52NavigatieEen tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bijv. met
behulp van eenvoudige tekstverwer‐
kingssoftware) en geef dit een arbi‐
traire naam en de bestandsexten‐
sie .poi , bijv. "TomsPOIs.poi".
Let op
Bij het opslaan van het tekstbestand
moet tekencodering UTF-8
(Unicode) worden geselecteerd.
Anders worden de POI-gegevens
wellicht niet goed in het systeem
geïmporteerd.
Voor de POI-data in het volgende
format in het tekstbestand in:
Lengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografischekaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐ mers zijn optioneel. Als er bijv. geen
aanvullende informatie nodig is, moet "" op de betreffende positie worden
ingevoerd.
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "", "02379234567" .
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐
reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.De NP-gegevens van iedere bestem‐ ming moeten op een enkele, aparte
regel worden ingevoerd; zie boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-opslagstation
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
drive: maak een map aan met de
naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij " F:\" de hoofddirectory van de
USB-drive is.
Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bijv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".POI-gegevens rangschikken in meer‐ dere submappen
Naar keuze kunt u de tekstbestanden rangschikken in diverse submappen
met willekeurige namen (max. diepte
van submappenstructuur: 2).
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs of F:\myPOIs\MyJourney\London,
waarbij F:\ de hoofddirectory is van
het USB-opslagstation.
Navigatie53Let op
In een map mogen alleen submap‐
pen of alleen POI-bestanden
worden opgeslagen. Een combina‐
tie van beide wordt niet goed in het
systeem geïmporteerd.
Na het downloaden van op die manier
gerangschikte persoonlijke POI-
gegevens in het Infotainmentsysteem (zie beschrijving van downloaden
hieronder), ziet u in het Mijn POI's-
menu een lijst met submenu's die u
kunt selecteren.
Na het selecteren van een submenu
en eventuele verdere submenu's
verschijnt de betreffende lijst met
geïmporteerde POI-categorieën.
POI-gegevens downloaden in het
Infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw
gebruikerspecifieke POI-gegevens
aan op de USB-poort 3 40 van het
Infotainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het Mijn POI's-menu, zie "Een
markant punt selecteren" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 53.
Invoer van de bestemming De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een
bestemming met routebegeleiding.
Druk op ; en selecteer vervolgens
NAV om de navigatiekaart weer te
geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer een
van de verschillende opties voor
adresinvoer.
Directe invoer bestemming
Druk op het invoerveld op de boven‐
ste menuregel. Er verschijnt een toet‐ senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer een adres of zoekterm in en
bevestig uw invoer.
Er worden twee lijsten met mogelijke
bestemmingen aangemaakt. Druk op
de bovenste schermregel op het
tabblad Adres of POI om tussen de
lijsten te wisselen.
Adreslijst:
72Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons of andere appara‐ ten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het Bluetooth-instellingenmenu
worden koppelingen (uitwisselen van
pincodes tussen Bluetooth-apparaat
en Infotainmentsysteem) tot stand
gebracht en de Bluetooth-apparatuur
met het Infotainmentsysteem verbon‐ den.
Bluetooth-instellingenmenu Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer BlueTooth om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Belangrijke informatie ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden
gekoppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐ pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐den was, brengt het Infotain‐ mentsysteem automatisch eenverbinding tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom aan op een USB-poort, zodat hetwordt opgeladen.
Koppelen via de toepassing
Instellingen
1. Druk ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer BlueTooth om het
betreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaat verbinden .
Selecteer eventueel
Apparaatbeheer om de appara‐
tenlijst weer te geven en selecteer
vervolgens Apparaat verbinden .
3. Op het Infotainmentsysteem verschijnt er een melding met de
naam en de pincode van het Info‐
tainmentsysteem.
4. Activeer het zoekproces in het te koppelen Bluetooth-apparaat.
84Veelgestelde vragen?Hoe kan ik de naam van mijn favor‐
ieten wijzigen, ze wissen of
verplaatsen?
! Druk op
;, selecteer het picto‐
gram INSTELLINGEN op het
Startscherm, Radio op de instellin‐
genlijst en vervolgens Favorieten
beheren om de favorieten te
hernoemen, wissen of verplaat‐
sen.
Gedetailleerde beschrijving 3 18.? Waar worden favorieten opgesla‐
gen en hoe kan ik ze een andere
naam geven?
! De favorieten worden opgeslagen
in de favorietenlijst. Om een favo‐
riet een nieuwe naam te geven,
selecteert u de betreffende
schermtoets in de favorietenrij. In
bepaalde schermen is de favorie‐
tenlijst verborgen zodat andere
inhoud beter kan worden weerge‐
geven. Selecteer op deze scher‐
men n rechtsonder op het
scherm en sleep de interactieve
selectiebalk met een vinger
omhoog.
Gedetailleerde beschrijving 3 18.Navigatie? Ik heb een bestemmingsadres
ingevoerd, maar er verschijnt een
foutmelding. Wat doe ik verkeerd?
! Het navigatiesysteem gaat bij het
invoeren van een adres van een
bepaalde volgorde uit. Afhankelijk
van het land waarin het adres zich
bevindt, kan er een andere invoer‐ volgorde vereist zijn. Bij adressen
in andere landen, dient als laatste
ook het land te worden ingevoerd.
Gedetailleerde beschrijving 3 53.? Hoe kan ik de actieve routebege‐
leiding annuleren?
! Selecteer
MENU op de interac‐
tieve selectiebalk en vervolgens
Annuleer route om de routebege‐
leiding te annuleren.
Gedetailleerde beschrijving 3 59.
Audio
? Hoe kan ik de audiobron wijzigen?
! Door herhaaldelijk op
RADIO te
drukken, kunt u tussen alle
beschikbare radiobronnen (AM/
FM/DAB) wisselen. Door herhaal‐delijk op MEDIA te drukken kunt u
tussen alle beschikbare media‐
bronnen (USB, Bluetooth audio,
cd, AUX) wisselen.
Gedetailleerde beschrijving van
radio 3 32 , CD 3 37 , externe appa‐
ratuur 3 40.? Hoe kan ik in radiozenders of
media-muziek zoeken?
! Om in radiozenders of mediamu‐
ziek te zoeken, bijvoorbeeld in
afspeellijsten of albums, selecteert u BLADEREN op het audio‐
scherm.
Gedetailleerde beschrijving van
radio 3 32 , CD 3 38 , externe appa‐
ratuur 3 42.
Overige
? Hoe kan ik de prestaties van de
spraakherkenning verbeteren?
! Het spraakherkenningssysteem is
ontworpen om natuurlijk uitgespro‐ ken commando's te begrijpen.
Wacht tot u de pieptoon hoort voor
u gaat spreken. Probeer natuurlijk
te spreken, niet te snel of te hard.
Gedetailleerde beschrijving 3 65.
86TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 14
Adresboek .................................... 53
Algemene aanwijzingen ...37, 45, 71
AUX ........................................... 40
Bluetooth-muziek ......................40
Infotainmentsysteem ...................6
USB ........................................... 40
Algemene informatie ..............40, 65
CD ............................................. 37
Navigatie ................................... 45
Radio ......................................... 32
Telefoonportal ........................... 71
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 42
Audiobestanden ........................... 40
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................27
Automatisch volume .....................27
Auto Set ........................................ 28
AUX .............................................. 40
AUX activeren............................... 42
B
Balans........................................... 26 Bas ............................................... 26
Basisbediening ............................. 14
Contacten .................................. 23
Favorieten ................................. 18
Interactieve selectiebalk ............16Lettertekenherkenningsveld ......17
Startscherm ............................... 16
Toepassingenbalk .....................16
Toetsenblok............................... 17
Toetsenbord .............................. 17
Bediening...................................... 75 Aanraakscherm ......................... 14
AUX ........................................... 42
Bluetooth-muziek ......................42
CD ............................................. 38
Contacten .................................. 23
Favorieten ................................. 18
Infotainmentsysteem .................12
Navigatiesysteem ......................46
Radio ......................................... 32
Telefoon .................................... 75
Toetsenborden .......................... 17
USB ..................................... 42, 43
Bediening aanraakscherm ............14
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............16
Begeleiding .................................. 59
Beltoon ......................................... 75
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................40
Filmbestanden........................... 40
87Bluetooth-muziek..........................40
Bluetooth-verbinding ....................72
C Categorielijst ................................. 32
CD-speler ..................................... 37
CD-speler activeren ......................38
Contacten ............................... 23, 53
Aanpassen ................................ 23
Opslaan ..................................... 23
Opvragen .................................. 23
D DAB .............................................. 35
DAB-koppeling.............................. 35
Datum ........................................... 28
Diakritische tekens .......................17
Digital Audio Broadcasting ...........35
Displaymodus ............................... 28
E
EQ ................................................ 26
Equaliser....................................... 26
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...28
Fader ............................................ 26
Favorieten..................................... 18 Clusterdisplay............................ 18
Naam wijzigen ........................... 18
Opslaan ..................................... 18Opvragen.................................. 18
Weergave .................................. 18
Wissen ...................................... 18
Favorieten opslaan .......................18
Favorieten opvragen ....................18
Favorieten weergeven ..................18
Filmbestanden .............................. 40
Films ............................................. 43
Films afspelen .............................. 43
Frequentielijst ............................... 32
G
Gebruik ................. 12, 32, 38, 46, 67
Aanraakscherm ......................... 14
AUX ........................................... 42
Bluetooth-muziek ......................42
CD ............................................. 38
Infotainmentsysteem .................12
Navigatiesysteem ......................46
Telefoon .................................... 75
USB ..................................... 42, 43
Geluidsinstellingen .......................26
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 12
Het navigatiesysteem activeren ...46
Home-toets ................................... 16I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Intellitext ....................................... 35
Interactieve selectiebalk ...............16
Invoer van de bestemming ..........53
K Kaarten ......................................... 46
Kalibratie van het aanraakscherm 28
Klokdisplay ................................... 28
Koppelen ...................................... 72
L L-Band .......................................... 35
Lettertekenherkenningsveld .........17
Lijst met afslagen.......................... 59
M
Maximaal inschakelvolume........... 27 Meldingen ..................................... 16
Middenbereik ................................ 26
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................81
Mute.............................................. 12
N
Navigatie....................................... 59 Bestemmingsinvoer................... 53
Contacten ............................ 23, 53
Favorieten ................................. 18
Gesproken instructies ...............59
89Tekstberichten........................... 78
Telefoonboek ...................... 23, 75
Telefoonboek .......................... 23, 75
Telefoongesprek Afwijzen ..................................... 75
Initiëren ..................................... 75
Opnemen .................................. 75
Telefoonportal activeren ...............75
Telefoonweergave ........................43
Telefoonweergave activeren ........43
TMC-stations (verkeersinforma‐ tiekanalen)................................. 45
Toepassingenbalk ........................16
Toetsenblok .................................. 17
Toetsenbord Alfabetisch toetsenbord ............17
Toetsenbord symbolen .............17
Toetsenborden ............................. 17
TP ................................................. 33
Treble ........................................... 26
Tijd ................................................ 28
U USB .............................................. 40
USB activeren......................... 42, 43
V Valetmodus Ontgrendelen ............................ 28
Vergrendelen ............................ 28
Veelgestelde vragen .....................83Verkeersincidenten .......................59
Verkeersinformatie .......................33
Volume Automatisch volume ..................27
Maximaal inschakelvolume .......27
Stiltefunctie................................ 12
Volume instellen ........................12
Volume-instellingen ......................27
Z
Zenderlijst ..................................... 32
Zender zoeken.............................. 32
114Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................114
Audio afspelen ........................... 115Algemene informatie
Onder de armsteun in de middencon‐
sole bevinden zich een AUX- en USB-
poort voor het aansluiten van externe apparatuur. Een gedetailleerde
beschrijving over het omhoog zetten
van de armsteun vindt u in de Gebrui‐ kershandleiding.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
AUX-ingang
U kunt op de AUX-ingang extra appa‐ raten aansluiten.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het Infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere
bedieningsfuncties werken via het
randapparaat zelf. Het Infotainment‐
systeem kan muziekbestanden op
randapparatuur weergeven.Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Gebruik de volgende kabel om het randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3- speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van hetInfotainmentsysteem. Het Infotain‐mentsysteem kan muziekbestanden
op USB-opslagapparatuur weerge‐
ven.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.