206
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Op het display wordt de melding "Storing
USB-randapparatuur" of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
De USB-stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw (FAT 32).
Een telefoon wordt automatisch aangesloten als
een verbinding met een andere telefoon wordt
verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang
op handmatig verbinding maken.
Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De Apple
®-speler wordt bij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet herkend. De Apple®-speler is niet compatibel met de
USB-aansluiting. Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet meegeleverd) via de AUX-ingang aan.
De harde schijf of andere randapparatuur wordt
bij het aansluiten op de USB-aansluiting niet
herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben
meer stroom nodig dan de voeding die de radio
lever t.Sluit de randapparatuur aan op de
230V-aansluiting, de 12V-aansluiting of een
externe voeding.
Let op:
controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de
handsfree-signaalverbinding.Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens "Shuffle uitgebreid"
worden sommige nummers overgeslagen. De functie "Shuffle uitgebreid" kan maximaal
999 nummers lezen.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
207
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Na het afzetten van de motor wordt de radio na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de
eco-modus van de autoradio is geactiveerd om
te voorkomen dat de accu van de auto ontladen
raakt.Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het audiosysteem is oververhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen
een te hoge omgevingstemperatuur, activeert
de autoradio automatisch een thermische
beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt.Schakel het audiosysteem enkele minuten uit
om het systeem te laten afkoelen.
.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
208
AudiosysteemBasisfuncties
Selecteren van de geluidsbron:
FM1, FM2, AM, CD, AUX.
Instellen van de geluidsweergave:
klank, hoge tonen, bassen,
loudness, balans links/rechts,
automatische volumeregeling.
Ongedaan maken van de huidige bewerking.Omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Automatisch zoeken naar zenders
in aflopende volgorde.
Selecteren vorige/volgende
nummer van de CD.
Navigeren in een lijst.
Ingedrukt houden: versneld
vooruit- of terugspoelen.
Uitwerpen van de CD. Toegang tot het hoofdmenu.
Handmatig stapsgewijs
zoeken naar een radiozender
met een lagere/hogere
frequentie.
Selecteren van de vorige/
volgende MP3.
Navigeren in een lijst.
Weergave van de lijst met
radiozenders, de nummers
van de CD of de MP3 -
afspeellijsten.
Lang indrukken: bijwerken
van de lijst radiozenders.
Aan/uit en volumeregeling.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Wanneer de eco-mode is geactiveerd,
schakelt het systeem zichzelf na het
afzetten van de motor automatisch uit om
te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Omhoog in de menustructuur.
Radio: ingedrukt houden: opslaan van een
zender als voorkeuzezender.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
209
Audio
Radio
Selecteren van een radiozender
Druk herhaalde malen op SRC/
BAND om het golfbereik FM1,
FM2 of AM te selecteren.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en heeft niets te maken met
een storing in het audiosysteem.
Selecteer een opgeslagen
voorkeuzezender.
Houd een toets lang ingedrukt om de radiozender
op te slaan waarnaar op dat moment wordt
geluisterd. De naam van de radiozender wordt
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om
te bevestigen dat de zender is opgeslagen.
Houd LIST
even ingedrukt om een
nieuwe lijst met voorkeuzezenders
te maken; de radio-ontvangst wordt
dan tijdelijk onderbroken. Druk op LIST
om de lijst
met opgeslagen zenders in
alfabetische volgorde weer te
geven.
Selecteer de gewenste zender
en bevestig uw keuze door op
OK te drukken.
Druk een keer om naar de
volgende of vorige letter te
gaan (bijv.: A, B, D, F, G, J,
K, ...).
Druk op een toets om de desbetreffende
opgeslagen zender te beluisteren.
.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
211
Audio- cd
Een CD afspelen
Gebruik alleen ronde CD's met een
diameter van 12 cm.
Bepaalde beveiligingssystemen op
de originele CD of zelfgebrande
CD's kunnen storingen veroorzaken,
ongeacht de kwaliteit van de CD-speler.
Plaats zonder op de toets EJECT te
drukken een CD in de CD-speler; deze
zal de CD automatisch afspelen.Als er in de CD-speler al een CD
is geplaatst die u wilt beluisteren,
druk dan herhaalde malen op de
toets SRC/BAND tot "CD" als
geluidsbron wordt weergegeven.
Druk op een van de toetsen
om een nummer van de CD te
selecteren.
Houd een van de toetsen
ingedrukt voor snel vooruit /
achteruit spoelen.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een
radiozender meegestuurd en hebben
betrekking op het radioprogramma of de
muziek waarnaar geluisterd wordt.
Druk op MENU .
Selecteer Radio of Media
(afhankelijk van de geluidsbron
waarnaar geluisterd wordt) en
bevestig uw keuze door op OK te
drukken.
Selecteer INFO TEXT en bevestig
uw keuze door op OK te drukken.
Selecteer On of Off om de
weergave van tekstberichten in of
uit te schakelen en bevestig uw
keuze met OK om uw instellingen
op te slaan.
Selecteer On of Off om het
uitzenden van verkeersinformatie
in of uit te schakelen en bevestigen
uw keuze met OK
om uw
instellingen op te slaan.
.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
214
Audio-instellingen
De audio-instellingen BASS, TREBBLE en
AMBIANCE kunt u voor elke geluidsbron
apart instellen.Druk op ¯ om het menu met de
audio-instellingen op te vragen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
-
AMBIANCE,
-
BASS,
-
TREBBLE,
-
LOUDNESS,
-
BALANCE,
-
A
UTOMATISCHE VOLUMEREGELING.
Kies de te wijzigen instelling.
Wijzig de instelling en bevestig uw
keuze door op OK te drukken.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
-
N ormaal: de nummers worden in
de normale volgorde volgens de
afspeellijst afgespeeld.
-
R
andom: de nummers van een album
of een map worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
-
A
lle random: alle tracks van alle
mediaspelers worden in een
willekeurige volgorde afgespeeld.
-
H
erhaling: alleen de nummers
van dit album of deze map worden
afgespeeld. Druk op MENU
.
Selecteer Media en bevestig uw
keuze door op OK te drukken.
Kies de gewenste afspeelmethode
en bevestig uw keuze met OK om
de instellingen op te slaan.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
215
Veelgestelde vragen
In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen (radio, CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-
instellingen (volume, bassen, hoge tonen,
klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij
het selecteren van een andere geluidsbron
(radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn.Controleer of de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (bassen,
hoge tonen, balans voor/achter, balans links/
rechts) in de middelste stand te zetten, de
geluidssfeer "Geen" te selecteren en de functie
Loudness in de stand "Actief " te zetten als
de CD-speler is geselecteerd en in de stand
"Inactief " te zetten als de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van de bassen en
hoge tonen wordt de gekozen klankkleur
uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen
en hoge tonen. Het is niet mogelijk deze
afzonderlijk van elkaar in te stellen.
Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van het zender van
het beluisterde radiostation of er bevindt zich
geen zender in het gebied waarin de auto zich
bevindt.
Activeer de RDS-functie en zoek nogmaals
naar de radiozender, zodat het systeem kan
controleren of er een sterkere zender in het
gebied beschikbaar is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd
(bijvoorbeeld in een wasstraat of
parkeergarage). Laat de antenne controleren door het
CITROËN-netwerk.
.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E
216
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden
weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een eventuele sterkere
zender voor een betere ontvangst van het
station.Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA (verkeersinformatie)
is ingeschakeld, maar ik krijg geen
verkeersinformatie te horen. De radiozender zendt geen verkeersinformatie
uit.
Stem af op een radiozender die wel
verkeersinformatie uitzendt.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC om het golfbereik
(AM, FM1, FM2 ) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem
dat niet door het audiosysteem wordt herkend.-
C
ontroleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze
zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het
hoofdstuk "Audio".
-
D
e CD-speler van het audiosysteem kan
geen DVD's afspelen.
-
D
e kwaliteit van sommige zelfgebrande
CD's is onvoldoende om deze door het
audiosysteem te laten afspelen.
Gebruik alleen CD’s van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op. De CD-speler levert een slechte
geluidskwaliteit.De gebruikte CD is gekrast of van slechte
kwaliteit.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de CD-speler
afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een geluidseffect te selecteren.
A U D I O e n D ATA C O M M U N I C AT I E