Page 228 of 313

226Rijden en bedieningInschakelen
U activeert Lane Keep Assist door
a in te drukken. De brandende led
in de knop geeft aan dat het systeem is ingeschakeld.
Wanneer controlelamp a op de
instrumentengroep of op het head- updisplay groen oplicht, is het
systeem bedrijfsgereed.
Het systeem werkt bij snelheden tussen 60 km/h en 180 km/h, en als
er wegmarkeringen aanwezig zijn.
Het systeem verdraait het stuurwiel
langzaam en het controlelampje a
wordt geel als de auto een waarge‐
nomen wegmarkering nadert en u de
richtingaanwijzer naar die kant niet
hebt ingeschakeld.
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der door a te laten knipperen en drie
waarschuwingstonen te laten horen
vanaf de kant waar u de wegmarke‐
ringen overschrijdt.
Het systeem werkt alleen als er een
wegbelijning wordt gedetecteerd.
Als het systeem alleen wegmarkerin‐
gen aan één kant van de weg waar‐
neemt, is er alleen ondersteuning
voor die kant.
Lane Keep Assist neemt waar
wanneer u de handen van het stuur‐
wiel haalt. In dat geval verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Center en klinkt er een geluidssignaal zolang Lane Keep Assist waarneemtdat u met de handen van het stuur
rijdt.Uitschakelen
U deactiveert het systeem door a in
te drukken. De led in de knop gaat
dan uit.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt wellicht niet goed wanneer:
● De rijsnelheid is buiten het bereik
van 60 tot 180 km/u.
● Rijden op bochtige of heuvelach‐
tige wegen.
● Bij 's nachts rijden.
● Door weersomstandigheden beperkt zicht, zoals bij mist,
regen of sneeuw.
● De sensor in de voorruit is bedekt
met sneeuw, ijs, slijk, modder,
vuil, schade aan de voorruit of
werkt slechter door vreemde
voorwerpen, bijv. stickers.
● De zon valt rechtstreeks in de lens van de camera.
● Voorliggers vlakbij
● Overhellende wegen
● Bermen
Page 229 of 313

Rijden en bediening227● Wegen met slechte wegmarke‐ringen
● Plotselinge veranderingen in de lichtsterkte
● Wijzigingen aan de auto, bijv. banden.
Schakel het systeem uit als het wordt
verstoord door teersporen, schadu‐
wen, scheuren in het wegdek, tijde‐
lijke wegmarkeringen, wegwerk‐
zaamheden of andere onregelmatig‐
heden in het wegdek.9 Waarschuwing
Let altijd op de weg en houd de
auto op de juiste plaats op de
rijstrook. Doet u dit niet, dan kan
dit leiden tot schade aan de auto,
of letsel of de dood.
Lane Keep Assist stuurt de auto
niet continu.
Het systeem houdt de auto niet
noodzakelijkerwijs op de rijstrook.
Het hoeft ook geen waarschuwing te geven, zelf als worden er rijst‐
rookmarkeringen waargenomen.
De stuurbekrachtiging van de
Lane Keep Assist is mogelijk
ontoereikend om te voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten.
Het systeem neemt door invloe‐
den van buitenaf (staat van de
weg, type wegdek, het weer enz.)
wellicht niet waar dat u de handen
van het stuurwiel hebt. De
bestuurder is volledig verantwoor‐ delijk voor het besturen van de
auto en moet onderweg de
handen altijd op het stuurwiel
houden.
Als u het systeem gebruikt terwijl
u een aanhanger trekt of op een
gladde weg rijdt, dan kunt u de
controle over de auto verliezen en een ongeluk krijgen. Schakel het
systeem uit.Brandstof
Brandstof voorbenzinemotoren
Gebruik alleen loodvrije brandstof die
voldoet aan de Europese norm
EN 228 of E DIN 51626-1 of gelijk‐
waardig.
De motor kan draaien op brandstof
met een ethanolgehalte van maxi‐
maal 10% (bijv. E10).
Brandstof met het aanbevolen
octaangetal gebruiken. Bij een lager
octaangetal kunnen het motorvermo‐
gen en -koppel lager zijn en neemt het brandstofverbruik iets toe.Voorzichtig
Gebruik geen brandstof of brand‐
stofadditieven die metalen
bestanddelen bevatten, zoals
additieven op mangaanbasis. Dat
kan motorschade veroorzaken.
Page 310 of 313

308HHalogeenkoplampen .................245
Handgeschakelde versnellingsbak ......................173
Handmatige dimfunctie ................34
Handmatige stoelverstelling .........43
Handrem ............................. 174, 175
Handschoenenkastje ...................69
Head-updisplay........................... 115
Hellingrem ................................. 176
Hoofdsteunen .............................. 40
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 152
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 63
Indicatie afstand tot voorligger ...197
Inductief opladen ..........................87
Info-Display................................. 113
Info-Displays ............................... 105
Inhouden ................................... 294
Inklapbare spiegels .....................32
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 140
Instrumentengroep ......................89
Instrumentenverlichting .............251
Interactief rijsysteem................... 179
Interieurverlichting ......................138K
Katalysator ................................. 165
Kentekenverlichting ...................251
Kilometerteller .............................. 95
Kindersloten ................................. 27 Kinderveiligheids-systemen ..........60
Klimaatregeling ............................ 15
Klok............................................... 84
Koelvloeistof .............................. 240
Koelvloeistof en antivries ............281
Koelvloeistoftemperatuur ...........102
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...97
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 132
Koplampverstelling ....................132
L
Laadsysteem ............................. 100
Lane keep assist ................101, 225
LED-koplampen ..........104, 133, 247
Leeslampen ............................... 139
Lekke band ................................. 268
Lichtschakelaar .......................... 129
Lichtsignaal ................................ 132
Luchtinlaat ................................. 154
M
Massage ....................................... 50
Meters........................................... 94
Midlevel-display .......................... 105
Mistachterlicht .................... 104, 137Mistlamp .................................... 104
Mistlampen ................................ 247
Mistlampen voor ........................137
Motorgegevens .......................... 289
Motor-ID...................................... 285
Motorkap .................................... 238
Motorolie .................... 239, 281, 286
Motoroliedruk ............................. 103
Motor starten ............................. 159
N
Nieuwe auto inrijden ..................156
O
Obstakeldetectiesystemen .........203
Olie, motor .......................... 281, 286
OnStar ........................................ 124
Ontlaadbeveiliging accu ............141
Opbergruimte................................ 69
Opbergruimte voor........................ 70
Opbergvakken .............................. 69
Opbergvak middenconsole ..........71
Opgeslagen instellingen ...............22
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 274
Panoramazichtsysteem ..............215
Parkeerhulp ............................... 203
Parkeerlichten ............................ 138
Parkeren .............................. 18, 162