30BasisbedieningSelecteert u Auto, dan past het
systeem automatisch het display aan.
Aanraakscherm kalibreren
Selecteer Aanraakscherm kalibreren
om naar het betreffende submenu te
gaan.
Volg de aanwijzingen op het scherm
en druk op de aangegeven punten.
Het aanraakscherm wordt gekali‐
breerd.
Display uitschakelen
Selecteer Scherm uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Raak het aanraakscherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel
om het display weer te activeren.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Terugkeren naar fabrieksinst. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Instellingen voertuig
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Herstellen . De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de volgende gegevens te wissen:
● gekoppelde Bluetooth-apparaten
● opgeslagen telefoonboeken
● contactenlijst voertuig
● bestemmingslijsten
● favorieten
Er verschijnt een waarschuwing.Selecteer Wissen. De gegevens zijn
gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Instellingen radio
herstellen om de volgende gegevens
te herstellen:
● tooninstellingen
● volume: instellingen
● spraakinstellingen
● toepassingenbalk
● contactbronnen
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Herstellen. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer Soft‐
wareinformatie .
34RadioVoordelen van RDS● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐ tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender verschijnen in het Info‐
tainmentsysteem radioteksten, bv. met informatie over het
huidige programma.
RDS-instellingen Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de
RDS-instellingsopties te configure‐ ren. Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk om het FM-menu
weer te geven.
RDS
Selecteer RDS - Aan of RDS - Uit .
Verkeersinformatie (TP)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als verkeersinformatie is
ingeschakeld, wordt de actieve func‐
tie voor de duur van het verkeersbe‐
richt onderbroken.
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Is de
actuele zender geen verkeersinfor‐
matiezender, dan wordt [ ] weergege‐
ven en wordt er automatisch naar de volgende beschikbare verkeersinfor‐
matiezender gezocht. Zodra er een
verkeersinformatiezender wordt
gevonden, licht [TP] op. Wordt er
geen verkeersinformatiezender
gevonden, dan blijft [ ] op het scherm
staan.
Als er een verkeersbericht op de
betreffende verkeersinformatiezen‐
der wordt uitgezonden, verschijnt er
een bericht.
Annuleer het alarm om de melding te
onderbreken en naar de laatst geac‐
tiveerde functie te gaan.
Selecteer Traffic Program (TP) - Aan
of Traffic Program (TP) - Uit .
Regio
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Als de regio-instelling ingeschakeld
is, worden er zo nodig andere
frequenties met dezelfde regionale
programma's geselecteerd. Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder
rekening te houden met regionale
programma's.
Navigatie49Selecteer Audio-informatie - Aan of
Audio-informatie - Uit .
Displaymodus
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer Dag / nachtmodus .
Activeer, afhankelijk van de externe
lichtcondities, Dag of Nacht .
Wilt u dat het scherm zich automa‐
tisch aanpast, activeer dan Auto.
Weergave van gebouwen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
U kunt gebouwen normaal of driedi‐
mensionaal weergeven.
Selecteer 3D-Gebouwen - Aan of 3D-
Gebouwen - Uit .
Autozoomfunctie
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.In geval van speciale manoeuvres
kan het systeem inzoomen op de
kaart.
Selecteer Autozoom - Aan of
Autozoom - Uit .
POI-pictogrammen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Iconen 'POI's' weergeven om het
betreffende submenu weer te geven.
Is Iconen POI geactiveerd, dan
verschijnen er op de kaart markante
punten (POI's) rondom de huidige
locatie of op de route.
Selecteer PIO-icons - Aan of PIO-
icons - Uit .
Selecteer de POI-categorieën die u
wilt weergeven indien Iconen POI op
Aan is ingesteld.
Selecteer Alles wissen om alle cate‐
gorieën te deselecteren.
Informatie over de huidige locatie
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk om het navigatiemenu
weer te geven.
Selecteer Huidige locatie om het
betreffende submenu met details
over het dichtstbijgelegen adres, de
coördinaten en markante punten
( 3 53) rondom de huidige locatie
weer te geven.
Navigatie59U kunt de opgeslagen trip met route‐
punten opvragen via de contacten‐
lijst.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het bewerken van een trip met
routepunten 3 59.
Nieuwe bestemming
Om een nieuwe bestemming in te
voeren, kunt u de routebegeleiding
naar de huidige bestemming annule‐
ren en vervolgens een nieuwe
bestemming invoeren. U kunt ook
direct een nieuwe bestemming invoe‐ ren.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van de kaartweer‐
gave.
U kunt ook rechts op het scherm op
het pijlpictogram voor de volgende afslag of bocht drukken om het route‐
begeleidingsmenu weer te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐ leidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in.Selecteer Gaan. Er verschijnt een
bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Nieuwe bestem. instellen .
De route wordt dan opnieuw bere‐
kend en de nieuwe bestemming
wordt ingesteld.
Een bestemming bellen
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer Bellen om de geselec‐
teerde locatie te bellen.
Let op
De schermtoets Bellen is alleen
beschikbaar als er voor de betref‐
fende locatie een telefoonnummer is
opgeslagen.
Bestemmingen opslaan
Invoeren van contacten
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.Selecteer Opslaan om de bestem‐
ming in de contactenlijst op te slaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van een adres in de
contactenlijst 3 23.
Let op
De schermtoets Opslaan is alleen
beschikbaar als het adres nog niet in het systeem is opgeslagen.
Favoriet
Favorieten kunnen vanuit bijna elk
scherm worden opgeslagen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van favoriete
bestemmingen 3 18.
Begeleiding Het navigatiesysteem begeleidt deroute via visuele en gesproken
instructies (spraakbegeleiding).Visuele instructies
De visuele instructies worden op de
displays weergegeven.
Spraakherkenning65SpraakherkenningAlgemene informatie....................65
Gebruik ........................................ 67Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning Met de geïntegreerde spraakherken‐ning van het Infotainmentsysteem
kunt u diverse functies van het Info‐
tainmentsysteem met uw stem bestu‐
ren. De spraakbesturing herkent
commando's en cijferreeksen, onge‐
acht de desbetreffende spreker. De
instructies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste
commando's geeft de spraakherken‐
ning visuele en/of akoestische feed‐
back en wordt u gevraagd het gewen‐ ste commando te herhalen. Boven‐
dien bevestigt de spraakherkenning
belangrijke instructies en stelt zo
nodig een vraag hierover.
Er zijn verschillende manieren om
commando's voor het uitvoeren van
de gewenste acties uit te spreken.Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
OpmerkingenOndersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem
beschikbaar zijn, zijn ook
beschikbaar voor de spraakher‐ kenning.
● Wordt de momenteel geselec‐ teerde displaytaal niet onder‐
steund door de spraakherken‐
ning, dan is deze niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via
spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Zie voor het wijzigen van de displaytaal "Taal" in het hoofd‐
stuk "Systeeminstellingen" 3 28.
66SpraakherkenningAdresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infodisplay in de taal van het
betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren,
moet u de displaytaal in Frans wijzi‐ gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de
displaytaal naar keuze in Frans of Nederlands wijzigen. Voor het invoe‐
ren van adressen in Zwitserland kunt
u de displaytaal naar keuze in Frans,
Duits of Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 28.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.● Oostenrijk, Duitsland:
● België, Frankrijk, Groot-Brittan‐ nië:
● Denemarken, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Rusland,
Spanje, Zwitserland, Turkije:
Instellen van de spraakherkenning
Er zijn diverse instellingen en
aanpassingen mogelijk voor de in het Infotainmentsysteem geïntegreerdespraakherkenning.
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer de optie Spraak in-/uitvoer
om naar het betreffende submenu te
gaan.Vertrouwelijkheidsdrempel
Afhankelijk van de gekozen optie in
het corresponderende submenu, kan
de spraakherkenning 'resoluter' zijn in het interpreteren van uw comman‐
do's.
Selecteert u Meer bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief vaker
om uw commando's te bevestigen.
Het systeem zal dus in de meeste
gevallen de juiste actie uitvoeren.
Selecteert u Minder bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief minder
vaak om uw spraakinvoer te bevesti‐
gen. Dit betekent dat het systeem uw
Spraakherkenning67commando's soms verkeerd zal
begrijpen en dus niet de juiste hande‐
ling uitvoert.
Let op
Als u de spraakherkenning start, kan het een voordeel zijn om de Meer
bevestigen -instelling te gebruiken.
Als u meer ervaring hebt met het
systeem, d.w.z weet hoe u de
commando's moet uitspreken zodat
de spraakherkenning u goed
begrijpt, kan het handiger zijn om de
Minder bevestigen -instelling te
gebruiken.Lengte waarschuwing
De lengte en gedetailleerdheid van
de vragen en meldingen van het
spraakherkenningssysteem kunnen in het bijbehorende submenu worden
aangepast.Snelheid audiomelding
De snelheid waarmee het spraakher‐ kenningsmenu vragen stelt en
meldingen doet kan in het correspon‐
derende submenu worden ingesteld.
Kiest u Medium , dan komt de spreek‐
snelheid van het systeem overeen
met natuurlijke spraak.Let op
Als u de spraakherkenning start, kan het een voordeel zijn om de Lang-
instelling te gebruiken. Als u meer
ervaring hebt met het systeem, kan
het voordelen hebben om de instel‐
ling Kort te gebruiken.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone.
De beschikbaarheid van deze functie
is afhankelijk van uw smartphone.
Bezoek onze website voor meer infor‐ matie over de compatibiliteit.
GebruikGeïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt, u wordt geïnstrueerd om een
commando te geven en op het info‐
display en Driver Information Center
verschijnen helpmenu's met de
belangrijkste commando's die
momenteel beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool in de rechter boven‐
hoek van het helpmenu verandert van
wit naar rood.
U kunt nu een spraakcommando
geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf inge‐
stelde radiozender afspelen).Activeren via de schermtoets
SPRAAK op het middendisplay
Selecteer SPRAAK op de interactieve
selectiebalk van een van de hoofd‐
menu's op het middendisplay.
68SpraakherkenningHet audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
zeggen en op het middendisplay
verschijnt een helpmenu met de
belangrijkste commando's die
momenteel beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool rechts in het helpmenu
verandert van zwart naar rood.
U kunt nu een spraakcommando
geven. Zie bovenstaande beschrij‐
ving.
Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Druk ! of # op het stuurwiel omhoog
(hoger volume) of omlaag (lager
volume).
Een gesproken instructie
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken instructie onderbreken
door kort op w op het stuurwiel te
drukken.Er klinkt een piep en het spraakher‐ kenningssymbool wordt rood. U kunt
nu direct een commando inspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren " of "Exit".
● Druk op n op het stuurwiel.
● Als de spraakherkenningssessie via de schermtoets SPRAAK op
het middendisplay hebt gestart,
dan kunt u ook:
● Of druk op ; op het bedie‐
ningspaneel.
● Selecteer m of Uit in het
help-menu.In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u gedurende een bepaalde tijd geen commando zegt (stan‐
daard wordt u driemaal gevraagd
een commando te zeggen).
● Als u commando's zegt die niet door het systeem worden
herkend (standaard wordt u drie‐ maal gevraagd een juist
commando te zeggen).
Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning herkent
commando's die op natuurlijke wijze
in een zin worden uitgesproken, of
directe commando's om de toepas‐
sing en actie te starten.
Voor een optimaal resultaat: ● Luister naar de gesproken instructie en wacht op de piep‐
toon voor u een commando
uitspreekt of antwoord geeft.
● Zeg " Help" of lees een van de
voorbeeldcommando's in het
scherm voor.