36Externe apparatenOntkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 69.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐
teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden
ondersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn
.jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote De Gracenote database bevat infor‐
matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐
note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch
gecorrigeerd. Hierdoor kunnen
mediazoekresultaten beter worden.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Gracenote opties om het
betreffende submenu weer te geven.
Activeer de normailsatiefunctie van
Gracenote.
Externe apparaten37Audio afspelen
Weergave starten
Indien niet aangesloten, sluit het
apparaat aan 3 35.
Druk op ; en selecteer dan USB,
AUX of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het instrumentenbord
worden bediend.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op t of
v om naar de vorige of volgende
track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Pauze in weergave
Druk op r om het afspelen te
pauzeren.
Audiomenu's Druk op de multifunctionele knop om
het betreffende audiomenu weer te
geven.
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐ baar in alle audiomenu's.
Functie Willekeurige volgorde
Druk op de multifunctionele knop om
het menu USB of Bluetooth weer te
geven.
Activeer Door elkaar voor het afspe‐
len van de tracks op het betreffende
apparaat in willekeurige volgorde.
Deactiveer Door elkaar om naar de
normale afspeelvolgorde terug te
keren.
Zoeken
(alleen beschikbaar in USB-menu's)
38Externe apparatenSelecteer één van de menuopties,
bijv. Mappen , Afspeellijsten of
Albums , om naar een track in de
structuur te zoeken.
Zoek in de structuur totdat u de
gewenste track heeft gevonden.
Selecteer de track om de weergave te
starten.
Specifieke afspeellijsten
In het systeem kunt u via de Grace‐
note functie nieuwe afspeellijsten
aanmaken. Gelijksoortige tracks
worden samen op een automatisch
door het systeem gegenereerde lijst
gezet.
Selecteer de track rond welke u een
nieuwe afspeellijst wilt aanmaken.
Selecteer Vergelijkbare nummers
afspelen... in het betreffende audio‐
menu. Een nieuwe afspeellijst wordt
aangemaakt en in het menu
Afspeellijsten opgeslagen.
Selecteer Afspeellijst verwijderen
voor het wissen van een door het systeem gegenereerde afspeellijst.Er verschijnt een lijst met alle gege‐nereerde afspeellijsten. Selecteer de
afspeellijst die u wenst te wissen. De
afspeellijst wordt gewist.
Afbeeldingen weergeven Afbeeldingen bekijken
Sluit een USB-apparaat aan 3 35.
Druk op ; en selecteer daarna
Afbeeldingen om het menu Foto-
viewer USB te openen.
Er verschijnt een lijst met alle afbeel‐
dingen en afbeeldingenmappen op
het USB-apparaat.
Doorzoek de afbeeldingen en
mappen totdat u de gewenste afbeel‐ ding hebt gevonden en selecteer
deze. De afbeelding wordt weergege‐ ven.
Functietoetsen
Toets Info
Selecteer Info onder aan het scherm
om informatie over de afbeelding op
het USB-apparaat weer te geven,
bijv. een naam of nummer. De betref‐
fende informatie verschijnt boven de
afbeelding.
Naar de vorige of volgende
afbeeldingen springen
Selecteer < of > onder aan het
scherm om de vorige of volgende
afbeelding weer te geven.
Navigatie43Kaart instellen
Richtingindicator
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec‐
teer Kaartrichting om het betreffende
submenu weer te geven.
U hebt de volgende opties: ● 2D Noord boven : 2D-scherm,
noorden bovenaan.
● 2D rijrichting : 2D-scherm, rijrich‐
ting bovenaan.
● 3D rijrichting : 3D-scherm, rijrich‐
ting bovenaan.
Selecteer de gewenste optie.
Kaartweergaven
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec‐
teer Kaartmodi om het betreffende
submenu weer te geven.
U hebt de volgende opties: ● Volledige weergave kaart
(scherm "Normaal" bovenstaand
beschreven): volledig kaart‐
scherm, alle functies en indica‐
tietoetsen op het scherm weer‐
gegeven.● Alleen kaart : volledig kaart‐
scherm, de meeste functie- en
indicatietoetsen op het scherm
verborgen.
● met overzicht van afslagen :
gedeeld scherm met kaart links
en lijst met afslagen rechts.
● gedeeld met pijlen voor afslagen :
gedeeld scherm met kaart links
en afslagpijl voor de volgende afslagmanoeuvre rechts.
● Gedeeld met mediafuncties :
gedeeld scherm met kaart links
en momenteel actieve audiobron
rechts.
Selecteer de gewenste optie.
Kaartvenster
Druk op de multifunctionele knop om Navigatiemenu weer te geven. Selec‐
teer Kaartinstellingen en dan
Weergave kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
Activeer, afhankelijk van de externe
lichtcondities, Dag of Nacht .
Activeer Automatisch voor een auto‐
matische aanpassing door het
systeem.POI's weergeven
Druk op de multifunctionele knop om Navigatiemenu weer te geven.
Selecteer Toon POI´s om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Als u alle in het systeem beschikbare POI's op de kaart wilt weergeven,
activeer dan Toon alle POI´s .
Als u geen POI's op de kaart wilt
weergeven, activeer dan Verberg alle
POI´s .
U geeft alleen specifieke POI's op de
kaart weer door Door gebruiker
gedefinieerd en vervolgens de POI-
categorieën die u wilt zien te active‐
ren.
Informatie op scherm wijzigen
U kunt de routegegevens die tijdens
actieve routebegeleiding op het
scherm worden weergegeven naar
eigen inzicht aanpassen.
Druk op de multifunctionele knop om Navigatiemenu weer te geven. Blader
door de lijst en selecteer Wisselen
tijd/bestemming .
54NavigatieEr verschijnt een bevestigingsmenu.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Begeleiding starten .
Opgeslagen bestemmingen
wissen
Druk voor het verwijderen van in het
systeem opgeslagen bestemmingen
op CONFIG , selecteer Navigatie-
instellingen en dan Opgeslagen
bestemmingen verwijderen . Er
verschijnt een submenu.
Activeer de menuopties van de
opslaglocatie die u wilt wissen.
Selecteer Verw.. De geselecteerde
opslaglocaties worden gewist.
Begeleiding
Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Gewenst adres invoeren of selecte‐
ren.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer Begeleiding starten om
routebegeleiding te starten.
Routebegeleiding annuleren
Druk bij actieve routebegeleiding op
DEST om Routemenu weer te geven.
Selecteer Route annuleren om de
actuele navigatiesessie te annuleren.
Begeleidingsinstructies
Routebegeleiding wordt uitgevoerd
met gesproken instructies en visuele instructies op de kaart (indien geacti‐
veerd).
Gesproken instructies
Gesproken navigatie-instructies
geven bij het naderen van een krui‐
sing aan welke richting u moet
volgen.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Navigatie-instellingen .
Selecteer Gesproken instructie om
het betreffende submenu weer te
geven.
Als u wilt dat het systeem de volgende afslagmanoeuvre hoorbaar aangeeft,
activeer dan Gesproken instructies
navigatiesysteem .
Als u wilt dat verkeerswaarschuwin‐
gen worden voorgelezen, activeer
dan Waarschuwingen verkeersinfor‐
matie .
Selecteer Navigatievolume om het
volume tijdens gesproken instructies
bij te stellen. Het betreffende
submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van gesproken instructies Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
60SpraakherkenningIn dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het infotainmentsysteem via
spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Taal van display wijzigen, zie "Taal" in het hoofdstuk
"Systeeminstellingen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u de displaytaal in Frans wijzi‐gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de
displaytaal naar keuze in Frans of Nederlands wijzigen. Voor het invoe‐
ren van adressen in Zwitserland kunt
u de displaytaal naar keuze in Frans,
Duits of Italiaans wijzigen.Taal van display wijzigen, zie "Taal"
in het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van de betreffende invoervolgorde.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.Gebruik
Geïntegreerde spraakherkenning Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op w rechts op het stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, w op het display
wordt gemarkeerd en een gesproken bericht vraagt u om een commando
uit te spreken.
Zodra de spraakherkenning gereed is voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando
geven om een systeemfunctie direct
te starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een
bestemmingsadres); zie "Bediening
via spraakcommando's" verderop.
Spraakherkenning61Nadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op w of ─ rechts op het stuur‐
wiel.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een
dialoogreeks te annuleren en de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren " of "Afsluiten ".
● Druk op n rechts op het stuur‐
wiel.In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u enige tijd geen commando's
zegt (standaard wordt u driemaal
gevraagd een commando te
zeggen).
● Als u commando's zegt die niet door het systeem worden
herkend (standaard wordt u drie‐ maal gevraagd een juist
commando te zeggen).
Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning kan comman‐
do's in de vorm van natuurlijke zinnen of directe commando's met de appli‐
catie en de taak begrijpen.
Voor de beste resultaten: ● Luister naar de gesproken vraag en wacht op de pieptoon voordatu een commando uitspreekt of
antwoordt.
● Zeg " Help" als de helpvraag voor
de huidige dialoogstap nog eens
wilt horen.● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
w te drukken. Druk als u uw
commando rechtstreeks wilt
inspreken twee keer op w.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit. Meestal werkt de
herkenning beter als pauzes tot
een minimum beperkt blijven. Gebruik korte en directe
commando's.
Meestal kunnen telefoon- en audio‐
commando's in één keer worden
uitgesproken. Bijvoorbeeld "Bel Jan
Jansen", "Speel af" gevolgd door de
naam van de artiest of song of "Stem
af op" gevolgd door de radiofrequen‐
tie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem
reageert hierop door naar meer
details te vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
64SpraakherkenningMenuActieSpraakcommando'sRadiomenuEen frequentie
selecteren" F M radio | Kies F M "
" A M radio | Kies A M "
" D A B radio | Kies D A B "Een zender
selecteren" Afstemmen op F M … "
" Afstemmen op A M … "
" Kies D A B ... | DAB ... inschakelen "Media-menuEen mediabron
selecteren" C D afspelen "
" U S B afspelen "
" Front aux afspelen | Spelen AUX | Spelen Voorkant AUX "
" Bluetooth afspelen | Bluetooth-geluid afspelen | Bluetooth-audio afspelen "Een zoekcategorie
selecteren" Artiest ... afspelen "
" Album ... door ... afspelen "
" Genre ... afspelen "
" Map ... afspelen "
" Afspeellijst ... afspelen "
" Componist ... afspelen "
" Audioboek ... afspelen "Een song
selecteren" Liedje ... afspelen | Liedje ... afspelen door … "