159
Transversal-Citroen_nl_Chap03_RD6_ed01-2016
Als er al een CD in het apparaat
zit die u wilt beluisteren, druk
dan herhaalde malen op de toets
SOURCE om "CD" te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
map van de CD te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
track van de CD te kiezen.
Druk op de toets LIST om de
speellijsten van de MP3 - CD weer te
geven.
Houd een van de toetsen ingedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
Bluetooth® streaming audio
Streaming biedt de mogelijkheid
audiobestanden van de telefoon via de
luidsprekers van de auto te beluisteren.
Koppel de telefoon.
(Zie de rubriek " Koppelen van een telefoon ").
Via de toetsen op het bedieningspaneel van
de radio en de bediening op het stuur wiel
kunt u op de audiobestanden selecteren**. De
informatie over de muziekstukken kan op het
scherm worden weergegeven. Activeer de bron Streaming door op
de toets SOURCE
* te drukken.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie
in de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists).
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
* In sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetsenbord worden
geactiveerd.
** Als de telefoon deze functie ondersteunt. De
kwaliteit van de weergave is afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
.
Audio en telematica
161
Transversal-Citroen_nl_Chap03_RD6_ed01-2016
Telefoon
Koppelen van een Bluetooth®-telefoon
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan het handsfree Bluetooth-systeem van
uw autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd
bij stilstaande auto en met aangezet
contact.
Welke diensten beschikbaar zijn,
is afhankelijk van het netwerk, de
simkaart en de compatibiliteit van de
gebruikte Bluetooth-apparaten.
Bekijk de handleiding van uw telefoon
en neem contact op met uw provider
om te weten welke diensten voor u
beschikbaar zijn. Activeer de Bluetooth-functie van
uw telefoon en zorg ervoor dat
deze "zichtbaar is voor iedereen"
(configuratie van de telefoon).
Raadpleeg de website van het merk
voor meer informatie (compatibiliteit,
extra informatie, ...).
* Als uw telefoon volledig compatibel is. Via het menu " Telefoon " hebt u onder andere
toegang tot de volgende functies:
" Telefoonboek " *, "Logboek gesprekken ",
" Raadplegen van gekoppelde apparaten ".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig
zijn toestemming te geven voor de toegang van
het systeem tot de verschillende functies.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u
het nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt
aantal keren.
Op het scherm wordt een melding
weergegeven ter bevestiging dat de koppeling
is geslaagd.Procedure vanaf de telefoon
Voltooien van de koppeling
Procedure vanaf het systeem
Selecteer de naam van het systeem
in de lijst van gedetecteerde
apparaten. Ongeacht of u de procedure vanaf de
telefoon of die vanaf het systeem hebt
gebruikt, moet u, om de koppeling
te voltooien, de weergegeven code
correct in het systeem en in uw telefoon
invoeren en vervolgens bevestigen.
Druk op de toets MENU .
Selecteer " Verbindingen ".
Bevestig met OK.
Er wordt een venster geopend met de melding
"Bezig te zoeken".
Selecteer in de lijst van gedetecteerde
randapparatuur de te koppelen telefoon. U kunt
slechts één telefoon per keer koppelen. Bevestig met OK. Selecteer " Extern apparaat zoeken
via Bluetooth ".
Informatie en adviezen
.
Audio en telematica
163
Transversal-Citroen_nl_Chap03_RD6_ed01-2016
Aannemen van een gesprek
Een binnenkomend gesprek wordt
aangekondigd door een beltoon en de weergave
van een bovenliggend venster op het scherm.Selecteer met de toetsen het tabblad
"JA " op het scherm.
Bevestig met OK.
Bevestig met OK.
Druk op deze stuur wieltoets om het
gesprek aan te nemen.
Bellen
Via het menu " Telefoon
".
Selecteer " Bellen ".
Selecteer " Logboek ".
Selecteer " Nummer kiezen
".
Of Of
Selecteer " Telefoonboek ".
Houd een van deze toetsen langer
dan twee seconden ingedrukt om het
telefoonboek te openen. Vervolgens
kunt u met de draaiknop door het
telefoonboek scrollen. Via het menu " Telefoon
".
Selecteer " Ophangen ".
Beëindigen van een gesprek
Druk tijdens een telefoongesprek
langer dan twee seconden op een
van deze toetsen.
Bevestig met OK
om het gesprek te
beëindigen.
Het systeem opent het telefoonboek
van de telefoon (afhankelijk van de
compatibiliteit) wanneer deze via
Bluetooth is verbonden.
U kunt vanaf bepaalde Bluetooth-
telefoons een contact importeren naar het
telefoonboek van de autoradio.
De op deze wijze geïmporteerde contacten
worden opgeslagen in een telefoonboek
dat u altijd kunt openen, ongeacht welke
telefoon met het systeem is verbonden.
Het menu van het telefoonboek is niet
beschikbaar zolang het telefoonboek leeg is.
.
Audio en telematica
165
Transversal-Citroen_nl_Chap03_RD6_ed01-2016
Druk op MENU als u gegevens van
contacten wilt veranderen, selecteer
dan " Telefoon " en bevestig uw
keuze.
Selecteer " Beheer index " en
bevestig uw keuze.
U kunt kiezen uit:
- " Een bestand raadplegen ",
- " Een bestand verwijderen ",
- " Alle bestanden verwijderen ".
Houd SRC/TEL enige tijd ingedrukt
om het telefoonboek te openen. Het systeem heeft, afhankelijk van
de compatibiliteit van de telefoon en
gedurende de Bluetooth-verbinding,
toegang tot het telefoonboek van de
telefoon.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde
Bluetooth-telefoons kunt u contacten
vanuit de telefoon opslaan in het
geheugen van de autoradio.
De op deze manier geïmporteerde
contacten worden opgeslagen in
een telefoonboek dat, ongeacht
welke telefoon is gekoppeld, vrij
toegankelijk is.
Het menu van het telefoonboek is
niet beschikbaar als het telefoonboek
leeg is. Selecteer " Telefoonboek
" voor een
overzicht van alle contacten.
Telefoonboek
Bevestig met OK.
OF
Spraakherkenning
Dankzij deze functie kunt u de
spraakherkenning van uw smartphone via het
systeem gebruiken.
Starten van de spraakherkenning (afhankelijk
van het type stuurkolomschakelaars):
Houd het uiteinde van de lichtschakelaar enige
tijd ingedrukt.Druk op deze toets.
Voor de spraakherkenning is een
compatibele smartphone nodig die via
Bluetooth met de auto is verbonden.
.
Audio en telematica
166
In de volgende tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw autoradio.VR A AG ANTWOORD OPLOSSING
Na het afzetten van de
motor wordt de radio
na enkele minuten
automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is oververhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Veelgestelde vragen
VR A AG
ANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (Volume,
Bass, Hoge tonen, Geluidseffect, Loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (Volume,
Bass, Hoge tonen, Geluidseffect, Loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (Bass, Hoge
tonen, Balans V-A, Balans L-R) in de middelste
stand te zetten, de geluidssfeer "Geen" te
selecteren en de functie Loudness in de stand
"Actief " te zetten als de CD-speler is geselecteerd
en in de stand "Inactief " te zetten als de radio is
geselecteerd.
Radio
Audio en telematica
167
Transversal-Citroen_nl_Chap03_RD6_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND om het golfbereik
(FM, FM2, DAB, AM) terug te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie te
horen.De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5 Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt.
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of ondergrondse parkeergarage). Laat de antenne controleren door het netwerk van
het merk.
Het geluid van de radio valt
1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar
een andere, sterkere zender voor een betere ontvangst van het
radiostation. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
.
Audio en telematica
168
Media
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. Het laadniveau van de batterij van de randapparatuur is mogelijk te
laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het scherm wordt de
melding "Storing USB-
randapparatuur" weergegeven.De USB-stick wordt niet herkend.
De USB-stick is mogelijk defect.Formateer de USB-stick opnieuw.
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door de
CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio worden herkend.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
Controleer of de CD met de juiste zijde boven in
de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is
gebrand: raadpleeg de tips in de rubriek "Audio".
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is
onvoldoende om deze door de autoradio te laten
afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidseffecten) zijn niet
op de CD afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op
0, zonder een geluidseffect te selecteren.
De op een smartphone
opgeslagen muziek kan
niet worden afgespeeld via
de USB-aansluiting. Afhankelijk van het type smartphone moet de autoradio
toestemming krijgen van de smartphone voor toegang tot de
muziekbestanden.
Activeer handmatig het profiel MTP van de
smartphone (menu USB-instellingen).
Audio en telematica
17
6
Rijden
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de beweging van
de auto, de snelheid van uw auto en die van
de voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.
Niveau 2
: waarschuwing door
middel van visuele signalen en
geluidssignalen die aangeeft dat een
aanrijding dreigt.
Er wordt een melding weergegeven
om de bestuurder aan te sporen te
remmen.
Als uw auto een voorligger te
snel nadert, wordt het eerste
waarschuwingsniveau mogelijk niet
weergegeven: in dat geval wordt
waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau
1 nooit weergegeven als de stand
" Dichtb.
" is geselecteerd.
Slechte weersomstandigheden (zeer
zware regenval, opgehoopte sneeuw
voor de radar en de camera) kunnen
de werking van het systeem verstoren.
In dat geval wordt een storingsmelding
weergegeven. De functie is niet
beschikbaar zolang deze melding wordt
weergegeven.
Instellen van de stand voor de
activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de
waarschuwing is bepalend voor de manier
waarop u wordt gewaarschuwd voor een
rijdende of stilstaande voorligger, of een
voetganger op uw rijstrook.
U kunt uit drie standen kiezen:
- " Ver
" om vroeg gewaarschuwd te worden
(voorzichtige rijstijl).
- " Normaal
".
- " Dichtb.
" om later gewaarschuwd te
worden.
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen
".
Met touchscreen
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie
" en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie
".
Stel ver volgens het waarschuwingsniveau in.
Stel ver volgens het waarschuwingsniveau in.
Druk op " Bevestigen
" om de wijziging op te
slaan.