
3-65
Handige voorzieningen in uw auto
3
- Storing in Autonomous
Emergency Braking (AEB) (indien
van toepassing)
- Storing in Smart Cruise Control (indien van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS, indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.Waarschuwingslampje lage bandenspanning
(indien vantoepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden :
Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
Als de spanning van een of meer banden aanzienlijk te laag is.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Dit waarschuwingslampje blijft
branden nadat het ongeveer 60
seconden heeft geknipperd, of het
gaat herhaaldelijk knipperen met
intervallen van ongeveer 3
seconden:
In het geval van een storing in het TPMS.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.

3-70
Handige voorzieningen in uw auto
Controlelampje SPORT-modus
Dit controlelampje gaat branden :
Als de bestuurder de selectiehendel in stand S (Sport)
zet.
Zie "Double clutch-transmissie" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Controlelampje ECO- modus
Dit controlelampje gaat branden :
Als de bestuurder de selectiehendel in stand D (Drive)
zet.
Zie "Double clutch-transmissie" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Waarschuwingslampje Autonomous
Emergency Braking (AEB) (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden :
Als het AEB-systeem is uitgeschakeld.
Als de radarsensor of de kap bedekt is met vuil of sneeuw. Controleer de sensor en de kap en
reinig ze met een zachte doek.
In het geval van een storing in de AEB. In dat geval adviseren we uuw auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje Lane
Keeping Assist-
systeem (LKAS)
(indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden :
[Groen] Wanneer aan de voorwaarden voor de werking van
het LKAS wordt voldaan.
[Wit] Wanneer niet aan de voorwaarden voor de werking van
het systeem wordt voldaan of
wanneer de sensor geen
rijstrookmarkering signaleert.
[Geel] In het geval van een storing in het Lane Keeping Assist-systeem.
In dat geval adviseren we u uw auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Zie "Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS)" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.

3-86
Handige voorzieningen in uw auto
Onderhoud is vereist
Als u het voorgeschreven
onderhoudsinterval overschrijdt,
wordt elke keer dat u het contact
AAN zet, de melding "Service
required" (onderhoud is vereist)
weergegeven.
Resetten van het ingestelde
onderhoudsinterval in kilometers ofdagen houd de toets OK langer dan
1 seconde ingedrukt.
Onderhoud over UIT
Als het onderhoudsinterval niet is
ingesteld, wordt de melding "Service
in OFF" (onderhoud over UIT)
weergegeven op het LCD-display.Informatie
Onder de volgende omstandigheden
wordt het aantal km of dagen
mogelijk niet correct weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de
zekeringschakelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest. Waarschuwingsmelding
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau
(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB) (indien vantoepassing)
- Storing in Smart Cruise Control (indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering
i
OTL045297LOTL045299L

3-87
Handige voorzieningen in uw auto
3
Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Rijbegeleiding
2. Portier
3. Verlichting
4. Geluid
5. Gebruiksgemak
6. Onderhoudsinterval
7. Overige Functies
8. Reset
De gegeven informatie varieert
afhankelijk van de functies die in uwauto beschikbaar zijn.1. Rijbegeleiding
Lane Keeping Assist-systeem
- Lane Departure/Standard
LKA/Active LKA
Instellen van de gevoeligheid van
het Lane Keeping Assist-systeem.
Zie "Lane Keeping Assist-
systeem" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
Smart Cruise Control
- Respons (langzaam/normaal/snel) Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control.
Zie "Advanced Smart Cruise
Control" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie. Forward Collision Warning
- Autonomous Emergency Braking
In- en uitschakelen van het AEB- systeem.
- Laat/normaal/vroeg Instellen van eerste
waarschuwingsmoment van het
Autonomous Emergency Braking-systeem.
Zie "Autonomous EmergencyBraking (AEB)" in hoofdstuk 5
voor meer informatie.
Rear Collision Warning
- Rear Cross Traffic Alert
In- en uitschakelen van het Rear
Cross Traffic Alert-systeem.
- Geluid Blind Spot Detection In- en uitschakelen van het BlindSpot Detection-geluid.
Zie "Blind Spot Detection" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.

3-94
Handige voorzieningen in uw auto
Waarschuwingsmodus
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB)
- Storing in Smart Cruise Control
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing) Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Rijbegeleiding
2. Portier
3. Verlichting
4. Geluid
5. Gebruiksgemak
6. Onderhoudsinterval
7. Overige Functies
8. Reset
De gegeven informatie varieert
afhankelijk van de functies die in uwauto beschikbaar zijn.
1. Rijbegeleiding
Lane Keeping Assist System
- Lane Departure/Standard
LKA/Active LKA
Instellen van de gevoeligheid van
het Lane Keeping Assist-systeem.
Zie "Lane Keeping Assist-
systeem" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
Respons Smart Cruise Control
- Langzaam/normaal/snel Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control.
Zie "Smart Cruise Control" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.

3-95
Handige voorzieningen in uw auto
3
In- en uitschakelen van Autonomous
Emergency Braking (AEB).
Zie "Autonomous Emergency
Braking (AEB)" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
Forward Collision Warning
- Laat/normaal/vroegInstellen van eerste
waarschuwingsmoment van het
Autonomous Emergency Braking-systeem.
Zie "Autonomous EmergencyBraking (AEB)" in hoofdstuk 5
voor meer informatie. Rear Cross Traffic Alert
In- en uitschakelen van het Rear
Cross Traffic Alert-systeem. Zie "Blind Spot Detection" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Geluid Blind Spot Detection
In- en uitschakelen van het Blind Spot Detection-geluid. Zie "Blind Spot Detection" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
2. Portier
Automatisch vergrendelen
- Disable (uitschakelen): de
automatische portiervergrendeling
wordt uitgeschakeld.
- Enable on Speed (inschakelen bij snelheid): alle portieren worden
automatisch vergrendeld als de
rijsnelheid hoger wordt dan 15km/h.
- Enable on Shift (inschakelen bij schakelen): alle portieren worden
automatisch vergrendeld wanneer
de selectiehendel van de
automatische transmissie vanuit
stand P (parkeren) in stand R
(achteruit), N (neutraal) of D
(rijden) wordt gezet.

Rijden met uw auto
Vóór het rijden .......................................................5-4Vóór het instappen ...........................................................5-4
Vóór het starten ................................................................5-4
Contactslot ..............................................................5-5 Contactslot ..........................................................................5-6
Startknop .............................................................................5-9
Double clutch-transmissie ..................................5-15 Werking Double clutch-transmissie ...........................5-15
Parkeren ............................................................................5-23
Goede rijgewoonten .......................................................5-24
Remsysteem ..........................................................5-26 Rembekrachtiging ...........................................................5-26
Remblokslijtage-indicatoren.........................................5-27
Parkeerrem .......................................................................5-27
Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................................5-30
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) .....................5-32
Vehicle Stability Management (VSM).........................5-35
Hill-Start Assist Control (HAC) ....................................5-37
Noodstopsignaal (ESS - Emergency Stop Signal) ..5-37
Goede remgewoonten ....................................................5-38 Blind spot detection-systeem (BSD) ................5-39
BSD (Blind Spot Detection)/
LCA (Lane Change Assist) ...........................................5-40RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ..................................5-44
Beperkingen van het system .......................................5-46
Autonomous emergency braking (AEB) ...........5-48 Systeeminstelling en -activering.................................5-48
AEB-waarschuwingsmelding en systeemregeling ..5-50
AEB-radarsensor vóór ..................................................5-53
Storing in het systeem...................................................5-54
Beperkingen van het systeem .....................................5-56
Lane keeping assist-systeem (LKAS) ...............5-61 Werking LKAS ..................................................................5-62
Waarschuwingslampje en - melding ..........................5-66
Wijzigen LKAS-functie ..................................................5-67
Beperkingen van het systeem .....................................5-68
Snelheidsbegrenzingssysteem ...........................5-69 Bediening snelheidsbegrenzer .....................................5-69
5

5-48
Rijden met uw auto
Het AEB-systeem (Autonomous
Emergency Braking) (indien van
toepassing) is ontworpen om de
voorligger te signaleren en in de gaten
te houden of om een voetganger op
de weg te signaleren door middel van
radarsignalen en cameraherkenning.
De bestuurder wordt gewaarschuwd
dat een aanrijding zeer waarschijnlijk
is en, indien nodig, wordt een
noodstop uitgevoerd.Systeeminstelling en - activering
Systeeminstelling
De bestuurder kan de AEB activeren door het contact in stand ON te
zetten en het volgende te selecteren: Instrumentenpaneel type A
'User Settings' (gebruikersinstellingen)
'Driving Assist' (rijbegeleiding)
Forward Collision Warning
Autonomous Emergency Braking
AA UU TTOO NNOO MM OOUUSS EE MM EERR GG EENN CCYY BB RRAA KKIINN GG (( AA EEBB )) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van Autonomous
Emergency Braking (AEB):
Het systeem dient slechts als
hulpmiddel en vermindert niet
de noodzaak om zeer
voorzichtig en oplettend te
rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt
en niet alle objecten worden
even goed gesignaleerd. Lette allen tijde op dewegomstandigheden.
Rijd NOOIT harder dan de wegomstandigheden of de
bochten toelaten.
Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen. AEB
brengt de auto niet volledig
tot stilstand en voorkomt
geen aanrijdingen.
WAARSCHUWING
■Type A■Type B
OAE056095L/OAE056022L