Page 90 of 239

88Instrumenten en bedieningsorganen9Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Afhankelijk van het specifieke model
kan de actuele tijd verschijnen op het
centrale informatiedisplay en/of het
Driver Information Center.
Infodisplay:
De uren en minuten kunnen worden
aangepast met de betreffende knop‐
pen naast het display of de bedie‐
ningsorganen van het infotainment‐
systeem.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding Infotainment.
Bestuurdersinformatiecentrum:
De klokinstelfunctie weergeven door
de knop aan het uiteinde van de
wisserhendel meerdere malen in te
drukken.
Houd de knop gedurende ongeveer
vijf seconden ingedrukt:
● uren knipperen
● knop meerdere malen indrukken om uren te wijzigen
● wacht ongeveer vijf seconden om
de uren in te stellen
● minuten knipperen
● knop meerdere malen indrukken om minuten te wijzigen
● wacht ongeveer vijf seconden om
de minuten in te stellen
Driver Information Center 3 102.
Elektrische aansluitingen
Page 107 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen105MotoroliepeilAls het minimum motoroliepeil wordt
bereikt, verschijnt er gedurende
30 seconden na het starten van de
motor een bericht op het Driver Infor‐
mation Center 3 102.
Oliepeil controleren 3 170.Tripcomputer
De tripcomputer geeft informatie over
rijgegevens die voortdurend geregi‐
streerd en elektronisch verwerkt
worden.
Afhankelijk van het specifieke model
kunnen de volgende functies worden
geselecteerd door de knop op het
uiteinde van de wisserhendel meer‐
dere malen in te drukken:
● brandstofverbruik
● gemiddeld verbruik
● momentaan verbruik
● actieradius
● afgelegde afstand
● gemiddelde snelheid
● restpercentage AdBlue 3 142
● afstand vóór onderhoudsbeurt 3 93
● klok 3 88, buitentemperatuur
3 87
● opgeslagen snelheid cruise control en snelheidsbegrenzer
3 154
● brandstofverbruikcijfer (ecoSco‐ ring)
● storings- en informatieberichten ● kilometerteller 3 91, dagteller
3 91
Brandstofverbruik
Geeft de hoeveelheid brandstof aan die verbruikt is sinds de laatste reset.
De meting kan te allen tijde opnieuw
worden gestart door de knop inge‐
drukt te houden.
Gemiddeld verbruikDe waarde verschijnt na het afleggen
van een afstand van 400 meter.
Page 166 of 239

164Rijden en bedieningNa het tanken de tankdop terugplaat‐sen en zo ver mogelijk rechtsom
draaien.
Sluit de tankklep.
Tankdop Gebruik uitsluitend originele tankdop‐pen. Auto's met een dieselmotorhebben een speciale tankdop.
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
De waarden voor het brandstofver‐
bruik (gecombineerd) van het model
Opel Vivaro liggen binnen een bereik van 7,4 tot 5,7 l/100 km.
Afhankelijk van het land verschijnt het
brandstofverbruik in km/l. In dit geval
ligt het brandstofverbruik (gecombi‐
neerd) van het model Opel Vivaro
binnen een bereik van ongeveer 13,5
tot 17,5 km/l.
De CO 2-emissie (gecombineerd) is
binnen een bereik van 195 tot
149 g/km.Raadpleeg voor de waarden die
specifiek voor uw voertuig gelden het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de
andere nationale autopapieren.
Algemene informatie
De opgegeven getallen voor het offi‐
ciële brandstofverbruik en de speci‐
fieke CO
2-
emissie hebben betrekking
op het EU-basismodel met standaard uitrusting.
Brandstofverbruikgegevens en CO 2-
emissiegegevens worden bepaald
volgens verordening R (EG)
nr. 715/2007 (in de meest recente van toepassing zijnde versie), waarbij
rekening wordt gehouden met het
gewicht van de auto in bedrijfstoe‐
stand, zoals voorgeschreven door de
verordening.
De getallen worden alleen gegeven
ter vergelijking tussen verschillende
varianten van de auto's en mogen niet als garantie worden opgevat voor het
werkelijke brandstofverbruik van een
bepaalde auto.Extra uitrusting kan enigszins hogere
resultaten tot gevolg hebben dan de
vermelde getallen voor brandstofver‐
bruik en CO 2. Het brandstofverbruik
hangt bovendien af van de persoon‐
lijke rijstijl, de staat van het wegdek en de verkeersomstandigheden.
Page 178 of 239

176Verzorging van de auto● Zie de Gebruikershandleidingvoor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.
Extra accu
Afhankelijk van de accessoires die op
de auto zitten, zijn bepaalde modellen voorzien van een extra accu onder depassagiersstoel voorin.
Let op
De extra accu wordt alleen automa‐
tisch aan de hoofdaccu gekoppeld
wanneer de motor loopt. De extra
accu hoeft niet te worden ontkop‐
peld voordat u de hoofdaccu ontkop‐ pelt of voordat u starthulpkabels
gebruikt.
Starthulp gebruiken 3 201.
Dieselbrandstoffilter
Het dieselbrandstoffilter is toeganke‐ lijk vanaf de onderkant van de auto.
Bij elke olieverversingsbeurt water‐
resten uit het filter aftappen.
Opvangbak onder het filterhuis plaat‐
sen. Kartelboutje aan de onderkant
van het filter ongeveer één slag
losdraaien om het water af te tappen.
Het filter is afgetapt zodra er diesel‐
brandstof zonder water verschijnt.
Schroef weer aanhalen.
Dieselbrandstoffilter met kortere
intervallen controleren als de auto
dienstdoet in buitengewone omstan‐ digheden.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Als de tank is leeggereden moet het
dieselbrandstofsysteem worden
geventileerd of ontlucht.
Bijtanken en als volgt te werk gaan:
Met de contactsleutel
● Het contact gedurende vijf seconden per keer inschake‐len (sleutel in stand 2).
● Contact gedurende drie seconden uitschakelen
(sleutel in stand 1).