168Rijden en bedieningMotor startenAuto's met Aan/Uit-knop
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Trap het gaspedaal niet in.
Druk kort op Engine Start/Stop : een
automatische procedure bedient met
enige vertraging de startmotor totdat
de motor is aangeslagen.
Druk kort op Engine Start/Stop om de
motor uit te schakelen, wanneer de
auto stilstaat. Automatische versnel‐
lingsbak: schakel de handrem in en
schakel P in.
Handgeschakelde versnellingsbak:
tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het koppelingspedaal in
te trappen 3 169.
Automatische versnellingsbak:
tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het rempedaal los te
laten 3 169.
Motor noodgedwongen
uitschakelen tijdens het rijden
Als de motor tijdens het rijden in een
noodsituatie moet worden uitgescha‐
keld, drukt u langer dan
twee seconden op Engine Start/Stop
of drukt u tweemaal kort binnen
vijf seconden.9 Gevaar
Het uitschakelen van de motor
tijdens het rijden kan het verlies
van vermogen voor de rem- of
stuurbekrachtiging veroorzaken.
Hulp- en airbagsystemen zijn
uitgeschakeld. De verlichting en
remlichten gaan uit. Schakel de
motor en het contact tijdens het
rijden alleen uit indien dat in een
noodgeval noodzakelijk is.
De auto starten bij lage
temperaturen
Het is mogelijk om de motor zonder
bijkomende verwarming te starten tot
-25 °C voor dieselmotoren en -30 °C
voor benzinemotoren. Motorolie met
de juiste viscositeit, de juiste brand‐
stof, uitgevoerd onderhoud en een
voldoende opgeladen accu zijn
vereist. Bij temperaturen onder
-30 °C moet de automatische versnel‐ lingsbak gedurende ca. vijf minuten
worden verwarmd. De keuzehendel
moet in stand P staan.
Automatische startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure van de motor. De bestuurder hoeft
Engine Start/Stop niet ingedrukt te
houden. Het eenmaal actieve
systeem zal de motor automatisch
172Rijden en bedieningéén seconde aan schakelaar
m en ga na of controlelamp
m oplicht.
De elektrische handrem is
aangetrokken wanneer contro‐
lelamp m oplicht 3 109.
● Zet de motor af.
● Als de auto vlak of op een oplo‐
pende helling staat, dan vóór
het uitschakelen van het
contact de eerste versnelling
inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Op een oplo‐
pende helling bovendien de
voorwielen van de stoeprand
wegdraaien.
Als de auto op een aflopende
helling staat, dan vóór het
uitschakelen van het contact de achteruitversnelling inschake‐
len of de keuzehendel in stand
P zetten. Bovendien de voor‐
wielen naar de stoeprand
toedraaien.● Sluit de ramen en het schuif‐ dak.
● Schakel het contact uit met de aan/uit-knop. Stuurwiel
verdraaien totdat het stuurslot
merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto met de knop op de portierkruk.
Activeer het alarmsysteem 3 33.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 248.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Let op
Bij een ongeval waarbij airbags
worden geactiveerd, wordt de motor automatisch uitgeschakeld als het
voertuig binnen een bepaalde tijd tot
stilstand komt.
266Verzorging van de autoNr.Stroomkring1–2–3ABS4–5–6Achterklep7Mistlampen8Geheugenmodule9Verwarmde voorruit10Lendensteun stoel11DC/DC-accu12Verwarmbare achterruit13Spiegelverwarming14–15–16Ruitenwisser voor17Elektrisch bediende stoel,
passagier18ZonneschermNr.Stroomkring19Elektrisch bediende stoel,
bestuurder20–21Zonnedak22Achterruitenwisser/airbag23Adaptief rijlicht (AFL)24–25–26Transmissieregelmodule27Contact/instrumentenpaneel28–29Achteruitkijkcamera/lucht‐
rooster30Storingsindicatielamp/
aanhanger31–32Camera33Stoelverwarming voor34Stoelverwarming achter35Demping/aandrijving op alle
wielen
Verzorging van de auto269Nr.Stroomkring1Elektrisch bediende ruit links2Elektrisch bediende ruit rechts3Carrosserieregelmodule4Aircoventilator5Carrosserieregelmodule6Aanhangervoorzieningen7Elektrisch neerklapbare achter‐
bank8Carrosserieregelmodule9Motorregelmodule10Head-updisplay11NO x-reductie/leidingverwarming12NO
x-reductie/roetsensor13AdBlue-module14Verwarmd stuurwiel15Transmissieregelmodule16Versterker17Alarm18Carrosserieregelmodule19AdBlue-moduleNr.Stroomkring20Carrosserieregelmodule21Carrosserieregelmodule22Carrosserieregelmodule23Elektrisch stuurslot24Airbag25Diagnosestekker26Stekkerdoos bagageruimte27EBCM-klep28Politievoorziening29–30–31Stuurbedieningsknoppen32Contactslot33Verwarming en ventilatie34Centrale gateway-module35AUX-/USB-stekker36Draadloze oplader37Achterruitenwisser38Onstar39DisplayNr.Stroomkring40Parkeerhulp41Dakconsole42Radio
324KlantinformatieRegistratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische componenten van uw auto bevat
gegevensopslagmodules die tijdelijk
of permanent technische gegevens
over de staat van de auto, voorvallen en fouten opslaan. In het algemeen
documenteert deze technische infor‐
matie de staat van onderdelen,
modules, systemen of de omgeving.
● bedrijfsomstandigheden van systeemcomponenten (bijv.
vulniveaus)
● statusberichten van de auto en de componenten ervan (bijv.
aantal wielomwentelingen / rota‐
tiesnelheid, afremming, dwars‐
acceleratie)
● storingen en defecten in belang‐ rijke systeemcomponenten● reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van
airbag, activering van stabiliteits‐
regeling)
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als diensten worden gebruikt (bijv.
reparaties, serviceprocessen, garan‐
tiegevallen, kwaliteitsborging)
kunnen medewerkers van het servi‐
cenetwerk (met inbegrip van de fabri‐ kant) deze technische informatie
lezen in de gebeurtenis- en foutgege‐
vensopslagmodules waarbij speciale
diagnostische apparaten worden
gebruikt. Raadpleeg desgewenst
deze werkplaatsen voor meer infor‐
matie. Na het corrigeren van een fout worden de gegevens gewist uit de
foutopslagmodule of worden ze cons‐
tant overschreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in
verband met andere informatie (o.a.
ongevalmelding, schade aan de auto, getuigenverklaringen) met een
persoon kunnen worden geassoci‐ eerd - mogelijk met behulp van een
expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen)
maken de overdracht van bepaalde
autogegevens uit de auto mogelijk.
326TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............294, 299
Aanduidingen op banden ..........271
Aanhangerkoppeling ..................241
Aanhangerstabilisatie ................244
Aanhanger trekken ....................242
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 247
Accu ........................................... 252
Achterlichten .............................. 258
Achterruitverwarming ................... 41
Achteruitkijkcamera ...................226
Achteruitrijlichten .......................147
Actieve motorkap ..........................71
Actieve noodrem......................... 207 Adaptieve cruise control .....113, 194
AdBlue ................................ 111, 174
Afmetingen auto ........................307
Afstand tot voorligger .................110
Airbag deactiveren ....................... 62 Airbag-deactivering .................... 109
Airbag en gordelspanners .........108
Airbaglabel.................................... 58
Airbagsysteem ............................. 58
Airconditioning ........................... 152
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................145Algemene informatie .................. 241
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
All-wheel drive ........................... 182
Andere auto slepen ...................288
Antiblokkeersysteem .................183
Antiblokkeersysteem (ABS) .......110
Armsteun ................................ 52, 54
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ..................................... 97
Autogegevens ............................ 299
Autokrik....................................... 270 Automatische dimfunctie .............38
Automatische verlichting ............ 139
Automatische versnellingsbak ...177
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 287
Auto stallen ................................. 247
Autostop ..................................... 169
B Bagageruimte ........................ 27, 75
Bagageruimte-afdekking .............78
Bandenreparatieset ...................277
Bandenspanning .......................271
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 112, 273
Bandenspanningswaarden ........310
Baselevel-display........................ 114
327Batterijspanning .........................128
Bedieningsorganen ......................89
Bekerhouders .............................. 73
Bekleding .................................... 291
Beladingsinformatie .....................86
Beslagen lampglazen ................147
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 191
Beveiliging van de auto ................33
Binnenspiegels ............................. 38
Binnenverlichting ...............148, 264
BlueInjection ............................... 174
Bochtverlichting .......................... 142
Bolle vorm .................................... 36
Boordgereedschap .....................270
Boordinformatie .........................127
Brandstof .................................... 236
Brandstofmeter .......................... 105
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 240
Brandstof voor benzinemotoren 236
Brandstof voor dieselmotoren ...237
Buitenspiegels .............................. 36
Buitentemperatuur .......................93
Buitenverlichting .........................138
C Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 13, 90
Conformiteitsverklaring ...............317
Controlelampen ..................103, 107Controle over de auto ................165
Controles .................................... 248
Cruise control ....................113, 191
D Dagrijlicht ................................... 142
Dagteller .................................... 104
Dak ............................................... 42
Dakbelasting ................................. 86
Dakdrager .................................... 85
DEF ............................................ 174
Diefstalalarmsysteem ..................33
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 254
Dieseluitlaatvloeistof ...................174
Dimlicht of grootlicht ...................138
Dodehoekdetectiesysteem .........220
Driepuntsgordel ........................... 56
Driver Information Center ...........114
E Elektrisch bediende ruiten ...........39
Elektrische aansluitingen .............95
Elektrische handrem ...........109, 184
Elektrische handrem defect ........110
Elektrische stoelverstelling ..........49
Elektrische verstelling ..................36
Elektrisch systeem...................... 264
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...111Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) ...................................... 187
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............111
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............156
Elektronisch sleutelsysteem .........19
Erkenning van software ..............319
Event Data Recorders (EDR) .....324
F
FlexOrganizer .............................. 81
Frontaal airbagsysteem ...............61
Frontaanrijdingswaarschuwing ...203
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..323
Geluidssignalen .........................128
Gereedschap ............................. 270
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................84
Gloeilamp vervangen ................255
Gordels ......................................... 55
Gordelverklikker ......................... 108
Gordijnairbagsysteem .................. 62
Grootlicht ........................... 113, 139
Grootlichtassistentie ...........113, 139
330Ventilatie....................................... 53
Ventilatieopeningen ....................162
Verbanddoos ............................... 85
Vergrendelingssysteem ...............33
Verkeersbordherkenning ....114, 230
Verlichting middenconsole ........149
Verlichtingsfuncties..................... 149
Verlichting zonneklep ................149
Versnellingsbak ........................... 16
Verstelbare luchtroosters ........... 162
Vertraagde uitschakeling stroom 167
Verwarmde spiegels ....................37
Verwarmd stuurwiel .....................90
Verwarming ........................... 53, 55
Verwerking van sloopauto .........248
Verzorging .................................. 289
Verzorging exterieur ..................289
Verzorging interieur ...................291
Vloerafdekking bagageruimte ......80
Voertuiggewicht .........................306
Voertuigidentificatienummer ......297
Voetgangersbescherming voor ..210
Voetgangersdetectie ..................114
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............113
Voorruit ......................................... 39
Voorruitverwarming ......................41
Voorstoelen .................................. 46
Voorverwarming ........................111W
Waarschuwing kruisend verkeer achter ...................................... 228
Waarschuwingslichten ................103
Waarschuwing wisselen van rijstrook.................................... 222
Werkzaamheden uitvoeren .......248
Wieldoppen ................................ 276
Wiel verwisselen ........................281
Winterbanden ............................ 271
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......92
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........90
Wisserblad vervangen ...............254
Z
Zekeringen ................................. 264 Zekeringenkast in motorruimte ..265
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............268
Zitplaatsen achterin ......................54
Zonnebrilhouder .......................... 74
Zonnedak ..................................... 42
Zonnekleppen .............................. 41
Zijdelings airbagsysteem .............61
Zijmarkeringslichten.................... 138
Zijrichtingaanwijzers ..................263