Page 1 of 96
PANTONE285C
YZF-R125
YZF-R125A
R125
HANDLEIDING
5D7-F819D-D6
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]
Page 2 of 96
DAU46091
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken.
Deze handleiding dient bij de machine te blijven als deze wordt verkocht.
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 3 of 96

Inleiding
DAU10103
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de YZF-R125/YZF-R125A profiteert u van de enorme ervaring en techni-
sche kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige
producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult heb-
ben van alle functies van uw YZF-R125/YZF-R125A. De Handleiding geeft instructies voor
de bediening, inspectie en het onderhoud van de machine en beschrijft hoe u uzelf en an-
deren kunt beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw machine in optimale conditie te hou-
den. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de
Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwali-
teit. Om deze reden kan soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine
en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem
dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10032
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze machine gaat ge-
bruiken.
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 4 of 96

Belangrijke informatie in de handleiding
DAU63350
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aan-
duidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAUM2152
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt ge-
bruikt om u te waarschuwen voor risico’s op per-
soonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen
bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden
te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situ-
atie aan die, indien niet vermeden, kan resulteren
in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzor-
gen die moeten worden genomen om schade aan
de machine of andere eigendommen te voorko-
men.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke in-
formatie die procedures kan vergemakkelijken of ver-
helderen.
YZF-R125/YZF-R125A
HANDLEIDING
©2015 door MBK INDUSTRIE
1e uitgave, juli 2015
Alle rechten voorbehouden
Elke vorm van herdruk
of onbevoegd g
ebruik
zonder schriftelijke toestemming van
MBK INDUSTRIE
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 5 of 96

Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie........................1-1
Beschrijving.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Werking van de
bedieningselementen en
instrumenten.....................................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-1
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes ...............................3-2
Multifunctionele meter.....................3-3
Stuurschakelaars...........................3-11
Koppelingshendel .........................3-12
Schakelpedaal...............................3-12
Remhendel ....................................3-13
Rempedaal ....................................3-13
ABS (voor modellen met ABS) ......3-14
Tankdop ........................................3-15
Brandstof.......................................3-15
Uitlaatkatalysator ..........................3-17
Bestuurderszadel ..........................3-17
Zijstandaard ..................................3-18
Startspersysteem ..........................3-19
Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden...................................4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie......................................5-1
De motor starten ............................5-2
Schakelen........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik.........................5-4
Inrijperiode ......................................5-4
Parkeren ..........................................5-5
Periodiek onderhoud en
afstelling............................................6-1
Boordgereedschapsset ...................6-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ........6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .....................6-4De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ......... 6-7
Bougie controleren ......................... 6-9
Motorolie en oliefilterelement........ 6-11
Koelvloeistof ................................. 6-13
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ...................... 6-15
Stationair toerental controleren .... 6-15
Vrije slag van de gasgreep
afstellen ..................................... 6-16
Klepspeling ................................... 6-17
Banden.......................................... 6-17
Gietwielen ..................................... 6-20
Vrije slag van de
koppelingshendel afstellen ........ 6-20
Vrije slag van voorremhendel
controleren ................................ 6-21
Vrije slag van rempedaal
afstellen ..................................... 6-22
Remlichtschakelaars .................... 6-22
Controleren van voor- en
achterremblokken...................... 6-23
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-24
Remvloeistof verversen ................ 6-25
Spanning aandrijfketting ............... 6-25
Aandrijfketting reinigen en
smeren....................................... 6-27
Kabels controleren en smeren ...... 6-27
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-28
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-28
Rempedaal controleren en
smeren....................................... 6-29
Zijstandaard controleren en
smeren....................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten
smeren....................................... 6-30
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren............. 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu .............................................. 6-32
De zekeringen vervangen ............. 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-35
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 6 of 96

Inhoudsopgave
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen.................................. 6-35
Achterlicht/remlichtunit ................ 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen.................................. 6-36
De gloeilamp van de
kentekenverlichting
vervangen.................................. 6-37
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-37
Voorwiel
(voor modellen zonder ABS) ..... 6-38
Achterwiel
(voor modellen zonder ABS) ..... 6-39
Problemen oplossen..................... 6-41
Storingzoekschema’s ................... 6-42
Verzorging en stalling van de
motorfiets......................................... 7-1
Matkleur, let op............................... 7-1
Verzorging ...................................... 7-1
Stalling ............................................ 7-4
Specificaties..................................... 8-1
Gebruikersinformatie....................... 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
Index................................................ 10-1
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 7 of 96

1-1
1
Veiligheidsinformatie
DAU1028B
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens met deze motorfiets te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikershandleiding en/of
wanneer de mechanische condities
dit vereisen.
Ga nooit rijden met een motorfiets
zonder passende rijopleiding of in-
structies. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo-
meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde motorfietsdealer
voor informatie over rijlessen bij u in
de buurt.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de ma-
chine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongevallen. Vaak
worden ongevallen veroorzaakt door-
dat een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
• Pleeg nooit onderhoud aan een
motorfiets zonder voldoende ken-
nis. Neem contact op met een be-
voegde motorfietsdealer voor
informatie over het basisonderhoud
van een motorfiets. Bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden kunnen
alleen worden uitgevoerd door ge-
diplomeerd personeel.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 8 of 96

Veiligheidsinformatie
1-2
1
• We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid, waar-
door ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kun-
nen zien.
De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij-
den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.Beschermende uitrusting
Motorongelukken met dodelijke afloop be-
treffen meestal hoofdletsel. Het dragen van
een helm is de belangrijkste factor bij het
voorkomen of reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroor-
zaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM