Page 89 of 115

Cd-speler89Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............89
Gebruik ........................................ 90Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐ digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2.
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 Level 1, Level 2,
Romeo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's (zie hieronder).
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's worden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In dergelijke gevallen is er dus niets
mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3) kunnen
Page 90 of 115

90Cd-speleraudiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden
separaat worden afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler
binnen in het apparaat vies
maken en storingen veroorza‐
ken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het afspelen van mp3-bestanden,
aangezien het werken met mp3- en
wma-bestanden hetzelfde is. Bij het
laden van een cd met wma-bestan‐
den verschijnen er mp3-gerela‐
teerde menu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu Cd of
Mp3 te gaan.
Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart.
Afhankelijk van de data die op de
audio- of mp3-cd is opgeslagen
verschijnt er op het display verschil‐
lende informatie over de cd en de
huidige muziektrack.
Cd plaatsen Plaats de CD met de bedrukte kantnaar boven in de CD-sleuf totdat de CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd
verschijnt 0 op het display.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit
Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Tracks selecteren met behulp van
het audio-cd-menu
Druk op MENU-TUNE om het menu
Cd op te roepen.
Page 91 of 115

Cd-speler91
Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde
afspelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 1 in het betreffende
hoofdmenu.
Tracklijst
Een nummer op een cd selecteren:
selecteer Tracklijst en selecteer
vervolgens de gewenste track.
Mappen
Een track uit een map selecteren:
selecteer Mappen. Er verschijnt een
lijst met alle opgeslagen mappen op
de cd.
Selecteer één van de mappen en
selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt
geplaatst.
Zoeken...
Voor het openen van een menu voor
het zoeken en selecteren van tracks:
selecteer Zoeken....
Selecteer één van de categorieën en
selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt
geplaatst.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 92 of 115
92AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............92
Gebruik ........................................ 92Algemene aanwijzingen
Op het bedieningspaneel van het
Infotainmentsysteem 3 70 zit een
AUX-ingang voor het aansluiten van externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de modus AUX te active‐
ren.
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.Stel het volume bij door m VOL van
het Infotainmentsysteem te draaien.
Alle andere functies werken alleen via de bedieningsorganen van de audio‐
bron.
Page 93 of 115

USB-poort93USB-poortAlgemene aanwijzingen...............93
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ....................................... 94Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB- aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort
kunnen diverse functies van de
bovenstaande apparaten worden
bediend via de bedieningsorganen en menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Opmerkingen
● De op de USB-poort aangesloten
externe apparaten moeten
voldoen aan de USB Mass
Storage Class-specificatie (USB
MSC).● Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens
USB-specificatie V 2.0. Maxi‐
male ondersteunde snelheid:
12 Mbit/s.
● Alleen apparaten met een FAT16/FAT32-bestandssysteemworden ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
● USB-hubs worden niet onder‐ steund.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2,
Romeo, Joliet
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op de bestanden
die op het externe apparaat zijn
opgeslagen:
Page 94 of 115

94USB-poortBit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● Voor de gegevens op externe apparaten die zijn aangesloten
op de USB-poort gelden de
volgende beperkingen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau: max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van online-muziekwinkels kunnenniet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze met Windows Media Player, minimaal versie 9, zijn aange‐
maakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.Het systeemkenmerk voor
mappen/bestanden dat audioge‐
gevens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de modus Mp3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
MP3:
iPod:
Toestelspecifiek menu gebruiken
Druk op MENU-TUNE om naar het
menu van het momenteel verbonden apparaat te gaan.
Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde
afspelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op Aan.
Page 95 of 115
USB-poort95Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 1 in het betreffende
hoofdmenu.
Mappen
Een track uit een map selecteren:
selecteer Mappen. Er verschijnt een
lijst met alle opgeslagen mappen op
het toestel.
Selecteer één van de mappen en
selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is niet beschikbaar
als er een iPod verbonden is.
Zoeken...
Voor het openen van een menu voor
het zoeken en selecteren van tracks:
selecteer Zoeken....
Selecteer één van de categorieën en
selecteer vervolgens de gewenste
track.
Toestel verwijderen
Verwijder het toestel veilig door USB
uitnemen of iPod uitwerpen te selec‐
teren en daarna het toestel te ontkop‐
pelen.
Page 96 of 115

96Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ....................96
Bediening ..................................... 96Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen (bijv. mobiele telefoons voor muziek,mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ● Het Infotainmentsysteem werkt alleen met Bluetooth-apparaten
die A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile), versie 1.2 of
hoger, ondersteunen.
● Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile), versie 1.0 of
hoger ondersteunen. Als het
apparaat AVRCP niet onder‐
steunt, werkt alleen de volume‐
regeling via het infotainmentsys‐
teem.
● Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-
apparaat op het Infotainmentsys‐ teem vertrouwd met de gebruiks‐
aanwijzing voor Bluetooth-func‐
ties van het apparaat.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 99.
● De Bluetooth-functie van de externe Bluetooth-audiobron
moet geactiveerd zijn (zie
gebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet u het appa‐raat wellicht op "zichtbaar" zetten
(zie gebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsys‐
teem gekoppeld en verbonden
zijn 3 99.