Page 25 of 143
Inleiding25NAVI 80 IntelliLink (type C)
Page 26 of 143
26Inleiding1Audio-informatie, bijv.
Radio ..................................... 51
Randapparatuur ....................66
M USB-apparaten ..................69
Bluetooth-muziek ..................73
2 H: Systeemmeldingen
(mits aanwezig) .....................32
3 y: Telefoonstatus ...............119
Gesprekkenlijst ...................128
4 Buitentemperatuur ................32
5 Klok ....................................... 32
6 Verkeersberichten (indien
van toepassing) ..................105
7 Navigatie: Richting en
afstand tot volgende rich‐
tingsverandering ...................82
8 <: Pop-upmenu ....................32
9 Navigatiedisplay ....................82
Kaart ................................... 105
10 f: Favorieten, bijv. voor
Navigatie ⇑ ........................... 82
Media t (bijv. Radio) ............51Telefoon g.......................... 119
Services N........................... 85
11 Zuinig rijden (Eco Driving) ..... 32
12 Menu : Hoofdmenu openen ...32
Page 27 of 143
Page 28 of 143

28Inleiding1m = Indrukken: In-/
uitschakelen .......................... 32
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 32
2 2 - Radio, kort indrukken:
Naar vorige
radiofrequentie zoeken .........53
Lang indrukken:
Automatisch zender
zoeken .................................. 53
Audio/mp3/wma cd, kort
indrukken: Sla
achterwaarts track over ......... 62
Lang indrukken: Snel
terugspoelen ......................... 62
3 CD-sleuf ................................ 62
4 3 - Radio, kort indrukken:
Naar volgende
radiofrequentie zoeken .........53
Lang indrukken:
Automatisch zender
zoeken .................................. 53Audio/mp3 cd, kort
indrukken: Sla voorwaarts
track over .............................. 62
Lang indrukken: Snel
vooruit ................................... 62
5 d - CD uitwerpen .................. 62
6 MEDIA - Audiobron
wijzigen ................................. 62
7 MENU : Hoofdmenu
openen .................................. 32
8 OPTIONS : Pop-upmenu .......32
9 Draaiknop in het midden .......32
Indrukken: Een handeling
bevestigen ............................. 32
Draaien: Menuopties van
display openen ......................32
Draaien: De opgeslagen
lijst met radiozenders
oproepen ............................... 51
Draaien: Volgende / vorige
zender selecteren .................53
Draaien: CD/mp3-
nummer wijzigen ...................6210/ - Terug naar vorige
menu, een handeling
annuleren .............................. 32
11 HOME : Hoofdmenu
openen .................................. 32
12 RADIO - Audiobron,
frequentiebereik wijzigen ......51
Page 29 of 143
Inleiding29Bedieningselementen op
stuurkolom - Type A1 MEDIA - Audiobron
wijzigen ................................. 32
2 RADIO - Radiofrequentie‐
bereik wijzigen ......................51
3 ! - Volume verhogen ............ 32
4 @ - Stilte/Stilte opheffen ........32
5 78 - Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........128
6 # - Volume verlagen .............32
7 5 - Stemherkenning ............117
8 Draaien: Omhoog/omlaag
bewegen in
displaymenu's, volgende/
vorige radiovoorkeuren
selecteren /
radiofrequentie /
audionummer ....................... 53
Indrukken: Handelingen
bevestigen ............................. 51Bedieningselementen op
stuurkolom - Type B
Page 30 of 143

30Inleiding1 MEDIA - Audiobron
wijzigen ................................. 32
2 RADIO - Radiofrequentie‐
bereik wijzigen ......................51
3 ! - Volume verhogen ............ 32
4 @ - Stilte/Stilte opheffen ........32
5 78 - Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........128
6 # - Volume verlagen .............32
7 Draaien: Omhoog/omlaag
bewegen in
displaymenu's, volgende/
vorige radiovoorkeuren
selecteren /
radiofrequentie /
audionummer ....................... 53
Indrukken: Handelingen
bevestigen ............................. 51Bedieningselementen op
stuurkolom - Type C1 SOURCE/AUDIO -
Audiobron wijzigen ................32
2 78 ...................................... 119
Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........128
@ - Stilte/Stilte opheffen ........32
3 ! - Volume verhogen,
stilte/stilte opheffen ...............32
4 # - Volume verlagen,
stilte/stilte opheffen ...............32
5 MODE/OK - Handelingen
bevestigen, audiomodus
wijzigen ................................. 51
Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........128
6 Draaien: Displaymenu-
opties oproepen,
volgende/vorige
radiovoorkeur /
radiofrequentie /
audionummer ....................... 51
Page 31 of 143

Inleiding31Let op
Mits aanwezig, zit mogelijk de stem‐
herkenningsknop 5 op het stuurwiel
of bij de knoppen op de stuurkolom.
Antidiefstalfunctie
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem is een elektronisch beveiligings‐ systeem inbegrepen om diefstal te
ontmoedigen. Het infotainmentsys‐
teem werkt alleen in uw auto en is
daarom voor een dief waardeloos.
De beveiligingscode (apart geleverd)
moet worden ingevoerd bij het eerste
gebruik van het systeem en na lange
onderbrekingen van de voeding.
Let op
De beveiligingscode is niet vereist
voor R16 BT USB, CD18 BT USB.
Beveiligingscode invoeren
Wanneer het Infotainmentsysteem
voor heet eerst wordt ingeschakeld,
verschijnt een bericht op het display‐
scherm om een beveiligingscode in te
voeren, bijv. Radiocode, gevolgd
door 0000. Afhankelijk van het Info‐tainmentsysteem is het mogelijk dat
het bericht alleen na een korte vertra‐ ging verschijnt.
Om het eerste cijfer van de beveili‐
gingscode in te voeren, drukt u
herhaalde malen op de cijfertoets 1
op de eenheid totdat het gewenste
nummer wordt weergegeven. Voer op
dezelfde manier het tweede, derde en
vierde cijfer in met de toetsen 2, 3 en
4 .
Wanneer de volledige code wordt
weergegeven, houdt u de toets 6
ingedrukt tot er een akoestisch
signaal klinkt. Het systeem is ontgren‐
deld wanneer de correcte code is
ingevoerd.
NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink : Voer de beveili‐
gingscode in met behulp van de
genummerde toetsen 0 tot 9 op het
aanraakscherm. Het systeem is
ontgrendeld wanneer de correcte
code is ingevoerd.
Verkeerde code ingevoerd
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem wordt, nadat de beveiligings‐
code verkeerd is ingevoerd, eenbericht voor verkeerde code, bijv.
Codefout , gevolgd door een aftel‐
waarde, bijv. Wacht 100 , weergege‐
ven.
Wacht totdat het aftellen is afgelopen en voer dan de juiste code in. Elke
keer dat de code verkeerd wordt inge‐
voerd, kan de afteltijd worden verdub‐ beld, afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem.
Geografisch gebied veranderen Wanneer de beveiligingscode is inge‐
voerd, kunt u, afhankelijk van het Info‐
tainmentsysteem, gevraagd worden
een geografisch gebied te kiezen,
bijvoorbeeld:
● Europa
● Azië
● Arabië
● Amerika
Schakel het Infotainmentsysteem uit en druk tegelijk op de toets 1 en 5 en
m . Druk vervolgens op _ of 6 totdat
het gewenste gebied op het display‐
scherm wordt gemarkeerd en stel het in met toets 6.
Page 32 of 143

32InleidingGebruikBedieningselementen van
infotainment
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met toetsen, draaiknoppen
en/of displaymenu's.
Invoer kan plaatsvinden via: ● de centrale bedieningseenheid in
het instrumentenpaneel 3 7 of
● de bedieningselementen op de stuurkolom 3 7
● het stemherkenningssysteem (indien beschikbaar) 3 115
● het aanraakscherm (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink) 3 42
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met X in.
De eerder gebruikte audiobron is
actief.
Druk op X (of houd deze ingedrukt,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) om het Infotainmentsysteem
weer uit te schakelen.
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem
uitgeschakeld is (afhankelijk van de
versie), wordt/-en mogelijk de klok
en/of de buitentemperatuur weerge‐
geven.NAVI 50 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in/uit wanneer het
contact in/uit wordt geschakeld. Of
druk zo nodig op X.NAVI 80 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in wanneer het contact
wordt ingeschakeld (afhankelijk van
de versie). Of druk zo nodig op X.De volgende opties kunnen verschij‐
nen (afhankelijk van versie):
● Instellingen wijzigen (om het
delen van gegevens goed te
keuren of te weigeren)
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde functies
wellicht niet naar behoren.
● Taal (om de systeemtaal te wijzi‐
gen)
● Gereed (om door te gaan naar de
startpagina)
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het
contact uitschakelt en het bestuur‐
dersportier opent. Of druk zo nodig op X .
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
Infotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de invoer van de laatste