85
1 1-3. Antidiefstalsysteem
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Startblokkering
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje stopt met knippe-
ren als het contact in stand ACC of
AAN wordt gezet om aan te geven dat
het systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het hybridesysteem gestart kan worden met een sleutel die
niet in een eerder stadium is geregistreerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar absolute bevei-
liging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gegarandeerd.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 85 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
992. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1
Waarschuwingslampje
remsysteem (→Blz. 460)
*2, 3
(indien
aanwezig)
Controlelampje AFS OFF
(→Blz. 462)
*2, 4Laadstroomcontrolelampje
(→Blz. 460)*1, 3Controlelampje
Brake Hold-systeem
(→Blz. 462)
*2Motorcontrolelampje
(→Blz. 460)*3Waarschuwingslampje
parkeerrem
(→Blz. 462)
*2Waarschuwingslampje SRS
(→Blz. 460)*1Waarschuwingslampje
remsysteem
(→Blz. 462)
*1Waarschuwingslampje ABS
(→Blz. 461)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→Blz. 462)
*2Waarschuwingslampje
elektrische
stuurbekrachtiging
(→Blz. 461)Controlelampje
veiligheidsgordel
(→Blz. 462)
*2, 3
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
(Pre-Crash Safety-systeem)
(→Blz. 461)
*2
Centraal
waarschuwingslampje
(→Blz. 462)
*1
Controlelampje
Traction Control
(→Blz. 461)
*2
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(→Blz. 463)
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje LKA
(→Blz. 463)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 99 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1032. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het controlelampje READY
is ingeschakeld. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*3: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*4: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*5: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*6: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende ongeveer 10 seconden knipperen en blijft daarna branden.
*7: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*8: Om aan te geven dat het systeem werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspie-
gels in de volgende situaties branden:
• Wanneer het contact AAN staat en de BSM-functie wordt geactiveerd via
van het multi-informatiedisplay.
• Wanneer de BSM-functie is ingeschakeld via van het multi-informatiedis-
play en het contact AAN wordt gezet.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspiegels
na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de buitenspiegels niet gaan branden of niet uitgaan,
kan er een storing in het systeem zijn opgetreden.
Laat wanneer dit het geval is de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*9: Dit lampje gaat branden in de buitenspiegels.
WA A R S C H U W I N G
■Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschuwingslampje
SRS niet gaan branden als u het hybridesysteem start, kan dat betekenen dat deze sys-
temen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van een ongeval, waardoor
ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat wanneer dit het geval is de auto onmiddellijk
controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 103 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
2874-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Display werking Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor ondersteunende systemen.
■Voorwaarden voor werking van de functies
●Werking Lane Departure Alert
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• Het LKA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• Het systeem herkent witte (gele) lijnen.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een straal van meer
dan ongeveer 150 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (→Blz. 290)
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) in van het multi-infor-
matiedisplay is “On” (aan). (→Blz. 111)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• Behalve voor Israël: De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weerge-
geven. (→Blz. 289)
3
Binnenzijde van de weergegeven
witte lijnen is witBinnenzijde van de weergegeven
witte lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen herkent. Als de auto de rij-
strook verlaat, knippert de witte lijn die
wordt weergegeven aan de zijde waar
de auto de strook verlaat oranje.Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen niet kan herkennen of tij-
delijk is uitgeschakeld.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 287 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
●Waarschuwing voor slingeren
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waarschuwing voor slingeren) in van
het multi-informatiedisplay is “On” (aan). (→Blz. 111)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (→Blz. 290)
●Functie midden rijstrook
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• Het LKA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) en “Lane Center” (midden rij-
strook) in van het multi-informatiedisplay is “On” (aan). (→Blz. 111)
• Het systeem herkent witte (gele) lijnen.
• De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik werkt.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 2,5 - 4,1 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een straal van meer
dan ongeveer 200 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (→Blz. 290)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• Behalve voor Israël: De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weerge-
geven. (→Blz. 289)
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt een functie mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan,
wordt de werking van de functie automatisch hervat. (→Blz. 287)
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-functie
Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de bestuurder mogelijk niet dat de functie in werking is
of werkt de functie mogelijk helemaal niet.
■Werking Lane Departure Alert
De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht te horen door geluiden van buiten, afspelen
van muziek, enz. Ook zijn trillingen van het stuurwiel mogelijk niet goed voelbaar door
de wegomstandigheden, enz.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 288 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht overeenkom-
stig de bediening van de remmen.
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
◆VGRS (Variable Gear Ratio Steering (stuurinrichting met variabele over-
brengingsverhouding)) (indien aanwezig)
Regelt de hoek waaronder de voorwielen worden gedraaid op basis van de
rijsnelheid en de beweging van het stuurwiel.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto
uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de
omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen
als u de auto bedient.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 324 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
◆DRS (Dynamic Rear Steering) (indien aanwezig)
Draagt bij aan het bochtengedrag en reactievermogen van de auto door de
wieluitslag van het achterwiel iets aan te passen overeenkomstig de beweging
van het stuurwiel.
◆Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij het wegrijden op een helling.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminderen
◆AVS (Adaptive Variable Suspension-systeem) (indien aanwezig)
De dempingskracht van de schokdempers van elk van de 4 wielen wordt
onafhankelijk geregeld overeenkomstig de weg- en rijomstandigheden. Hier-
door vergroot dit systeem het rijcomfort met een uitstekende stabiliteit en
wordt gezorgd voor een stabiele wegligging.
Als de modus SPORT S+ is geselecteerd met de rijmodusselectieschakelaar,
is de dempingskracht geschikt voor sportief rijden (→Blz. 312)
◆LDH (Lexus Dynamic Handling-systeem) (indien aanwezig)
Zorgt voor een onafhankelijke regeling van VGRS, DRS en EPS. Draagt bij
aan het bochtengedrag bij lage snelheden, het reactievermogen bij middel-
hoge snelheden en veiligheid bij hoge snelheden door de stuurhoek van de
voor- en achterwielen te regelen overeenkomstig de bediening van het stuur-
wiel en de rijsnelheid.
◆VDIM (Vehicle Dynamics Integrated Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling van ABS, Brake Assist, TRC, VSC, Hill
Start Assist Control, EPS, VGRS (indien aanwezig) en DRS (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht, het vermogen van het hybridesys-
teem, de stuurbekrachtiging, de overbrengingsverhouding van de stuurin-
richting en de wieluitslag van de achterwielen aan te passen.
◆Noodstopsignaal
Wanneer u het rempedaal onverhoeds intrapt, knipperen de remlichten auto-
matisch om de auto's achter u te waarschuwen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 325 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer het TRC/VSC/ABS-
systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de wielen beperken. Als u
dan op drukt om het systeem uit te schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
makkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
Als het TRC/VSC/ABS-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 326 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM