Rijden en bediening167Auto's met Aan/Uit-knop
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Geautomatiseerde versnellingsbak:
rempedaal intrappen.
Geen gas geven.
Druk op Engine Start/Stop en laat
deze weer los: een automatische
regeling bedient de startmotor met
een kort interval totdat de motor
draait; zie automatische startmotorre‐
geling.
Voordat u de motor weer start of
uitschakelt terwijl de auto stilstaat,
drukt u nog een keer kort op
Engine Start/Stop .
Handgeschakelde versnellingsbak: tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het koppelingspedaal in
te trappen 3 168.
Automatische versnellingsbak of
geautomatiseerde versnellingsbak:
tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het rempedaal op te
laten komen 3 168.
Uitschakelen in noodsituatie
tijdens het rijden
Als de motor tijdens het rijden in een
noodsituatie moet worden uitgescha‐
keld, drukt u langer dan
twee seconden op Engine Start/Stop
of drukt u tweemaal kort binnen
vijf seconden.9 Gevaar
Het uitschakelen van de motor
tijdens het rijden kan het verlies
van vermogen voor de rem- of
stuurbekrachtiging veroorzaken.
Hulp- en airbagsystemen zijn
uitgeschakeld. De verlichting en
remlichten gaan uit. Schakel de
motor en het contact tijdens het
rijden alleen uit indien dat in een
noodgeval noodzakelijk is.
De auto starten bij lage
temperaturen
Het is mogelijk om de motor zonder
bijkomende verwarming te starten tot
-25 °C voor dieselmotoren en -30 °C
voor benzinemotoren. Motorolie met
de juiste viscositeit, de juiste brand‐
stof, uitgevoerd onderhoud en een
voldoende opgeladen accu zijn
vereist. Bij temperaturen onder
-30 °C moet de automatische versnel‐ lingsbak gedurende ca. vijf minuten
worden verwarmd. De keuzehendel
moet in stand P staan.
Automatische startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure van de motor. De bestuurder hoeft de
sleutel niet op stand 3 te houden of
Engine Start/Stop niet ingedrukt te
houden. Het eenmaal actieve
172Rijden en bediening(omhoog) staat, schakel dan de
eerste versnelling in of zet de
keuzehendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐ dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet. Op
een oplopende helling boven‐
dien de voorwielen van de
stoeprand wegdraaien.
Als de auto op een vlakke
ondergrond of een helling
(omlaag) staat, schakel dan de achteruitversnelling in of zet de keuzehendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐ dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet.
Bovendien de voorwielen naar
de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ramen en het schuif‐ dak.
● Trek de sleutel uit het contact‐ slot of schakel bij auto's met
een aan/uit-knop het contact
uit. Stuurwiel verdraaien totdat
het stuurslot merkbaar
vergrendelt.Bij auto's met automatische
versnellingsbak kan de sleutel
alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.
Voor auto's met geautomati‐
seerde versnellingsbak kan de
sleutel alleen uit het contactslot
worden verwijderd wanneer de
handrem is aangetrokken.
● Vergrendel de auto.
● Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 235.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Let op
Bij een ongeval waarbij airbags
worden geactiveerd, wordt de motor automatisch uitgeschakeld als de
auto binnen een bepaalde tijd tot stil‐
stand komt.
Noodfunctie bij extreem lage
temperaturen9 Waarschuwing
Deze noodhandeling mag alleen
bij extreem lage temperaturen
worden uitgevoerd en als de auto
op een vlakke ondergrond staat.
In landen waar de temperatuur
extreem laag kan zijn, kan het nood‐
zakelijk zijn de handrem niet in te
schakelen.
Dit is een noodoplossing die voor‐
komt dat de handrem bevriest.
Auto's met een geautomatiseerde
versnellingsbak, elektrische handrem
en aan/uit-knop
Bij auto's met een geautomatiseerde
versnellingsbak kunt u het contact
alleen afzetten als de parkeerrem is
Verzorging van de auto257Nr.Stroomkring18Carrosserieregelmodule19Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling, achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot/stuurslot27Carrosserieregelmodule28USB-aansluiting29–30Keuzehendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem/alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp/blindehoeksys‐
teem/infotainmentsysteem/
USB-aansluiting35OnStar36Info-Display/instrumenten‐
groep/cd-speler37Infotainmentsysteem, radio
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Auto's met elektriciteitsstekker: 1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.
2. Klap de linkerkant van de afdek‐ king naar voren. Geleid de beves‐
tigingsklem naar beneden; zie de
illustratie.
Zekeringenkast in bagageruimte
De zekeringenkast bevindt zich links
in de bagageruimte achter een
deksel.
Verwijder het deksel.
Klantinformatie311iPhone®
, iPod ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Aupeo! GmbH
AUPEO ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Aupeo! GmbH.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store zijn handelsmerken van Google Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische
componenten van uw auto bevat
gegevensopslagmodules die tijdelijk of permanent technische gegevens
over de staat van de auto, voorvallen en fouten opslaan. In het algemeen
documenteert deze technische infor‐
matie de staat van onderdelen,
modules, systemen of de omgeving:
● bedrijfsomstandigheden van systeemcomponenten (bijv.
vulniveaus)
● statusberichten van de auto en de componenten ervan (bijv.
aantal wielomwentelingen / rota‐
tiesnelheid, afremming, dwars‐
acceleratie)
● storingen en defecten in belang‐ rijke systeemcomponenten● reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van
airbag, activering van stabiliteits‐
regeling)
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die op afgelegde routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als diensten worden gebruikt (bijv. reparaties, serviceprocessen, garan‐
tiegevallen, kwaliteitsborging)
kunnen medewerkers van het servi‐
cenetwerk (met inbegrip van de fabri‐ kant) deze technische informatie
lezen in de gebeurtenis- en foutgege‐
vensopslagmodules waarbij speciale
diagnostische apparaten worden
gebruikt. Raadpleeg desgewenst
deze werkplaatsen voor meer infor‐
matie. Na het corrigeren van een fout worden de gegevens gewist uit de
foutopslagmodule of worden ze cons‐
tant overschreven.
314TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 164
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............285, 290
Aanduidingen op banden ..........261
Aanhangerstabilisatie ................232
Aanhanger trekken ....................228
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 234
Accu ........................................... 239
Achterlichten .............................. 245
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................216
Achteruitrijlichten .......................147
Actieve noodrem......................... 203
Adaptieve cruise control .....117, 192
Afmetingen auto ........................298
Afslagverlichting ......................... 141
Afstand tot voorligger .................114
Airbag deactiveren ....................... 65
Airbag-deactivering .................... 112
Airbag en gordelspanners .........112
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 152
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 161
Alarmknipperlichten ...................145
Algemene informatie .................. 228Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 163
Andere auto slepen ...................280
Antiblokkeersysteem .................182
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 103
Autogegevens ............................ 290
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 140
Automatische versnellingsbak ...175
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 279
Auto stallen ................................. 234
Autostop ..................................... 168
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................269
Bandenspanning .......................261
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 115, 263
Bandenspanningswaarden ........301
Batterijspanning .........................127
Bedieningsorganen ......................94
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 283
315Beladingsinformatie .....................91
Beslagen lampglazen ................147
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 188
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............148, 252
Blindehoeksysteem ....................214
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................259
Boordinformatie .........................126
Brandstof .................................... 225
Brandstofmeter .......................... 109
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 227
Brandstof voor benzinemotoren 225
Brandstof voor dieselmotoren ...225
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................98
Buitenverlichting .........................139
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 95
Conformiteitsverklaring ...............305
Contactslotstanden ....................163
Controlelampen ..................107, 111
Controle over de auto ................163
Controles .................................... 235
Cruise control ....................116, 188D
Dagrijlicht ................................... 141
Dagteller .................................... 108
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 91
Dakdrager .................................... 91
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 241
Dimlicht of grootlicht ...................139
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........118
E Elektriciteitsstekker .....................101
Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........100
Elektrische handrem ...........113, 183
Elektrische handrem defect ........113
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 252
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 177, 181
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...114
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 186
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............114Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............154
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............307
Event Data Recorders (EDR) .....311
F FlexOrganizer .............................. 85
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...200
G Geautomatiseerde versnellingsbak .......................179
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..310
Geluidssignalen .........................126
Gereedschap ............................. 259
Geurverspreider.......................... 101
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................89
Gloeilamp vervangen ................242
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 111
Gordijnairbagsysteem .................. 65
Grootlicht ........................... 116, 140
Grootlichtassistentie ...................116
318VValetmodus................................. 123Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 268
Vaste luchtroosters ....................160
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................58
Veiligheidsnet .............................. 88
Velgen en banden .....................261
Ventilatie ............................... 56, 151
Verbanddoos ............................... 90
Vergrendelingssysteem ...............36
Verkeersbordherkenning ....117, 218
Verlichting middenconsole ........149
Verlichtingsfuncties..................... 149
Verlichting zonneklep ................148
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ......175, 179
Verstelbare luchtroosters ........... 159
Vertraagde uitschakeling stroom 166
Verwarmde spiegels ....................41
Verwarmd stuurwiel .....................95
Verwarming ........................... 56, 58
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 151
Verwerking van sloopauto .........235
Verzorging .................................. 281
Verzorging exterieur ..................281
Verzorging interieur ...................283
Vloerplaat bagageruimte .............84Voertuiggewicht .........................297
Voertuigidentificatienummer ......288
Voertuigkrik................................. 259 Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............117
Voorruit ......................................... 42
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................115
W
Waarschuwingslampen ..............107
Werkzaamheden uitvoeren .......235
Wieldoppen ................................ 268
Wiel verwisselen ........................272
Winterbanden ............................ 261
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......97
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........95
Wisserblad vervangen ...............241
Z
Zekeringen ................................. 252 Zekeringenkast in bagageruimte 257
Zekeringenkast in motorruimte ..253
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............255
Zitplaatsen achterin ......................57
Zonnedak ..................................... 45
Zonnekleppen .............................. 44
Zijdelings airbagsysteem .............64Zijmarkeringslichten.................... 139
Zijrichtingaanwijzers ..................251