5–95
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Radio data systeem (RDS) *
Alternatieve frequentie (AF)
AF functioneert voor de FM zenders.
Schakel de AF modus in. Als de radio-
ontvangst van de huidige zender zwakker
wordt, schakelt het systeem automatisch
over naar een andere zender.
Als u naar een regionaal programma
wilt blijven luisteren, de Regio (REG)
vergrendelmodus inschakelen.
AF/REG in- of uitschakelen
Selecteer in de FM modus het
pictogram om over te schakelen naar het
FM instellingenscherm. AF/REG in- of
uitschakelen gebeurt als volgt:
(AF modus aan/uit)
Selecteer aan/uit op het FM instelscherm.
(REG modus aan/uit)
Selecteer aan/uit terwijl de AF modus is
ingeschakeld.
Verkeersinformatie (TA)
Selecteer
tijdens FM/AM ontvangst om
over te schakelen naar de TA-modus.
Als in de TA-modus een TA-uitzending
wordt ontvangen, krijgt de TA-uitzending
voorrang, zelfs wanneer andere functies
(FM, CD, USB-apparaat, AUX, BT-
audio, Aha™ radio of Stitcher™
radio) worden gebruikt, en wordt
“Verkeerswaarschuwing” getoond. Als een TA op het Amusementscherm
wordt ontvangen, wordt
op het
scherm getoond. Selecteer
om de
ontvangen TA te annuleren en terug te
keren naar TA ontvangst standby. Als een
TA wordt ontvangen op een ander scherm
dan het Amusementscherm, worden de
keuzeschermen voor
, en
op het scherm getoond. Als
wordt geselecteerd, wordt het keuzescherm
uitgeschakeld wanneer een TA wordt
ontvangen terwijl de ontvangst van TA’s
doorgaat.
Selectie uit de zenderlijst
De lijst van ontvangbare RDS
radiozenders wordt getoond. U kunt
de zender die u wilt beluisteren
gemakkelijk uit de lijst selecteren. Als
een radiozendernaam niet beschikbaar is,
wordt de frequentie getoond. Ook kunnen
radiozenders die geprogrammeerd zijn
onder een Genre code (Programmatypen
zoals Rock, Nieuws, enz.) ook afzonderlijk
per categorie getoond worden.
OPMERKING
Afhankelijk van de ontvangstcondities
kan het enige tijd duren voordat de
zenderlijst wordt getoond.
1. Selecteer het
pictogram om de lijst
met radiozenders te tonen.
2. Selecteer de radiofrequentie om af te
stemmen op de radiozender.
5–107
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
Gebruik van de AUX modus
Weergave
1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het Amusementscherm te tonen.
2. Selecteer
om over te schakelen naar de AUX-modus. De volgende pictogrammen
worden getoond op het onderste gedeelte van de middendisplay.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
Toont de geluidsinstellingen voor het afstellen van het audiokwaliteitsniveau.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-90 .
OPMERKING
Als een apparaat niet op de ingang voor extra apparatuur is aangesloten, schakelt de
modus niet over naar de AUX modus.
Stel het audiovolume af met behulp van het draagbare audioapparaat, de
commanderschakelaar of de audiobedieningsschakelaar.
Audio-afstellingen kunnen ook worden gemaakt met behulp van de volume-instelling
van de draagbare audioapparatuur.
Als in de AUX modus de aansluitstekker uit de ingang voor extra apparatuur wordt
getrokken, kan er zich storing voordoen.
5–122
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Beschikbare taal *
De taal kan gewijzigd worden.
Zie Instellingen op pagina 5-148 .
OPMERKING
Afhankelijk van de taal, is het mogelijk
dat deze enkel beschikbaar is voor
de schermdisplay maar niet voor de
spraakherkenning.
Bluetooth ® audio
Bluetooth ® speci ¿ catie van toepassing
(Aanbevolen)
Ver. 1.1/1.2/2.0
EDR/2.1 EDR/3.0
(conformiteit)
Responspro ¿ el
A2DP (Advanced Audio Distribution
Pro ¿ le) Ver. 1,0/1,2
AVRCP (Audio/Video Remote Control
Pro ¿ le) Ver. 1.0/1.3/1.4
A2DP is een pro ¿ el dat enkel audio naar
de Bluetooth
® eenheid verzendt. Als
uw Bluetooth ® audioapparatuur enkel
correspondeert met A2DP, maar niet met
AVRCP, kunt u deze niet bedienen met het
bedieningspaneel van de audio-installatie
van de auto. In dit geval is alleen de
bediening op het mobiele apparaat
beschikbaar, hetzelfde als wanneer een
draagbaar audioapparaat of een niet-
compatibel Bluetooth
® apparaat op de
AUX ingang wordt aangesloten.
Functie A2DP AVRCP
Ve r.
1,0 Ve r.
1,3 Ve r.
1,4
Weergave X X X X
Pauze X X X X
Bestand
(Spoor)
vooruit/terug — X X X
Terugspoelen — — X X
Snelvooruitspoelen — — X X
Tekstdisplay — — X X
Herhalen — —
Afhankelijk
van het
apparaat Afhankelijk
van het
apparaat
Shuf À e — — Afhankelijk
van het
apparaat Afhankelijk
van het
apparaat
10–3
Index
Audio-installatie
AUX/USB-modus ......................... 5-19
Antenne ......................................... 5-23
Audiobedieningsschakelaar........... 5-17
Audioset [Type B
(aanraakscherm)] ........................... 5-85
Audioset [type A (niet-
aanraakscherm)] ............................ 5-24
Bijlage ......................................... 5-156
Voordat u de audio-installatie gaat
gebruiken ....................................... 5-17
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
AUX ............................................ 5-107
Bluetooth
® ................................... 5-115
CD-speler .................................... 5-100
DVD speler.................................. 5-104
Digital Audio Broadcasting (DAB)
radio............................................... 5-97
Instellingen .................................. 5-148
Oplossen van problemen ............. 5-151
Radio ............................................. 5-93
Radio (RDS) .................................. 5-93
Spraakherkenning ........................ 5-145
Toepassingen ............................... 5-150
USB ............................................. 5-108
Volume/Display/Geluid
regelaars ........................................ 5-90
Audioset [type A (niet-aanraakscherm)]
Bluetooth ....................................... 5-46
AUX .............................................. 5-36
Aan/uit/Volume/
Geluidsregelaars ............................ 5-24
CD-speler ...................................... 5-32
Foutaanduidingen .......................... 5-45
iPod-modus ................................... 5-42
Klok ............................................... 5-26
Oplossen van problemen ............... 5-81
Radio ............................................. 5-28
Radio (RDS) .................................. 5-28
Spraakherkenning .......................... 5-77
USB ............................................... 5-38
AUTOHOLD .................................... 4-105 AUTOHOLD
waarschuwingszoemer ........................ 7-75
Automatische transmissie ................... 4-65
Actieve aangepaste overschakeling
(AAS) ............................................ 4-69
Bedieningsorganen van automatische
transmissie ..................................... 4-65
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-69
Rijtips ............................................ 4-76
Schakelblokkeersysteem ............... 4-66
Schakelstanden .............................. 4-67 B
Bagageruimte .................................... 5-178
Ogen voor het vastzetten van
lading ........................................... 5-178
Onderste laadcompartiment ........ 5-178
Bagageruimteverlichting ................... 5-170
Banden ................................................ 6-49
Bandenspanning ............................ 6-49
Lekke band .................................... 7-17
Noodreservewiel ........................... 6-52
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-50
Sneeuwkettingen ........................... 3-77
Technische gegevens ..................... 9-10
Vervangen van een band................ 6-51
Vervangen van een wiel ................ 6-52
Winterbanden ................................ 3-76
Bandenspanningscontrolesysteem .... 4-260
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-121
Bekerhouder ...................................... 5-175
Berichten die verschijnen op de
display ................................................. 7-69
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ................................ 7-67
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal
beveiligingssysteem ...................... 3-65
Start-blokkeersysteem ................... 3-63