86Instrumenten en bedieningsorganenselecteren. Druk op BACK om een
menu te sluiten of terug te gaan naar
de vorige pagina.
Selecteer Indstillinger (Settings) ,
blader door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings)
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Voertuiginstellingen (Vehicle
Settings)
● Aanrijdings-/detectiesysteem
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonparkeerhulp.
● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Wijzigt
het volume van geluidssignalen.
Aanpassing door bestuurder :
Activeert of deactiveert persoon‐
lijke instellingen.
Autom. wissen achter in
achteruit : Activeert of deactiveert
automatische inschakeling
achterruitwisser bij inschakelen
achteruitversnelling.
● Talen (Languages) : Blader door
de lijst en selecteer de gewenste taal.
● Verlichting
Buitenverlichting bij ontgr. : Acti‐
veert of deactiveert de instapver‐ lichting.
Uitstapverlichting : Activeert of
deactiveert de uitstapverlichting
en wijzigt de verlichtingsduur.
● Elektrische portiervergrendeling
Open portier niet vergrendelen :
Activeert of deactiveert de
portiervergrendelingsfunctie
wanneer een portier openstaat.Vertraagde deurvergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze functie
vertraagt het werkelijke vergren‐
delen van de portieren tot alle portieren gesloten zijn.
● Vergrendelen, ontgrendelen en
starten op afstand
Feedb ontgr. op afstand : Acti‐
veert of deactiveert het alarm‐ knipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Feedb. vergr. op afstand : Wijzigt
het type terugmelding bij het
vergrendelen van de auto.
Portierontgr. op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Autom. portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
● Fabrieksinstellingen herstellen :