390
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
Op het scherm van de telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer dezelfde code in en
bevestig uw invoer.
Selecteer "
Bluetooth-verbinding "
en bevestig uw keuze. Op het scherm wordt een
toetsenbord weergegeven: voer een
code van minimaal 4 cijfers in en
bevestig uw invoer met OK.
Selecteer " Extern apparaat
zoeken ".
Selecteer in de lijst de te koppelen
telefoon en bevestig uw keuze.
U
kunt slechts één telefoon per keer
koppelen.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst
"Bezig met zoeken…"
.
Soms verschijnt de referentie van de telefoon
of het Bluetooth-adres in plaats van de naam
van de telefoon.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
Accepteer de koppeling op de telefoon.
Op het scherm verschijnt een bericht ter
bevestiging van de koppeling. U kunt ook via de telefoon de koppeling tot
stand brengen door naar gedetecteerde
Bluetooth apparatuur te zoeken.
Het adresboek en de gesprekkenlijst
zijn na de synchronisatie beschikbaar
(mits de telefoon compatibel is).
De automatische verbinding moet in
de telefoon ingesteld worden om elke
keer bij het aanzetten van het contact
automatisch verbinding te kunnen
maken met de telefoon.
Druk op MENU
.
Telefoon
Een telefoon koppelen
Eerste koppeling
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het
netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de
gebruikte Bluetooth apparaten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
telefoon of neem contact op met uw provider voor
meer informatie over de beschikbare functies.
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan het Bluetooth-systeem van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de
bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Ga voor meer informatie
(compatibiliteit, extra hulp enz.) naar
www.citroen.nl.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon en
controleer of uw telefoon "voor elk apparaat zichtbaar"
is (zie de gebruiksaanwijzing van uw telefoon).
Audio en telematica
396
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
Druk op MENU als u gegevens van
contacten wilt veranderen, selecteer
dan " Telefoon " en bevestig uw
keuze.
Selecteer " Beheer contacten " en
bevestig uw keuze.
U kunt kiezen uit:
-
"Item raadplegen ",
-
"Item verwijderen ",
-
"Alle items verwijderen ".
Houd SOURCE of SRC even
ingedrukt om de contactenlijst op
te vragen of druk op OK , selecteer
" Bellen " en bevestig uw keuze.
Het systeem heeft, afhankelijk van
de compatibiliteit van de telefoon en
gedurende de Bluetooth-verbinding,
toegang tot de contactenlijst van de
telefoon.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde
Bluetooth-telefoons kunt u contacten
vanuit de telefoon opslaan in het
geheugen van de autoradio.
De op deze manier geïmporteerde
contacten worden opgeslagen in
een contactenlijst die, ongeacht
welke telefoon is gekoppeld, vrij
toegankelijk is.
Het menu van de contactenlijst is
niet beschikbaar als de contactenlijst
leeg is.
Selecteer "
Contacten " voor een
overzicht van alle contacten.
Contactenlijst
Audio en telematica
398
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
Menustructuur/menustructuren display(s)
Keuze A
K e u z e A11
Keuze B...
Parameters media
MEDIA
TELEFOON
Afspeelmodus kiezen
Indeling afspeellijst kiezen Keuze A1
Normaal Per map
Shuffle uitgebreid Per genre
Shuffle Per artiest
Herhaling Per playlist
3
3
3
3
3
3
3
3
3
1
1
2
1
2
2
Basisfunctie
Bellen Radio-instellingen
Telefoonboek
Logboek
Voicemail Nummer kiezen
Beheer index
Beheer telefoon
Gespr. beëindigen
Diagnose auto
BOORDCOMPUTER
Een bestand verwijderen
Alle bestanden verwijderen Een bestand raadplegen
Telefoonstatus
1
1
1
1
2
2
2
2
1
1
2
2
2
2
Display C
Audio en telematica
400
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de AUDIO -functies (bassen,
hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de
middelste stand te zetten, de klankkleur "Geen"
te selecteren en de functie Loudness in de stand
"Actief " te zetten als de CD-speler is geselecteerd
en in de stand "Inactief " te zetten als de radio is
geselecteerd.
Bij het veranderen van de
instellingen voor de bassen en
hoge tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.Bij een klankkleur hoort een specifieke instelling voor de bassen en
hoge tonen.
Om de gewenste geluidsweergave te verkrijgen
moeten de instellingen van de bassen en hoge
tonen worden gewijzigd of moet een klankkleur
worden geselecteerd.
Bij het veranderen van de
klankkleur worden de gekozen
instellingen voor de bassen en
hoge tonen uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de
geluidsverdeling "Bestuurder"
/
"Alle inzittenden" worden de
instellingen van de balans
uitgeschakeld.
Bij een instelling voor de geluidsverdeling hoort een specifieke
instelling voor de balans. Het is niet mogelijk dit afzonderlijk van
elkaar in te stellen. Om de gewenste geluidsweergave te verkrijgen
moeten de instellingen voor de balans of de
geluidsverdeling worden gewijzigd.
Bij het veranderen van de
instellingen voor de balans
wordt de geluidsverdeling
"Bestuurder" of "Alle inzittenden"
uitgeschakeld.
Veelgestelde vragen
In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
Audio en telematica
401
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5
Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt.
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het CITROËN-
netwerk.
Het geluid van de radio valt
1
tot 2
seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid
naar een andere frequentie voor een betere ontvangst van de
radiozender. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie te
horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND om het golfbereik
te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn
opgeslagen.
Audio en telematica
402
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door de
CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
C
ontroleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk
Audio.
-
D
e CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
-
D
e kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op
0, zonder een klankkleurte selecteren.
Het lukt niet om mijn
Bluetooth-telefoon te
koppelen. Mogelijk is de Bluetooth-functie van de telefoon uitgeschakeld of is
het toestel niet zichtbaar voor andere apparatuur.
-
C
ontroleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is ingeschakeld.
-
C
ontroleer in de instellingen van de telefoon
of deze zichtbaar is voor alle apparaten.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem. U kunt controleren of uw telefoon compatibel is op
www.citroen.nl (Services).
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
Laad de batterij van de randapparatuur op.
Audio en telematica
403
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw (FAT 32).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon wordt
verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig
verbinding maken.
Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De Apple
®-speler wordt bij
het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. De Apple® -speler is niet compatibel met een USB-aansluiting.
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet meegeleverd) via de AUX-ingang aan.
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt bij
het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig
dan de voeding die de radio levert.
Sluit de randapparatuur op het 230V- stopcontact,
de 12V-aansluiting of een externe voedingsbron
aan.
Let op:
controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5
V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoonmodellen geven voorrang aan de handsfree-
verbinding.
Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het lezen tijdens
"Shuffle uitgebreid"
worden sommige nummers
overgeslagen. De "Shuffle uitgebreid" kan maximaal 999
nummers lezen.
Audio en telematica
404
DS4_nl_Chap10c_RD5_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Na het afzetten van de
motor wordt de radio
na enkele minuten
automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het uitschakelen is normaal: de eco-mode wordt automatisch
geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto zo ver
ontladen raakt dat de motor niet meer gestart kan worden (zie de
rubriek "Eco-mode"). Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is oververhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Audio en telematica