150
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan
2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene LED-
lampje en een gesproken bericht
bevestigen dat de oproep naar de
helpdesk van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Oproep naar Urgence met lokalisering
lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in
uw landstaal** contact met u op en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. *
A
fhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Noodoproep of Pechhulp
** Afhankelijk van de geografische dekking van
"Oproep naar Urgence met lokalisering", "Oproep
naar Assistance met lokalisering" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is
en de lijst van beschikbare telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de internetsite voor
uw land bekijken.
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Ty p e 1
05
Veiligheid
152
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Urgence-noodoproep of Assistance-pechhulpoproep
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en een geluidssignaal
bevestigen dat de oproep naar de
alarmcentrale "Noodoproep met
lokalisatiefunctie"* is verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem.
De alarmcentrale "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" lokaliseert onmiddellijk uw
auto, neemt in uw landstaal contact met u
op** en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van
"Pechhulp met lokalisatiefunctie" en "Noodoproep
met lokalisatiefunctie" en van de officiële landstaal
die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
Ty p e 2
05
Veiligheid
212
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storingen
Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
F
O
m deze functie uit te schakelen
drukt u nog een keer op de knop: het
verklikkerlampje gaat uit.
Bij het afzetten van het contact wordt de status
van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt automatisch
uitgeschakeld als u een aanhanger trekt
met een door het CITROËN-netwerk
gehomologeeerde trekhaak. Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar enkele
seconden knipperen; vervolgens gaat het uit.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
06
Rijden
290
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F8 3 ASirene alarminstallatie, computer alarminstallatie.
F13 10 AAansteker / 12V-aansluiting voor.
F14 10 A12V-aansluiting bagageruimte.
F16 3 AVerlichting groot bergvak, kaartleeslampjes achter,
verlichting dashboardkastje.
F17 3 AVerlichting zonneklep, kaartleeslampjes vóór.
F28 15 AAudio-installatie, radio (inbouw achteraf).
F30 20 ARuitenwisser achter.
F32 10 AHiFi-versterker.
Zekeringkast 2 Zekering Stroomsterkte Functies
F36 15 A12V-aansluiting achter.
F37 -Niet gebruikt.
F38 -Niet gebruikt.
F39 -Niet gebruikt.
F40 25 A230 V/50 Hz-aansluiting.
Overzicht zekeringenZekeringkast 1
08
Storingen verhelpen
297
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
F Maak het klepje in de voorbumper los door het aan de linkerzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
Slepen van uw auto Slepen van een andere auto
F Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit
voorschrift kan er toe leiden
dat bepaalde componenten
(remsysteem, transmissie...)
beschadigd raken en dat de
rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
F
O
ntgrendel de stuurinrichting en zet de
handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. F
M
aak het klepje in de achterbumper los
door het aan de bovenzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
08
Storingen verhelpen
406
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
A
Aanhanger............................................. 185, 238
Aanhangergewichten ............................ 3
03, 305
Aansluiten MirrorLink
............................ 35
4, 356
Aansluiting 12V
.............................. 1
12, 121, 12 2
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
4
Accessoires ........................................... 148, 191
Accessoirestand
........................................... 19
1
Accu
.............................................. 250, 292-295
Accu laden
.................................................... 294
Achterbank
...................................................... 98
Achterportieren
............................................. 181
Achterruitverwarming
...........................1 0 0 , 111
Achteruitrijcamera
......................................... 223
Achteruitrijlicht
.............................................. 285
Actieradius AdBlue
................................... 3 7, 3 9
Actieradius AdBlue
® ........................................ 37
Ad
Blue® ..................................... 2 4, 37, 253, 254
Afmetingen .................................................... 3
07
Afstandsbediening
.................. 64, 65, 70 -73, 77
Afstandsbediening, batterij
.................. 6
9, 75 -77
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........69, 75, 76
Afstandsbediening synchroniseren
....69, 75, 76
Afzetten van de motor
................................... 18
6
Airbags
.................................................... 23, 161
Airbags vóór
...............................
...........162, 165
Airconditioning
...............................
.................10
Airconditioning, automatische
..............103, 10 6
Airconditioning (handbediend)
.............103, 104
Alarmknipperlichten
...................................... 149
Alarmsysteem
................................................. 83
Algemeen menu
...............................
.............380
Allesdragers
.................................................. 240
Allesdragers monteren
................................. 240
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
4
Antislipregeling
............................................. 155
Apple
®-speler ................................................ 345Armleuning achter
.........................................
12
1
Armleuning vóór
...............................
......
11 6 , 117
Audio-aansluitingen
......................
113, 387, 388
Audiokabel
....................................................
342
Automatische ruitenwissers
...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
....................................
149
Automatisch inschakelen verlichting
....
128, 132
Autoradio
.................................................
4 7, 3 7 7
AUX-aansluiting
....................................
342, 388
Aux-aansluitingen
...............................
..........
113
Aux-ingang
...............................
.............
342, 388
Bagageruimte
..................................................
81
Bagageruimte, indeling
.................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
...........................
64
Bagageruimte openen
..............................
70, 81
Bagageruimteverlichting
.......................
123, 14 4
Banden
....................................................
10, 308
Banden, noodreparatie
......................... 2
60, 267
Bandenreparatieset
......................................
260
Bandenspanning
.....................................
10, 308
Bandenspanning, detectie
............................ 20
4
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
...............................
260, 267
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 20
4
Bandreparatieset
..................................
260, 267
Bekerhouder
.................................................
115
Beladen
...................................................
10, 240
Benzinemotor
................................
230, 243, 303
Bestuurdersplaats (instellingen)
.....................
97
Binnenspiegel ............................................... 10 2
Black panel ...................................................... 46BlueHDi
.............................................
37, 43, 253
Bluetooth (handsfree set)
............ 3
64, 365, 390
Bluetooth (telefoon)
...............................
364, 365
Bluetooth-verbinding
.............................
364, 365
Bochtverlichting
............................ 13
4, 13 5, 28 0
Bochtverlichting, statisch
.............................. 13
6
Boordcomputer
...................................
56, 58-60
Brake Assist System (BAS) ..................
15 4, 155
Brandstof
.................................................
10, 230
Brandstofaddititiefniveau
..............................
249
Brandstofniveau
............................................
227
Brandstofniveaumeter
................................... 2
27
Brandstofsysteem ontluchten
.......................
298
Brandstoftank
........................................
227, 229
Brandstof tanken
...........................
227, 229, 230
Brandstoftank (inhoud)
.................................
227
Brandstoftankklep
.................................
227, 229
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
298
Brandstofverbruik
...........................................
10
Buitenspiegels ............................... 10 0, 101, 210
B
C
CarPlay verbinding ....................................... 359
CD ......................................................... 342, 385
CD MP3
........................................ 342, 385, 386
CD-/MP3 -speler
..........................342, 385, 386
Centrale vergrendeling
.................65, 71, 72, 78
CHECK
................
...................................... 15, 43
CITROËN Noodoproep gelocaliseerd ...150, 152
Claxon
........................................................... 149
Configuratie van de auto
.................... 16, 47, 53
Contact
.................................................. 188, 191
Contact aangezet
.......................................... 191
Controlelampjes
...............................
............... 17