DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed02-2015
Make-upspiegel .............................................. 93
Matten ............................................................. 95
Mat verwijderen
.............................................. 95
M
enu
.................................................... 278, 280 ,
284 , 292 , 294 , 296, 306 , 308, 310, 326 , 328
Menu's (audio)
.............................. 292, 294 , 296
Menu's (Touchscreen)
.......................... 2
73, 277
Menustructuren display
......278, 280 , 284 , 292,
294 , 296, 306 , 308, 310, 326 , 328, 352 , 353
Milieu
......................................................... 14, 63
Mistachterlicht
............................... 13 6, 216 , 217
L
O
Mistlampen vóór .................................... 13 6, 215
Monochroom display .................... 3
44, 352 , 353
Monochroom display A
.................................352
Motoren
................................................ 256, 262
Motorenoverzicht
................................. 256, 262
Motorkap
....................................................... 245
Motorkap, openen
......................................... 245
Motorolie
...............
........................................ 248
Motorolieniveau, controle
...............................39
Motorolieniveaumeter
..................................... 39
Motorruimte
........................................... 246, 247
M P3 (CD)
...................................................... 348
Multifunctioneel display (met autoradio) ..........42, 45
M N
Navigatiesysteem
.........................278, 280 , 284
Niveaus controleren ..............................24 8 - 2 51
Niveaus en controles
............................24 6 - 2 51
Noodbediening achterklep
..............................69
Noodbediening portieren
................................ 68
N
oodprocedure starten
.................................228
Oliefilter
......................................................... 252
Oliefilter (vervangen)
.................................... 252
Olieniveau
............................................... 39, 248
Oliepeilstok
..............................
...............39, 248
Olieverbruik
................................................... 24
8
Onderhoud (adviezen)
..................................237
P
Parfumeur ....................................................... 90
P arfumeur (element) ....................................... 90
P
arkeerhulp achter
....................................... 12
8
Parkeerhulp vóór
........................................... 129
Parkeerlichten
....................... 13
4, 214 , 216 , 217
Passagiersairbag uitschakelen
....................165
Plafonnier
...................................................... 14 4
Plafonniers
.................................................... 219
Portieren
......................................................... 66
Portieren openen
............................... 60, 66 , 68
Portieren sluiten
........................................ 60, 66
Pyrotechnische gordelspanners
................... 16
3
Koelvloeistoftemperatuur
................................
35
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................
35
Kofferdeksel sluiten
..................................
60, 69
Koplampen
...............................
.............
212, 214
Krik
................................................................
204
Lampen (vervangen)
......................
212, 216 -218
Lampen vervangen
........................ 2
12
, 216 -218
Leder (onderhoud)
........................................ 23
8
Lekke band
....................................................
19 9
Lichtschakelaar
............................................. 13
4
Lokaliseren van de auto
..................................
61
Luchtfilter
......................................................
252
Luchtfilter (vervangen)
.................................. 252
Luchtrecirculatie .............................................. 86
Luchttoevoer (bediening)
................................ 86 O
nderhoudsadviezen
...................................
2
37
Onderhoudscontroles
.....................................
14
Onderhoudsintervalindicator
..........................
36
Onderhoudsintervalindicator resetten
............ 38
O
ntdooien
.................................................. 84, 90
Ontgrendelen
..................................................
60
Ontwasemen
.............................................
84, 86
Opbergvak ....................................................... 97
Opbergvakken
...........................................
92, 93
Opbergvakken portieren
.................................
92
Opschakelindicator
.......................................
11 9
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed02-2015
WZ
Zekeringen
.................................................... 220
Zekeringentabel ............................................ 220
Zekeringen vervangen
..................................220
Zekeringkast dashboard
............................... 2
20
Zekeringkast motorruimte
............................. 2
20
Zij-airbags
............................................. 167, 169
Zijknipperlicht
................................................ 215
Zonneklep
....................................................... 93
Zuinig rijden
.................................................... 14
Waarschuwingslampjes
.................................. 27
Waarschuwingssignaal sleutel in contact ........101
Wassen (adviezen) ........................................ 237
Webbrowser
.................................................. 315
Wiel demonteren
...............................
............ 207
Wiel monteren
............................................... 207
Wiel verwisselen
........................................... 204
Wifi-netwerkverbinding
................................. 316
Window-airbags
.................................... 168, 169
Vergrendeling van binnenuit
...........................
67
V
erkeersinformatie (TA)
........................
2
91
, 345
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 29
0
Verklikkerlampjes
...................................... 2
2
, 26
Verklikkerlampje SCR-systeem
......................
34
Verklikkerlampje service
.................................
27
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............
24
Versnellingsbak,
automatische
................................
14, 111 , 115 ,
120 , 227 , 253
Versnellingsbak,
handgeschakeld
...................
14, 105 , 120, 253
Versnellingshendel
.........................................
14
Verversen
......................................................
248
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
..............
252
Verwarming
...............................
................
14, 84
Voorgloeien (dieselmotor)
............................... 24
Vo
or stoelen
...............................................
72, 75
1
Noodoproep of Pechhulp
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
LED-lampje en een gesproken
bericht bevestigen dat de
oproep naar de helpdesk
van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Oproep naar Urgence met lokalisering
lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in
uw landstaal** contact met u op en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"Oproep naar Urgence met lokalisering", "Oproep
naar Assistance met lokalisering" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is
en de lijst van beschikbare telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de internetsite voor
uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Ty p e 1
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Audio en telematica
3
Urgence-noodoproep of Assistance-pechhulpoproep
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en een geluidssignaal
bevestigen dat de oproep naar
de alarmcentrale "Noodoproep
met lokalisatiefunctie"* is
verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" lokaliseert onmiddellijk uw
auto, neemt in uw landstaal contact met u
op** en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"Pechhulp met lokalisatiefunctie" en "Noodoproep
met lokalisatiefunctie" en van de officiële landstaal
die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
* Afhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Ty p e 2
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Audio en telematica
1
Noodoproep of Pechhulp
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
LED-lampje en een gesproken
bericht bevestigen dat de
oproep naar de helpdesk
van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Oproep naar Urgence met lokalisering
lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in
uw landstaal** contact met u op en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"Oproep naar Urgence met lokalisering", "Oproep
naar Assistance met lokalisering" en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is
en de lijst van beschikbare telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de internetsite voor
uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Ty p e 1
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Audio en telematica
3
Urgence-noodoproep of Assistance-pechhulpoproep
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en een geluidssignaal
bevestigen dat de oproep naar
de alarmcentrale "Noodoproep
met lokalisatiefunctie"* is
verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" lokaliseert onmiddellijk uw
auto, neemt in uw landstaal contact met u
op** en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van
"Pechhulp met lokalisatiefunctie" en "Noodoproep
met lokalisatiefunctie" en van de officiële landstaal
die door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
* Afhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten
via uw persoonlijke pagina op de
internetsite voor uw land.
Ty p e 2
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Audio en telematica