Page 65 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-25
6
DAU23252
Smeren van d e achterwielophan-
g in gDe scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2SSD2D0.book Page 25 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 66 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-26
6
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of de voor-
vork niet soepel beweeg t, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-32.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mo gelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U2SSD2D0.book Page 26 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 67 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-27
6
DAU50711
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-13.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en g evaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kled ing en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink g rote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel ged uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buu rt van d
e a
ccu en zorg voor
vol doen de ventilatie bij acculad en
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
LET OP
DCA10621
Pro beer nooit om celafd ichtingen op de
accu te verwij deren, hier door kan per-
manente scha de aan d e accu wor den
toe geb racht.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst d e negatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
1
23
U2SSD2D0.book Page 27 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 68 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-28
6
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolg ens eerst de
positieve ka bel en d aarna de neg a-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU50812
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het zadel.
(Zie pagina 3-13.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
1. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekeringenkastje
4. Hoofdzekering
1
2
3
4
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Backup-zekering (voor klok)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
U2SSD2D0.book Page 28 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 69 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-29
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU63180
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het g las van de koplamp gloeilamp
niet aan zo dat dit vetvrij blijft, an ders kan
d e doorzichti ghei d van het g las, de lich-
tintensiteit en de levens duur na deli g
wor den beïnvloe d. Wrijf eventuele ver-
ontreini gin gen en vin geraf drukken op
het gloeilamp glas we g met een d oekje
g ed renkt in alcohol of thinner.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
1. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2. Kap van startmotorrelais
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
32
1
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U2SSD2D0.book Page 29 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 70 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-30
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
OPMERKINGZorg er bij het aanbrengen van de gloei-
lampkap voor dat “TOP” naar boven wijst.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
1. Schroef
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
11
2
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
21
1. Merkteken “TOP”
TOP
1
U2SSD2D0.book Page 30 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 71 of 88
Periodiek on derhoud en afstelling
6-31
6
DAU45226
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-29.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU70570
Richtin gaanwijzer en rem-
licht/achterlichtDit model is voorzien van richtingaanwij-
zers en een remlicht/achterlicht van het
LED-type.
Als een richtingaanwijzer of het rem-
licht/achterlicht niet gaat branden, vraag
dan een Yamaha-dealer het elektrische cir-
cuit te testen.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
U2SSD2D0.book Page 31 Friday, July 17, 2015 4:23 PM
Page 72 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
DAU24331
Kentekenverlichtin gAls de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU25872
Pro blemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
U2SSD2D0.book Page 32 Friday, July 17, 2015 4:23 PM