172Verzorging van de auto4. Plaats de haak van de band doorde lus en trek eraan totdat de
band stevig op de rugleuningver‐
grendeling is vastgezet.
5. Trek de rugleuningen terug.
6. Monteer de haak op de achter‐ klepvergrendeling.
7. Trek de band strak en borg hem met de gesp.
9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of
een botsing kunnen inzittenden door voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krikken of gereedschap altijd goed vastgezet in de betreffendeopbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de
bagageruimte wordt geplaatst,
moet altijd met een band worden
vastgezet.Starthulp gebruiken
Niet starten met een snellader.
Bij een ontladen accu kan de motor
worden gestart met hulpstartkabels
en de accu van een ander voertuig.9 Waarschuwing
Hulpstartkabels alleen met de
uiterste voorzichtigheid gebrui‐
ken. Elke afwijking van de onder‐
staande instructies kan letsel of
schade als gevolg van het explo‐
deren van de accu's en schade
aan de elektrische systemen van
beide auto's tot gevolg hebben.
9 Waarschuwing
Laat de accu niet in contact komen
met de ogen, huid, weefsels en
lakwerk. De vloeistof bevat
zwavelzuur, dat bij direct contact
letsel en schade kan veroorzaken.
● De accu nooit aan vonken of open vuur blootstellen.
178Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................178
Service-informatie ...................178
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............179
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................179Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 67.
Europese service-intervallen Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 67.
Internationale service-intervallen Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
205SSchakelen ..................................... 73
Service ....................................... 107
Service-display ............................ 67
Service-indicatie .......................... 72
Service-informatie ...................... 178
Slepen ........................................ 174
Sleutel, opgeslagen instellingen ...21
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................164
Snelheidsbegrenzer .............76, 126
Snelheidsmeter ............................ 65
Spiegels ....................................... 27
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................143
Stadsmodus................................ 123
Startbeveiliging ......................26, 75
Starten en bediening ..................109
Starthulp gebruiken ...................172
Stoelpositie .................................. 34
Stoelverstelling ........................7, 35
Stoelverwarming ........................... 36
Stop/Start-systeem .....................111
Storing ....................................... 119
Storingsindicatielamp ..................72
Sturen ......................................... 109
Stuurbedieningsknoppen .............60
Stuurbekrachtiging........................ 73 Stuurwiel instellen .......................... 9Stuurwielverstelling ...................... 60
Symbolen ....................................... 4
T Tanken ....................................... 133
Te laag brandstofpeil ...................75
Toerenteller ................................. 65
Top-Tether-bevestigingsogen ......51
Traction Control .........................121
Traction Control-systeem UIT....... 74 Typeplaatje ................................ 183
U Uitlaatgassen ............................. 115
Uitrol-brandstofafsluiter .............111
Uitstapverlichting .........................97
Ultrasoonparkeerhulp ..................73
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................... 81Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 164
Vaste luchtroosters ....................106
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................37
Velgen en banden .....................158
Ventilatie ....................................... 99
Verbanddoos ............................... 57
Versnellingsbak ........................... 15
Versnellingsbakdisplay ..............116Verstelbare luchtroosters ........... 106
Vertraagde uitschakeling stroom 110
Verwarmde spiegels ....................28
Verwarmd stuurwiel .....................60
Verwarming ................................. 36
Verwarmings- en ventilatiesysteem ...................... 99
Verwerking van sloopauto .........140
Verzorging .................................. 175
Verzorging exterieur ..................175
Verzorging interieur ...................177
Vloerplaat bagageruimte .............56
Voertuiggewicht .........................189
Voertuigidentificatienummer ......182
Voertuigkrik................................. 157
Voordat u wegrijdt ........................ 16
Voorportieren ................................ 24
Voorruit ......................................... 29
Voorstoelen .................................. 34
W
Waarschuwingslampen ................65
Werkzaamheden uitvoeren .......140
Wieldoppen ................................ 164
Wiel verwisselen ........................168
Winterbanden ............................ 158
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......62
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........61
Wisserblad vervangen ...............145