Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
vallen de O-ring, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zorg ervoor
dat u deze onderdelen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de olie-aanzuigzeef in oplos- middel, controleer hem op schade en
vervang indien nodig.
5. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
6. Bevestig de olie-aanzuigzeef, com-
pressieveer, o-ring en aftapplug B.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Bevestig de aftapplug A, en draai bei- de aftappluggen daarna vast met hun
juiste aanhaalmoment. 8. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
LET OP
DCA11671
Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een ho-
gere kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of ho-
gere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
9. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
10. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug A
1
1
1. Olieaftapplug BAanhaalmoment:Olieaftapplug A:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
Olieaftapplug B: 32 Nm (3.2 m·kgf, 23.1 ft·lbf)
1
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid bij verversing: 1.10 L (1.16 US qt, 0.97 Imp.qt)
U52SD1D0 13 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分
Onderhoud en stalling van de scooter
7-3
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zel fs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo- rens te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA10943
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Reinig de
remschijven en remvoeringen in-
dien nodig met een normale rem-
schijfreiniger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in gebruik
neemt eerst de remwerking en hetweggedrag in bochten.
LET OP
DCA10801
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lakaan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van hetvocht.
DAU36564
StallingKorte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en dro-
ge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de scooter af
te dekken.LET OP
DCA10821
Als de scooter word
t gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zal water en vocht
kunnen binnendringen en roestvor-
ming veroorzaken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-liën.
Lange termijn
Alvorens uw scoot er gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
U52SD1D0 3 ページ 2015年9月24日 木曜日 午前10時17分