Page 100 of 109

100CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............100
Gebruik ...................................... 101Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2
Romeo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.
Page 104 of 109

104USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............104
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 104Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de
bedieningselementen en menu’s van het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 101.
Op de volgende pagina's worden alleen de afwijkende/aanvullende
bedieningsaspecten beschreven.Bediening van de displayschermen is
alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. Andere apparaten werken in
het algemeen hetzelfde.
Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te
openen.
Voor het achter elkaar afspelen van alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Voor het weergeven van een menu
met de verschillende extra opties
voor het zoeken en selecteren van
tracks: selecteer Zoeken.
Het zoekproces op het USB-apparaat kan enkele minuten duren. Tijdens dit
proces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in
willekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen:
Herhalen op Aan zetten.
Page 106 of 109

106TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 84, 100, 103, 104
Antidiefstalfunctie ........................85
Automatische detectie van verkeersinformatie..................... 96
Autostore-lijsten ............................ 94
B BACK-knop ................................... 90
Basisbediening ............................. 90
Bijwerken zenderlijst .....................95
C Cd afspelen starten ....................101
CD-speler activeren.................................. 101
belangrijke informatie ..............100
gebruik .................................... 101
CD-speler activeren ....................101
CD-speler gebruiken................... 101
Configureren DAB ........................98
Configureren van RDS .................96
D DAB .............................................. 98
De AUX-ingang gebruiken ..........103
De radio gebruiken .......................93
De radio inschakelen ....................93
De USB-poort gebruiken ............104
Digital Audio Broadcasting ...........98E
EON .............................................. 96
F
Favorietenlijst ............................... 94
Frequentiebereikmenu's ...............95
Frequentiebereik selecteren .........93
G
Gebruik ................... 89, 93, 101, 103
Geluidsinstellingen .......................92
H Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 89
I Infotainment-systeem automatische aanpassing van
het volume................................. 92 maximaal opstartvolume ...........92
tooninstellingen ......................... 92
volume voor verkeersberichten. 92
volume: instellingen ..................92
Infotainmentsysteem gebruiken ...89
M
Menubediening ............................. 90
Multifunctionele toets ....................90
Mute.............................................. 89