481-1. Voor een veilig gebruik
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het airbagsys-
teem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de SRS-airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademhaling onder-
vindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of verlaat de auto als
u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poederdeeltjes op uw huid zijn terecht-
gekomen, was deze er dan zo snel mogelijk af om huidirritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkus-
sen, de klep van het dashboardkastje en de bekleding van de voor- en achterstijlen,
beschadigd of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zonder eerst
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De airbags kunnen defect
raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgeblazen), waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of vervanging van het stuurwiel, het instrumen-
tenpaneel, het dashboard, het dashboardkastje, de stoelen of de stoelbekleding, de
voor-, midden- en achterstijlen en de dakzijrails
●Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zijkant van het
passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio (zend-/ont-
vanginstallatie) of CD-speler
●Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 48 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1172. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Weergave G-krachten
●De waarde van de G-krachten is mogelijk geen nul, ook al staat de auto geparkeerd,
bijvoorbeeld op een helling.
●Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto, komt de weergave van de
remvloeistofdruk mogelijk niet tot het maximale niveau, ook al wordt het rempedaal
volledig ingetrapt.
●Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten, wordt de weergave van de mate
van verdraaiing van het stuurwiel mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Nadat u een tijdje
met de auto hebt gereden, wordt de weergave weer ingeschakeld.
●Afhankelijk van de omstandigheden van de auto, wijzigt de weergave van de remvloei-
stofdruk mogelijk, ook al wordt het rempedaal niet ingetrapt.
■Weergave systeemcontrole
Nadat het contact AAN is gezet, wordt de startafbeelding weergegeven en wordt de
werking van het systeem gecontroleerd. Als de systeemcontrole is voltooid, wordt het
normale scherm weer weergegeven.
■Onderbreking van de weergave van de instellingen
In de volgende situaties wordt de weergave van de instellingen met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel onderbroken.
●Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
●Wanneer de auto begint te rijden
■Bandenspanning (indien aanwezig)
●Nadat het contact AAN is gezet, kan het enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven. Het kan ook enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven nadat de banden op spanning zijn gebracht.
●Mogelijk wordt er “---” weergegeven als de informatie van de banden niet kan worden
vastgesteld als gevolg van een slechte ontvangst van radiogolven.
●De bandenspanning verandert met de temperatuur. De weergegeven waarden kunnen
verschillen van de waarden die met andere bandenspanningmeters worden gemeten.
■Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De rij-informatie wordt gereset.
■LCD-scherm
→Blz. 109
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 117 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1363-1. Informatie over sleutels
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwachter
Zet de hoofdschakelaar van het openingssysteem van de achterklep uit en vergrendel
het dashboardkastje als de omstandigheden daarom vragen. (→Blz. 148, 370)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw mechanische sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe originele mechanische sleutel maken
met behulp van de andere originele mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw
plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige
plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elektronische
sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt kunnen worden als
u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt opgeborgen. Bij het indrukken van
de toetsen kan de elektronische sleutel radiogolven uitzenden die de bediening van het
vliegtuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft
een levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld. (→Blz. 496)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de
batterij indien nodig. (→Blz. 435)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
• Televisietoestellen
•Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Batterij vervangen
→Blz. 435
■Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 136 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1373-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig ze niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad
of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleutels en houd
de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
●Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden opwekken, bij-
voorbeeld televisietoestellen, audiosystemen en inductiekookplaten.
●Houd de sleutels uit de buurt van medische apparatuur, zoals laagfrequente thera-
peutische apparatuur en medische apparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van
microgolven, en zorg ervoor dat u pas medische zorg krijgt als u geen sleutels bij u
draagt.
■De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de buurt van ingeschakelde
elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezonden door elektrische appara-
ten die zich minder dan 10 cm van de elektronische sleutel vandaan bevinden, kunnen
de correcte werking van de sleutel hinderen.
■In geval van storingen in het Smart entry-systeem met startknop of andere proble-
men met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels die bij uw auto zijn geleverd en de
sleutelkaart, naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer u een elektronische sleutel verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanzienlijk groter dat de auto
wordt gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektronische sleutels en de
sleutelkaart die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 137 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1483-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
De schakelaar van het openingssysteem van de achterklep kan tijdelijk worden
uitgeschakeld om bagage in de bagageruimte tegen diefstal te beschermen.
Schakel de hoofdschakelaar in het
dashboardkastje uit om het openings-
systeem van de achterklep uit te scha-
kelen.
Aan
Uit
De achterklep kan nu ook niet worden
geopend met de afstandsbediening of
de knop voor het ontgrendelen van de
achterklep.
■Feedbacksignalen
Afstandsbediening: Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de achterklep is ontgren-
deld.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
■Bekrachtiging achterklepsluiting
Wanneer de achterklep nog enigszins geopend is, zal de bekrachtiging van de achter-
klepsluiting deze automatisch volledig sluiten.
■Functie die voorkomt dat de achterklep wordt vergrendeld terwijl de elektronische
sleutel zich in de bagageruimte bevindt
●Er klinkt een geluidssignaal als de achterklep wordt gesloten terwijl alle portieren zijn
vergrendeld en de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt.
In dat geval kan de achterklep worden geopend door op de schakelaar van de achter-
klep te drukken.
●Zelfs als de elektronische reservesleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle por-
tieren vergrendeld zijn, kan de beveiliging sleutel insluiten worden geactiveerd, zodat
de achterklep kan worden geopend. Neem alle elektronische sleutels mee als u de
auto achterlaat om diefstal te voorkomen.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle portieren ver-
grendeld zijn, wordt de sleutel mogelijk niet gesignaleerd, afhankelijk van de locatie
van de sleutel en de aanwezige radiogolven. In dit geval kan de beveiliging sleutel
insluiten niet worden geactiveerd, zodat de portieren zullen worden vergrendeld als de
achterklep wordt gesloten. Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als u
de achterklep sluit.
●De beveiliging sleutel insluiten kan niet worden geactiveerd als een van de portieren
ontgrendeld is. Open in dit geval de achterklep met het openingssysteem van de ach-
terklep.
Beveiligingssysteem bagageruimte
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 148 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1553-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven door de elektronische sleutel wordt gestopt.
■Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de vol-
gende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie tussen de elektronische
sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening
en de startblokkering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen:
→Blz. 527)
●Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender,
videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in de buurt
gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander draad-
loos communicatiemiddel bij u draagt
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radiogol-
ven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan niet
worden gebruikt als de energiebesparende
functie voor de batterij is ingeschakeld. Druk op
een van de toetsen van de elektronische sleutel
om de functie te annuleren.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 155 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1563-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Aanwijzing voor de instapfunctie (indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het systeem
in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij het
midden van de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de vloer achter of in
een portiervak of het dashboardkastje als het hybridesysteem wordt gestart of met de
startknop een andere stand wordt geselecteerd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portiervak-
ken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de radiogolven
wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto bevindt
en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektroni-
sche sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de portie-
ren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De auto kan ech-
ter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische sleutel signaleren.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als de
portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid dat
de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstandsbedie-
ning om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reactie
van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de auto.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem
met startknop uit te schakelen. (
→Blz. 155)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tijdens
het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portieren om het
alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of gebruik de
vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan het voorkomen
dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de portiergreep los en controleer
of de portieren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de portieren
mogelijk niet ontgrendeld.
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een portiergreep is vastgepakt,
mogelijk langer.
●Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het portier krassen. Zorg
ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet beschadigd raken.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 156 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
1573-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Aanwijzing voor de startknopfunctie
●Zelfs wanneer de elektronische sleutel zich binnen het effectieve bereik (detectiegebied)
bevindt, werkt het systeem mogelijk niet goed wanneer de elektronische sleutel op het
dashboard, op de hoedenplank, op de vloer of in de portiervakken of het dashboard-
kastje ligt wanneer het hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt
gewijzigd.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische
sleutel niet binnen een afstand van 2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld. (→Blz. 561)
■Voor een juiste bediening van het systeem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt bewaard,
wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waardoor het sys-
teem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die
voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
●Laat de elektronische sleutel niet in de bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten van de sleutel functioneert mogelijk niet als de
sleutel zich op bepaalde locaties bevindt, zoals vlak bij een reservewiel (indien aanwe-
zig), in de binnenrand van de bagageruimte, of door de omstandigheden waarin de sleu-
tel zich bevindt (zoals in een tas van metaal(folie) of dicht bij een metalen voorwerp) of in
de buurt van storende radiogolven. (
→Blz. 148)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en het openen van de achterklep:
gebruik de mechanische sleutel. (→Blz. 527)
●Starten van het hybridesysteem: →Blz. 528
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop) kunnen worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 561)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en openen van de achterklep:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (→Blz. 139, 147, 527)
●Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact: →Blz. 528
●Uitschakelen van het hybridesysteem: →Blz. 218
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 157 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM