Page 120 of 220

BELANGRIJK
35)Zorg voor voldoende werkruimte bij het
draaien van de slinger om schaafwonden aan
uw hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van de
krik ("wormschroef" en gewrichten) kunnen
verwondingen veroorzaken: raak deze delen
niet aan. In geval van accidenteel contact
met smeervet, het betreffende deel
zorgvuldig schoonmaken.
36)Neem zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk om het
correcte aanhaalkoppel van de wielbouten te
laten controleren.
"Fix&Go Automatic" KIT
37) 38)
Deze bevindt zich in de bagageruimte (de
kitcontainer kan varieren afhankelijk van
de versie).
De kit bevat tevens een
schroevendraaier en een trekoog.
De kit bevat tevens:
een busje 4 fig. 95 met afdichtmiddel,
voorzien van: een vulleiding 1 en een
sticker 3 met daarop het opschrift “Max.
80 km/h” die na reparatie van de band op
een goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
compressor 2 compleet met
drukmeter en aansluitstukken;
een informatiefolder met de
aanwijzingen voor een correct gebruikvan de bandenreparatiekit. Deze
informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel dat de
band behandeld met deze kit moet
repareren;
een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;
adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.
REPARATIE VAN BANDEN EN
DRUKHERSTELPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
plaats het voertuig in een veilige en
geschikte zone en trek aan de handrem.
neem de kit uit de specifieke ruimte;
verwijder de snelheidssticker 3
fig. 95 en plak deze op het dashboard op
een zichtbare plaats. draag de geleverde
beschermende handschoenen;
verwijder het deksel van het ventiel
van de lekke band en sluit deze aan, en
maak zeer goed vast, op de transparante
buis van de afdichtingsvloeistof 1
fig. 96 en bevestig de moer 2 op de
bandventiel;
95A0K0516C
118
NOODGEVALLEN
123)
Page 124 of 220

AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Werking
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
de afsluiting van de brandstoftoevoer
waarna de motor afslaat;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
automatische inschakeling van de
interieurverlichting.
Wanneer het systeem in werking treedt,
verschijnt er een bericht op het display.
Controleer het voertuig zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder het voertuig of in de
buurt van de tank.
126)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de accu
leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
draai de contactsleutel naar de stand
MAR;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
contactsleutel op de stand OFF
gedraaid;
draai de contactsleutel naar de stand
MAR.
BELANGRIJK
126)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet
opnieuw ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
TCT VERSNELLINGSBAK -
CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN
De contactsleutel kan alleen verwijderd
worden als de pook in stand P (parkeren)
staat.
Als de accu leeg is en de contactsleutel is
ingebracht, is de sleutel in het
contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
trek de handrem aan;
dashboardzekeringen (om te
verwijderen, breng uw hand in de
behuizing 1 fig. 100 en breng klep
2 omlaag);
met de meegeleverde Allen sleutel (zie
fig. 101) schroef de bovenste schroeven
2 fig. 102 los en zet deksel 1 vast;
100A0K0527C
122
NOODGEVALLEN
Page 126 of 220

trek lipje 1 fig. 109 omlaag met één
hand en verwijder met de andere hand de
sleutel, door deze naar buiten te trekken;
zodra de sleutel verwijderd is de
stuurkolombekleding, het rechterprofiel
voor de bekleding en de klep van de
zekeringendoos van het dashboard
opnieuw plaatsen, en ervoor zorgen dat
ze op hun plaats vastzitten.
41)
BELANGRIJK
41)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk
om deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de juiste
bevestiging van de borgklemmen. Anders
kan een verkeerde bevestiging van de
onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
MONTAGE VAN HET SLEEPOOG
127) 128) 129)
Slepen vanaf de voorkant
Haal dop 1 uit zijn zitting met een
schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de onderste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
het sleepoog 2 uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen (fig. 110 ).
Slepen vanaf de achterkant
Andere versies dan "VELOCE" en zonder
"Pack sport": haal dop 1 uit zijn zitting
met een schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de bovenste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
107A0K0735AC
108A0K0735BC
109A0K0712BC
110A0K0623C
124
NOODGEVALLEN
SLEPEN VAN HET VOERTUIG
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder in
de bagageruimte.
Page 131 of 220
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINEVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren
en bandenspanning, indien nodig,
herstellen; vervaldatum
lading/toestand VAN DE "Fix&Go
Automatic" reparatiekit kit
controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.)
controleren.
De vloeistofniveaus controleren en
eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot
controleren
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
129
Page 136 of 220

DIESELVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en
bandenspanning, indien nodig, herstellen;
vervaldatum lading/toestand VAN DE
"Fix&Go Automatic" reparatiekit kit
controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.)
controleren.
De vloeistofniveaus controleren en eventueel
bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
De diagnosestekker gebruiken om de werking
van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem
en de emissie te controleren; en voor
bepaalde versies/markten, de verslechtering
van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
134
ONDERHOUD EN ZORG
Page 153 of 220

KUNSTSTOF EN GECOATE
INTERIEURDELEN
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van
water en een neutraal, niet-schurend
reinigingsmiddel. Gebruik voor het
reinigen van olieachtige of hardnekkige
vlekken speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele
voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek,
eventueel bevochtigd met water. Het
gebruik van papieren doekjes wordt
afgeraden, aangezien deze resten
achterlaten.
51)
ONDERDELEN VAN ECHT LEDER
(voor bepaalde versies/markten)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol. Controleer alvorens
een specifiek product voor
interieurreiniging te gebruiken, of het
geen alcohol en/of stoffen op basis van
alcohol bevat.
BELANGRIJK
143)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
144)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de zon
staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
145)Er mogen geen voorwerpen op de vloer
onder de pedalen liggen; verzeker u ervan
dat de matten altijd vlak liggen en geen
contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
51)Gebruik nooit alcohol, benzine en hiervan
afgeleide producten om het dashboard en
het glas van het instrumentenpaneel te
reinigen.
151
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24