Inleiding......................................... 6
Basisbediening ............................ 17
Radio ........................................... 25
CD-speler ..................................... 32
Externe apparaten .......................35
Navigatie ...................................... 40
Spraakherkenning ........................59
Telefoon ....................................... 68
Veelgestelde vragen ....................77
Trefwoordenlijst ........................... 80Navi 950/650 / CD 600
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 14Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
De radio is gebruikersvriendelijk
doordat u met de voorkeuzetoetsen
1...6 een groot aantal FM-, AM- en
DAB (Digital Audio Broadcasting)-
zenders kunt vastleggen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem brengt u veilig
naar uw bestemming en omzeilt
desgewenst files of andere knelpun‐
ten.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonapplicatie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Naar keuze kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met de toetsen op het instrumentenbord, de knoppen
op het stuurwiel of de spraakherken‐
ningsfunctie.Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.
Raadpleeg voor details over de
bediening en nieuws over software- updates onze website.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor de diverse Infotainmentsystemenbeschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan
Inleiding7de kant en bedien het
Infotainmentsysteem terwijl u stil‐
staat.9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. De over‐
eenkomstige verkeersregels
moeten zonder uitzondering in
acht worden genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding
tegen de verkeersregels ingaat, moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra‐
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys‐
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac‐
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Inleiding91;
Ga naar startpagina ..............17
2 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
3 s
Radio: achteruit zoeken ........25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............374Zendertoetsen 1...6
Kort drukken: station
selecteren ............................. 27
Lang drukken: station
opslaan ................................. 27
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
6 u
Radio: vooruit zoeken ...........25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 37
7 AS 1/2
Kort indrukken: Autostore-
lijst openen ............................ 27
Lang indrukken:
Autostore-zenders
automatisch opslaan .............278 FAV 1/2/3
Favorietenlijst openen ...........27
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................28
10 d
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG
Openen instellingenmenu .....22
12 r
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................37
13 INFO
Radio: informatie over
huidige zender
Cd/mp3/wma, externe
apparaten: informatie over huidige track
Navigatie: informatie, bijv.
over de huidige locatie
12Inleiding1;
Ga naar startpagina ..............17
2 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
3 s
Radio: achteruit zoeken ........25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............374Zendertoetsen 1...6
Kort drukken: station
selecteren ............................. 27
Lang drukken: station
opslaan ................................. 27
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
6 u
Radio: vooruit zoeken ...........25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 37
7 AS 1/2
Kort indrukken: Autostore-
lijst openen ............................ 27
Lang indrukken:
Autostore-zenders
automatisch opslaan .............278 FAV 1/2/3
Favorietenlijst openen ...........27
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................28
10 d
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG
Openen instellingenmenu .....22
12 INFO
Radio: informatie over
huidige zender
Cd/mp3/wma, externe
apparaten: informatie over huidige track
14InleidingLang drukken: oproeplijst
tonen ..................................... 71
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 59
2 SRC (bron)
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 25
Bij actieve radio: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige voorkeurszender te
selecteren ............................. 25
Bij actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........33
Bij actief extern apparaat:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige track te
selecteren ............................. 37Bij actieve telefoon: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige vermelding in
oproepenlijst te selecteren ....71
Bij actieve telefoon actief
en gesprekken in de
wacht: hoger/lager zetten
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 71
3 w
Volume verhogen ..................14
4 ─
Volume verlagen ...................14
5 xn
Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............71
of oproeplijst sluiten ..............17
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............14
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 59Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een multifunctionele knop en
menu's op het display.
Invoer kan plaatsvinden via: ● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenbord 3 8
● bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● het spraakherkenningssysteem 3 59
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Inleiding15Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X. De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
● het maximale inschakelvolume 3 21
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 21
● het volume van de navigatiebe‐ richten 3 41Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien tele‐
foonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op SRCE om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, CD, USB,
AUX, Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● Cd/mp3-speler 3 32
● USB-poort 3 35
● AUX-ingang 3 35
● Audio via Bluetooth 3 35
● AM-radio 3 25
● FM-radio 3 25
● DAB-radio 3 30
Navigatie
Druk op NAVI om de kaart van de
navigatieapplicatie weer te geven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 40.
Basisbediening21Fade en Balance
Wanneer Fader of Balans wordt
geselecteerd, verschijnt er een
afbeelding rechts op het scherm.
Selecteer Fader voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers voor en achter in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Balans voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers links en rechts in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Volume-instellingen
Automatisch volume aanpassen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Automatische
volumeregeling om het betreffende
menu weer te geven.
Zet voor het bijstellen van de volume‐ aanpassing Automatische
volumeregeling op Uit, Laag ,
Middelhoog of Hoog .
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume bij opstarten aanpassen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Startvolume om het betref‐
fende menu weer te geven.
Pas de instelling naar wens aan.Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten kan onafhankelijk van het "normale"
volumeniveau vooraf worden inge‐
steld.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer RDS-opties en dan
Verkeersvolume om het betreffende
menu weer te geven.
Pas de instelling naar wens aan.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door aan m te draaien.
Volume van geluidssignaal
aanpassen
Bij de bedieningsorganen in de auto
worden uw handelingen bevestigd
door pieptonen. U kunt het volume
van de pieptonen aanpassen.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Voertuig instellingen .