbreken door nogmaals op
w te drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐ zaam. Gebruik korte en directe
commando's.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie. Bijvoorbeeld "David op werk bellen"; "Afspelen", gevolgd
door de naam van de artiest of het
nummer; "Afstemmen", gevolgd door
de golflengte en frequentie/zender‐
naam; "Adres zoeken", gevolgd door het adres, zoals "123 Hoofdweg,
Amsterdam".
Het systeem start een dialoog als
sprake is van complexe commando's
of als informatie ontbreekt.
Bij het zoeken naar een "Markant
punt" kunt u alleen grote ketens op
naam selecteren. Ketens zijn bedrij‐
ven met ten minste 20 locaties. Zeg
voor overige markante punten (POI's)
de naam van een categorie zoals
"Restaurants", "Winkelcentra" of
"Ziekenhuizen".Zegt u "Telefoon" of "Telefooncom‐
mando's", dan begrijpt het systeem
dat er een telefoongesprek wordt
aangevraagd en reageert het met de
betreffende vragen tot er voldoende
gegevens zijn vergaard. Is het tele‐
foonnummer met een naam en een
plaatsnaam opgeslagen, dan moet
het directe commando beide gege‐
vens bevatten, bijvoorbeeld "Bel
David Smit op het werk".Lijstopties selecteren
Als er een lijst wordt weergegeven,
wordt u gevraagd om een optie te
kiezen of te bevestigen. U kunt hand‐
matig een optie selecteren, of het
bijbehorende regelnummer uitspre‐
ken.
De lijst in een spraakherkenningssys‐ teem werkt op dezelfde wijze als lijs‐
ten in andere schermen. Door hand‐
matig door de lijst te bladeren tijdens
een spraakherkenningssessie wordt
de actuele spraakherkenningssessie
tijdelijk onderbroken en verschijnt de instructie "Selecteer uit de lijst met de
handmatige bedieningselementen,
druk op de console op back (terug) of
druk op de schermtoets terug om het
opnieuw te proberen".Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert, wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te keren naar het vorige
menu kunt u " Terug" zeggen, op het
bedieningspaneel op k BACK druk‐
ken of op m drukken.Het commando "Help"
Nadat u " Help" heb gezegd, klinkt de
help-instructie voor het huidige
scherm. De instructie verschijnt ook
op het scherm.
Afhankelijk van de wijze waarop de
spraakherkenning werd geactiveerd,
verschijnt de help-instructie in het
Driver Information Center of op het
middendisplay.
Druk op w om de help-instructie te
onderbreken. Er klinkt een pieptoon. U kunt nu een commando geven.
87Bluetooth-muziek..........................40
Bluetooth-verbinding ....................72
C Categorielijst ................................. 32
CD-speler ..................................... 37
CD-speler activeren ......................38
Contacten ............................... 23, 53
Aanpassen ................................ 23
Opslaan ..................................... 23
Opvragen .................................. 23
D DAB .............................................. 35
DAB-koppeling.............................. 35
Datum ........................................... 28
Diakritische tekens .......................17
Digital Audio Broadcasting ...........35
Displaymodus ............................... 28
E
EQ ................................................ 26
Equaliser....................................... 26
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...28
Fader ............................................ 26
Favorieten..................................... 18 Clusterdisplay............................ 18
Naam wijzigen ........................... 18
Opslaan ..................................... 18Opvragen.................................. 18
Weergave .................................. 18
Wissen ...................................... 18
Favorieten opslaan .......................18
Favorieten opvragen ....................18
Favorieten weergeven ..................18
Filmbestanden .............................. 40
Films ............................................. 43
Films afspelen .............................. 43
Frequentielijst ............................... 32
G
Gebruik ................. 12, 32, 38, 46, 67
Aanraakscherm ......................... 14
AUX ........................................... 42
Bluetooth-muziek ......................42
CD ............................................. 38
Infotainmentsysteem .................12
Navigatiesysteem ......................46
Telefoon .................................... 75
USB ..................................... 42, 43
Geluidsinstellingen .......................26
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 12
Het navigatiesysteem activeren ...46
Home-toets ................................... 16I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Intellitext ....................................... 35
Interactieve selectiebalk ...............16
Invoer van de bestemming ..........53
K Kaarten ......................................... 46
Kalibratie van het aanraakscherm 28
Klokdisplay ................................... 28
Koppelen ...................................... 72
L L-Band .......................................... 35
Lettertekenherkenningsveld .........17
Lijst met afslagen.......................... 59
M
Maximaal inschakelvolume........... 27 Meldingen ..................................... 16
Middenbereik ................................ 26
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................81
Mute.............................................. 12
N
Navigatie....................................... 59 Bestemmingsinvoer................... 53
Contacten ............................ 23, 53
Favorieten ................................. 18
Gesproken instructies ...............59
92InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............92
Antidiefstalfunctie ......................... 93
Overzicht bedieningselementen ..94
Gebruik ........................................ 97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het digitale geluidssysteem heeft
diverse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppenop het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Inleiding976k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 105
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 112Bestuurdersinformatiecentrum:
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 94
● audioknoppen op het stuurwiel 3 94
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 101.
Basisbediening101Let op
Staat EQ ingesteld op Aangepast,
dan kunnen Laag, Mid. en Hoog
handmatig worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens
Maximumvolume bij starten .
Draai aan MENU om het volume te
regelen.
Automatische volumeaanpassing Het volume kan automatisch wordenafgestemd op de snelheid van de
auto.
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. . Blader door de lijst en
selecteer Radio en vervolgens
Volume autom. .
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Volume autom. om de
instelling vanuit een audio-hoofd‐
menu te benaderen.Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden
geconfigureerd.Tijd
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Tijd.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer AUTOSET onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk 12-24 u.
onderin het scherm om een tijdmodus
te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer Klokweergave om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
102BasisbedieningTaalDruk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Taal.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus
Is de valetmodus geactiveerd, dan zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
Voertuigmeldingen blijven geacti‐
veerd.
Het systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Personeelsmodus . Er verschijnt een
toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en
selecteer INVOEREN . Het toetsen‐
blok wordt opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer VERGREND. . Het systeem is
vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.Voer de betreffende viercijferige code
in en selecteer ONTGREND.. Het
systeem is ontgrendeld.
Pincode vergeten
Neem contact op met uw garage om
de pincode naar de standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Display .
Selecteer Display uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Basisbediening103Druk op een knop in het instrumen‐
tenpaneel om het display weer te acti‐
veren.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstell. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om gekoppelde Bluetooth-apparaten,
telefoonlijsten of favorieten te verwij‐
deren.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer WISSEN. De gegevens zijn
gewist.Radio-instellingen herstellen
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om Infotainmentinstellin‐
gen (bv. geluidsinstellingen) te reset‐
ten.
Er verschijnt een waarschuwing. Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie Druk op ; en selecteer INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Dit menu bevat specifieke informatie
over de software.
Radio107Favorieten verplaatsen
Selecteer de favoriet die u wilt
verplaatsen en selecteer vervolgens
VERPL. .
Selecteer de locatie waarnaar u de
betreffende favoriet wilt verplaatsen
en selecteer Ophangen.
De favoriet wordt naar de nieuwe locatie verplaatst.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. . Selecteer Radio en vervol‐
gens Aant. weergeg. fav. .
Selecteer de gewenste optie.
Let op
Overschrijdt het aantal opgeslagen
favorieten het aantal favorieten dat
in het instellingenmenu is ingesteld,
dan worden extra opgeslagen favor‐ ieten niet gewist, maar worden deze
niet weergegeven. U kunt ze herac‐
tiveren door het aantal weer te
geven favorieten te verhogen.Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste
zender en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bv. informatie over het actuele
programma.FM menu
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de RDS-instellingsopties te configure‐
ren. Druk op MENU om het FM-menu
weer te geven.
RDS
Zet RDS op Aan of Uit.
Verkeersinformatie (TP)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als verkeersinformatie is
ingeschakeld, wordt de momenteel
actieve functie voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.