Page 17 of 503
Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 45.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 42.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
●
Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Verwarmings- en ventilatiesysteem
3 292.
Airconditioning 3 293.
Page 294 of 503

292KlimaatregelingKlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............292
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................292
Airconditioning ......................... 293
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 295
Hulpverwarming ......................300
Luchtroosters ............................. 300
Verstelbare luchtroosters ........300
Vaste luchtroosters ..................301
Onderhoud ................................. 301
Luchtinlaat ............................... 301
Pollenfilter ................................ 301
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 302
Service .................................... 302Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
Achterruitverwarming Ü 3 45.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 42.
Verwarmde stoelen ß 3 57.
Verwarmd stuurwiel * 3 97.
Temperatuurrood bereik:warmblauw bereik:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l:naar de voorruit en de voorste
zijruitenM:naar hoofdhoogte via de verstel‐ bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
Page 295 of 503

Klimaatregeling293Ontwasemen en ontdooien
●Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
A/C:koeling4:luchtrecirculatieÜ:achterruitverwarming
Achterruitverwarming Ü 3 45.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 42.
Verwarmde stoelen ß 3 57.
Geventileerde stoelen A 3 57.
Verwarmd stuurwiel A 3 97.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht wanneer de
buitentemperatuur iets boven het
vriespunt ligt. Er kan zich dan
condens vormen en onder de auto op
de grond druppelen.
Page 301 of 503

Klimaatregeling299l:naar de voorruit en de voorpor‐
tierruiten (de airco werkt op de
achtergrond om te voorkomen
dat de ruiten beslaan)M:naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Automatische modus opnieuw
inschakelen: AUTO indrukken.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf
een bepaalde buitentemperatuur. Er
kan zich dan condens vormen en
onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Wanneer het koelsysteem wordt
uitgeschakeld, vereist de klimaatre‐
geling niet dat de motor wordt herstart
tijdens een Autostop. Uitzondering:
ruitontdooiing werkt en buitentempe‐
ratuur boven 0 °C vraagt om opnieuw starten.
Stop/Start-systeem 3 309.
Op het display verschijnt A/C ON
wanneer de koeling aanstaat of A/C
OFF wanneer de koeling uitstaat.Handmatig bediende
luchtrecirculatie 4
Luchtrecirculatiemodus met 4
inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op 4 te drukken.
9Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
Page 304 of 503
302KlimaatregelingAirconditioning regelmatigaanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐
keld. Bij te lage buitentemperaturen
kan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen drie jaar na afleve‐
ring van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen ● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietest
Page 314 of 503

312Rijden en bedieningHerstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak waarbij een conven‐
tionele Autostop is geactiveerd, moet de versnellingshendel in de vrij staan
om een automatische herstart moge‐
lijk te maken.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak waarbij een vroege
Autostop is geactiveerd, is een auto‐
matische herstart mogelijk bij iedere
versnellingshendelstand.
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak of een geautomati‐
seerde versnellingsbak, moet de
keuzehendel in D staan om een auto‐
matische herstart mogelijk te maken.
Als er zich een van de volgende
omstandigheden voordoet tijdens
een Autostop, dan zal de motor auto‐
matisch door het stop-startsysteem
worden herstart:
● Het stop-startsysteem is manu‐ eel uitgeschakeld.
● De motorkap is open.● De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier is geopend.
● De motortemperatuur is te laag. ● Het oplaadniveau van de accu is onder een bepaald niveau.
● Het remvacuüm is niet voldoende.
● De auto reed minstens stap‐ voets.
● Het klimaatregelsysteem vereist het starten van de motor.
● De airconditioning wordt hand‐ matig ingeschakeld.
Als de motorkap niet volledig geslo‐
ten is, verschijnt een waarschuwings‐
bericht op het Driver Information
Centre.
Als een elektrische accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler, op de elek‐ trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Trek de handrem aan zonder
op de ontgrendelingsknop te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
Bij auto's met een elektrische
handrem, trekt u minimaal
een seconde aan schakelaar
m tot het waarschuwings‐
lampje m constant brandt en
de elektrische handrem is inge‐
schakeld 3 116.
● Zet de motor af.
● Als de auto op een vlakke ondergrond of een helling
Page 477 of 503
Technische gegevens475Voertuiggewicht
Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige opties5-deurs hatchbackMotorHandmatig
uitzendingHandgeschakelde versnellingsbak geautomatiseerdAutomatisch
uitzendingzonder/met
airconditioning
[kg]B10XFL1263/12731263/1273–B14XE1234/1244––B14XFL1268/1278––B14XFT1268/1278––/1308B14XNT
CNG6)––B16SHT–/1350––/1378B16DTC1335/1345––B16DTE1350/1360––B16DTU1335/1345––B16DTH1350/1360–1354/1364B16DTR1396/1406––6) Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 93.
Page 478 of 503
476Technische gegevensRijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige optiesSports TourerMotorHandgeschakelde
versnellingsbakGeautomatiseerde
versnellingsbakAutomatische versnellings‐
bakmet/zonder airconditioning
[kg]B10XFL1278/12881278/1288–B14XE1263/1273––B14XFL–/1322––B14XFT1312/1322–1340/1350B14XNT
CNG6)––B16SHT–/1393––B16DTC1378/1388––B16DTE1393/1403––B16DTU1393/1403––B16DTH1393/1403–1415/1425B16DTR1393/1411–1425/14436) Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 93.