Page 6 of 306

4
Buitenzijde
1
Sleutel met afstandsbediening  
3
 6-38
-
 o
penen / sluiten
-
 
diefstalbeveiliging
-
  starten
-
  accu
5
Kofferdeksel   
4
 3- 44
-
 o
penen / sluiten
-
 
noodbediening
Bandenreparatieset 
 
1
 49-153
6
Par keer hulp ac hter  
12
 5 -126
Koppeling 
 
1
 39
7
Lampen vervangen  
1
 65-166
-
 
achterlichten
-
 de
rde remlicht
-
 
kentekenplaatverlichting
-
 
mistachterlicht
8
Brandstoftank, tankbeveiliging   
1
 29, 130
Brandstoftank leeg (diesel) 
 
1
 48
9
ESP – ASR  
7
 7-79
Bandenspanning 
 
1
 83
Reservewiel 
 
1
 54-160
-
 
gereedschap
-
 
demonteren/monteren
Sneeuwkettingen 
 
1
 36
Bandenspanningscontrole 
 
7
 4-76
10
Por tieren  
4
 1- 42, 44
-
 o
penen / sluiten
-
 c
entrale vergrendeling
-
 
noodbediening
Alarmsysteem 
 
3
 9 - 40
Ruitbediening 
 
4
 5
2
Lichtschakelaar  
6
 4-66
Dagrijverlichting 
 
6
 6
Koplampverstelling 
 
6
 7
Lampen vervangen 
 
1
 61-164
-
 
koplampen
-
 
m
 istlampen vóór
-
 
zijknipperlichten
S l e p e n 
 
17
 7-178
Sneeuwscherm(en) 
 
1
 39
3
Buitenspiegels  
5
 0-51
4
Ruitenwissers vóór  
6
 8
Ruitenwisserbladen vervangen 
 
1
 38 
Overzicht  
         
        
        
     
        
        Page 9 of 306
7
Cockpit (vervolg)
1
Koplampverstelling  
6
 7
2
ESP/ASR uitschakelen  
7
 8
Stop & Start
 
1
 16 -118
Kofferdeksel openen 
 
4
 3
Alarmsysteem 
 
3
 9 - 40
3
Buitenspiegels verstellen  
5
 0-51
4
Stuurwiel verstellen  
5
 0
5
Lichtschakelaar  
6
 4-66
Richtingaanwijzers 
 
7
 1
6
Instrumentenpaneel  
1
 1
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 
 
1
 2-24
Onderhoudsindicator 
 
2
 5-26
Opschakelindicator 
 
1
 15
Kilometerteller en dagteller 
 
3
 0
7
Ruitenwisserschakelaar  
6
 8
Boordcomputer 
 
3
 3-35
8
Cla xo n  
71
9
Snelheidsbegrenzer   
1
 19-121
Snelheidsregelaar 
 
1
 22-124
. 
Overzicht  
         
        
        
     
        
        Page 15 of 306

13
Waarschuwings- resp. 
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
STOP Permanent, 
in combinatie 
met een ander 
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje 
brandt bij een te lage 
motoroliedruk of bij een te hoge 
koelvloeistoftemperatuur. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het 
CITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde 
werkplaats.
Parkeerrem Permanent. De parkeerrem is aangetrokken 
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het controlelampje 
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer 
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem Permanent. Het remvloeistofniveau is te 
laag. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een door CITROËN aanbevolen vloeistof.Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem 
dan controleren door het CITROËN-netwerk of door 
een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in 
combinatie met het 
waarschuwingslampje 
ABS. Er is een storing in de 
elektronische remdrukregelaar 
(REF).
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Laat uw auto controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of door eengekwalificeerde werkplaats.
1 
Instrumentenpaneel  
         
        
        
     
        
        Page 16 of 306

14
Waarschuwings- resp. 
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel 
bestuurder niet 
vastgemaakt 
of losgemaakt / 
veiligheidsgordel 
voorpassagier 
losgemaaktBrandt permanent 
of knippert in 
combinatie met een 
in volume toenemend 
geluidssignaal.De bestuurder heeft zijn 
veiligheidsgordel niet 
vastgemaakt of weer 
losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn 
veiligheidsgordel losgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de 
gordelsluiting.
Laden accu Permanent.
Er is een storing in het 
laadstroomcircuit van de accu 
(vervuilde of losgeraakte 
accuklemmen, aandrijfriem dynamo 
niet correct gespannen of gebroken...).Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Motoroliedruk Permanent. Er is een storing in de 
motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Instrumentenpaneel  
         
        
        
     
        
        Page 17 of 306

15
Waarschuwings- resp. 
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Te hoge koel-
vloeistoftempe -
ratuur Permanent rood.
De temperatuur van de 
koelvloeistof is te hoog. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof 
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg 
dan het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Portier(en)/
kofferdeksel 
geopend Permanent, tot een 
snelheid van 10
 
km/h. Een portier of het kofferdeksel is 
niet goed gesloten. Sluit het portier of het kofferdeksel.
Permanent in combinatie 
met een geluidssignaal, 
bij een snelheid hoger 
dan 10
  km/h.
Motorstoring Permanent rood. Er is sprake van een ernstige 
motorstoring waardoor de auto 
zou kunnen stilvallen. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring Permanent oranje. Er is sprake van een kleine 
motorstoring. Raadpleeg zo snel mogelijk het 
CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
1 
Instrumentenpaneel  
         
        
        
     
        
        Page 18 of 306

16
Laag 
brandstofniveauPermanent.
Als dit lampje gaat branden, 
zit er nog ongeveer 5
  liter 
brandstof in de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u 
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten 
van het contact branden zolang er niet voldoende 
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50
  liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, 
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het 
injectiesysteem beschadigd raken.
Waarschuwings- resp. 
indicatielampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose 
motor Permanent.
Er is een storing in de 
emissieregeling. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Knippert. Er is een storing in het 
motormanagementsysteem. De kans is aanwezig dat de katalysator onherstelbaar 
wordt beschadigd.
Laat uw auto controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of door eengekwalificeerde werkplaats.
Voorgloeien 
dieselmotor Permanent.
De sleutel staat in de tweede 
stand (contact) van het 
contactslot. Wacht met starten tot het verklikkerlampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden 
(in extreme gevallen 30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact 
af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht 
opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor 
start. 
Instrumentenpaneel  
         
        
        
     
        
        Page 19 of 306

17
Waarschuwings- resp. 
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning 
te laag Permanent, in 
combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding. De bandenspanning van een of 
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te 
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning 
hebt gebracht en na het ver wisselen van een of meer 
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende 
rubriek voor meer informatie over het 
bandenspanningscontrolesysteem
.
of Knippert en 
brandt vervolgens 
permanent, in 
combinatie met het 
verklikkerlampje 
SERVICE.
Er zit een storing in de functie: 
de bandenspanning wordt niet 
meer gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat uw auto controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeer
-s
ysteem (ABS) Permanent.
Er is een storing in het 
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg 
zo snel mogelijk het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
1 
Instrumentenpaneel  
         
        
        
     
        
        Page 20 of 306

18
Waarschuwings- resp. 
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt na het aanzetten 
van het contact gedurende enkele 
seconden en dooft vervolgens. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Er is een storing in een van de 
airbags of de pyrotechnische 
gordelspanners. Laat uw auto controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of door eengekwalificeerde werkplaats.
Airbag aan 
passagierszijde Permanent.
De schakelaar in het 
dashboardkastje staat in de 
stand "OFF".
De airbag vóór aan 
passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje "met de 
rug in de rijrichting" plaatsen, 
behalve in het geval van een 
storing in de airbags (brandend 
waarschuwingslampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag 
vóór aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen 
kinderzitje "met de rug in de rijrichting".
Dynamische 
stabiliteitscontrole 
(ESP/ASR)Permanent.De toets links onder op het 
dashboard is ingedrukt. Het 
controlelampje van de toets brandt.
De systemen ESP en ASR zijn 
uitgeschakeld.
ESP: elektronisch 
stabiliteitsprogramma.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de systemen ESP en ASR in te 
schakelen. Het lampje van de toets gaat uit.
De systemen ESP en ASR worden automatisch 
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van de systemen worden ze 
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden 
hoger dan ongeveer 50
  km/h. 
Instrumentenpaneel