Page 23 of 301

Sleutels, portieren en ruiten21Batterij van de afstandsbedieningvervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Sleutel met uitklapbare sleutelbaard
Sleutelbaard uitklappen en afstands‐
bediening openen. Batterij vervangen (batterijtype CR 2032), let hierbij opde juiste plaatsing. Afstandsbedie‐ning sluiten en synchroniseren.
Sleutel met vaste sleutelbaard
Laat de batterij vervangen door een
werkplaats.
Afstandsbediening
synchroniseren
Na vervanging van de batterij het
portier openen met de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier. Bij
het inschakelen van het contact wordt de afstandsbediening gesynchroni‐seerd.
Opgeslagen instellingen
Steeds wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden de volgende
instellingen automatisch door de
afstandsbediening opgeslagen:
● verlichting
● Infotainmentsysteem
● centrale vergrendeling● Instellingen sportmodus
● comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen in het
geheugen van de sleutel van de
afstandsbediening 3 156 worden
automatisch toegepast wanneer het
contact de volgende keer wordt inge‐
schakeld.
Voorwaarde is wel dat Personalisatie
door bestuurder is geactiveerd in de
persoonlijke instellingen van het
Info-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke afstandsbediening die
in gebruik is. De gewijzigde status is
pas beschikbaar nadat de auto is
vergrendeld en ontgrendeld.
Persoonlijke instellingen 3 128.
Centrale vergrendeling Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Page 102 of 301
100Instrumenten en bedieningsorganenBedieningsorganenStuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem,
bepaalde bestuurdersondersteu‐
ningssystemen en een aangesloten
mobiele telefoon bedienen met de
knoppen op het stuurwiel.
Meer informatie staat in de handlei‐ ding van het infotainment-systeem.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 179.
Verwarmd stuurwiel
Druk op * om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de led in de toets.
Page 127 of 301

Instrumenten en bedieningsorganen125Zuinigheidstrend
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en tonen de gevolgen van het terrein of het
rijgedrag voor het brandstofverbruik.
De grafiek kan worden teruggesteld
door op SET/CLR te drukken.
Eco-index
Het huidige brandstofverbruik wordt
weergegeven op een zuinigheids‐
schaal. Pas voor een zuinige rijstijl de
rijstijl zodanig aan dat de gevulde
segmenten binnen de Eco-zone blij‐
ven. Hoe meer segmenten er gevuld
zijn, hoe hoger het brandstofverbruik.
Tegelijkertijd wordt de gemiddelde
verbruikswaarde weergegeven.
Grootste verbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
weergegeven.
Onder bepaalde omstandigheden
activeert de motor de achterruitver‐
warming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder deze heeft geactiveerd.
Info-Display
Het Info-Display bevindt zich in het
instrumentenbord bij de instrumen‐ tengroep.Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
● 7'' R 4.0 IntelliLink -display met
aanraakschermfunctionaliteit
of een
● 7'' Navi 950 -display met
aanraakschermfunctionaliteit en
geïntegreerd navigatiesysteem
Op de Info-Displays kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 104
● buitentemperatuur 3 103
● datum 3 104
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleiding
Infotainment
● weergave van achteruitkijkca‐ mera 3 199
● melding parkeerhulp 3 195
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 128
Page 243 of 301

Verzorging van de auto241Nr.Stroomkring53Transmissieregelmodule/motor‐
regelmodule54Vacuümpomp/instrumenten‐
groep/verwarming ventilatie/
airco
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kunnen
er storingen optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het
opbergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak en druk het naar links om het te ontgrendelen. Klap het
opbergvak omlaag en verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de
zekeringenkast achter een deksel in
het handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, open daarna
de afdekking en klap die omlaag.
Nr.Stroomkring1Cruise control/snelheidsbe‐
grenzer/adaptieve cruise
control/stuurbedienings‐
knoppen2Rijverlichting/carrosserieregel‐
module3Rijverlichting/carrosserieregel‐
module4Infotainmentsysteem5Infotainmentsysteem/instru‐
ment612 V-aansluiting/aansteker